3HVG Articles + Like and As 29-3-2021

Like & As
Articles
1 / 29
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Like & As
Articles

Slide 1 - Slide

A3B
Grammar items of themes 5 and 6
13: Indirect speech p. 75
14: One and ones p. 75
15: Past perfect vs. past simple p. 79
16: Present perfect continuous p. 89 
17: Articles p. 89
18: Reflexive and reciprocal pronouns p. 93
19: Like and as p. 93
H3C
Grammar items of themes 5 and 6
13: Indirect speech p. 75
14: One and ones p. 75
15: Past perfect vs. past simple p. 79
16: Articles p. 89
17: Like and as p. 89
18: Reflexive and reciprocal pronouns p. 93

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Aan het eind van de les kunnen jullie:
- Het verschil tussen like & as begrijpen.
- Like & as op de juiste manier toepassen in vergelijkingen. 
- Op de juiste plaats in een zin lidwoorden toepassen of weglaten.

Slide 3 - Slide

Like en As betekenen?
A
Net leuk
B
Als
C
Net
D
Net als

Slide 4 - Quiz

Articles... welke opties heb je in 't Engels?

Slide 5 - Open question

LIKE / AS

Like en as worden gebruikt om een vergelijking te maken tussen twee mensen of dingen. 

Slide 6 - Slide

LIKE
Like wordt gebruikt om iets te zeggen over zelfstandig naamwoorden en persoonlijke voornaamwoorden.

Dit betekent dat je like gebruikt om iets te zeggen over:
- Hoe een persoon of ding iets doet.
- Hoe een persoon of ding eruit ziet.


Slide 7 - Slide

As
As gebruik je voor bijzinnen en in combinatie met voorzetsels.

Dit betekent dat je as gebruikt om iets te zeggen over:
- Waarvoor iets gebruikt wordt.
- Het beroep dat iemand beoefent.
- De tijd waarin iets gebeurt.

Slide 8 - Slide

Voorbeelden
Like:
It fits like a glove. (hoe iets gedaan wordt)
She is acting like a queen. (hoe iets gedaan wordt)

As:
As in the past year, I am going to France. (voorzetsel: in)
I work as a teacher at an elementary school. (beroep: teacher)

Slide 9 - Slide

He is working ______ a supervisor.
A
like
B
as

Slide 10 - Quiz

____ the road was closed, I had to park on the next street.
A
Like
B
As

Slide 11 - Quiz

He speaks ____ a native speaker.
A
Like
B
As

Slide 12 - Quiz

He seems smart ____ a fox.
A
Like
B
As

Slide 13 - Quiz

AT SCHOOL or AT THE SCHOOL?

Slide 14 - Slide

It's hot so I'm going to ....... Scheveningen.
A
no article
B
the

Slide 15 - Quiz

Articles: THE or zero article 

The wordt niet gebruikt bij:
  • Jaargetijden (Summer)
  • Maaltijden 
  • Leden van een groep
  • Achter: Both, All en Most
  • Voor: titels (President)
  • Aardrijkskundige plekken
  • Vaste uitdrukkingen 
  • Openbare gebouwen (school, hospital, university, etc. als je denkt aan het gebruik van de gebouwen, en niet aan de gebouwen zelf)
The wordt wel gebruikt bij: 
  • Als het gaat over iets specifieks of bijzonders!
  • Als het gaat over een hele groep.
  • Als een naam zelf een lidwoord bevat.
  • In sommige vast uitdrukkingen (Let op: betekenis kan veranderen)

Slide 16 - Slide

I went to London and saw ______ National Gallery.
A
no article
B
the
C
a
D
an

Slide 17 - Quiz

I went to ______ prison a lot when I was a social worker.
A
no article
B
the

Slide 18 - Quiz

________ Swedish is a difficult language to learn.
A
no article
B
the
C
a
D
an

Slide 19 - Quiz

H3C Get to work!
Start working on the exercises in Stepping Stones online
Slim Stampen
Extra Oefenen Grammar 16 Standaard
Extra Oefenen Grammar 17 Standaard

For extra help:
You can watch the “methodesite” uitleg en bronnen
Watch the video's on the next slides

Slide 20 - Slide

A3B Get to work!
Start working on the exercises in Stepping Stones online
E Exercise 14
J Exercise 27

For extra help:
You can watch the “methodesite” uitleg en bronnen
Watch the videos on the next slides

Slide 21 - Slide

My first apartment was on ________ Orange Street.
A
no article
B
the
C
a
D
an

Slide 22 - Quiz

I think _____ women are more sensible than men
A
no article
B
the
C
a
D
an

Slide 23 - Quiz

Lisa had to stay in ___________ hospital for three days.
A
no article
B
the
C
a
D
an

Slide 24 - Quiz

Last week, there was a small fire at _________ church.
A
no article
B
the
C
a
D
an

Slide 25 - Quiz

Wat vind je nog moeilijk?

Slide 26 - Open question

0

Slide 27 - Video

0

Slide 28 - Video

Slide 29 - Link