Hoofdstuk 2 - Les 7 - O/OO - Instructieles

Korte klank - lange klank O/OO
1 / 37
next
Slide 1: Slide
NT2Voortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Korte klank - lange klank O/OO

Slide 1 - Slide

Opdracht 1:
Welk woord heeft een lange klank? 

Slide 2 - Slide

1. Welk woord heeft een lange klank?
A
boven
B
boffen

Slide 3 - Quiz

2. Welk woord heeft een lange klank?
A
open
B
oppervlakte

Slide 4 - Quiz

3. Welk woord heeft een lange klank?
A
oppas
B
opa

Slide 5 - Quiz

4. Welk woord heeft twee lange klanken?
A
motto
B
foto

Slide 6 - Quiz

5. Welk woord heeft een lange klank?
A
vogel
B
vloggen

Slide 7 - Quiz

6. Welk woord heeft een lange klank?
A
koffer
B
kogel

Slide 8 - Quiz

7. Welk woord heeft een lange klank?
A
zonnen
B
zomer

Slide 9 - Quiz

8. Welk woord heeft een lange klank?
A
konijn
B
komma

Slide 10 - Quiz

9. Welk woord heeft een lange klank?
A
mobiel
B
mopper

Slide 11 - Quiz

10. Welk woord heeft een lange klank?
A
botsing
B
boter

Slide 12 - Quiz

Lange klank met één O
open
kogel
boven
zomer
opa

foto
vogel
konijn
mobiel
boter

opper
koffer
boffen
zonnen
oppas
motto
vloggen
komma
mopper
botsing

Slide 13 - Slide

Opdracht 2:
Wat zie je?

Slide 14 - Slide

Korte klank
Lange klank
boven
open
oppas
motto
vogel
koffer

Slide 15 - Drag question

Korte klank 
Lange klank 
zonnen
botsing
konijn
mobiel
opa
opper

Slide 16 - Drag question

Korte klank
Lange klank
foto
vloggen
kogel
komma
mopper
boter

Slide 17 - Drag question

Lange klank met één teken







open
boven
kogel
zomer
foto
konijn
opa
mobiel
vogel
boter

Slide 18 - Slide

Uitspreken!
foto
konijn
open
boven
boter
kogel
zomer
mobiel
vogel
opa
mobiel
konijn 
vogel
open
boven
boter
opa
kogel
foto
zomer

Slide 19 - Slide

Opdracht 3:


Hoe schrijf je het? 

Slide 20 - Slide


Slide 21 - Open question


Slide 22 - Open question


Slide 23 - Open question


Slide 24 - Open question


Slide 25 - Open question


Slide 26 - Open question


Slide 27 - Open question


Slide 28 - Open question


Slide 29 - Open question


Slide 30 - Open question

Opdracht 4:
Welke woorden ken je nu met een korte of lange klank [O/OO]?

Slide 31 - Slide

Korte klank [o]

Slide 32 - Mind map

Lange klank [oo]

Slide 33 - Mind map

Afsluitdictee
Ruim je laptop op en pak je spellingschrift en een potlood. 

Schrijf bovenaan:   
Hoofdstuk 2 - Les 7

Schrijf in de kantlijn de nummers 
1 t/m 10
7
2

Slide 34 - Slide

Zet een streep onder de woorden met [o] of [oo]

Slide 35 - Slide

1
Ik maak een foto met mijn telefoon.
2
Het konijn zit in het hok.
3
De doos staat open.
4
De docent loopt naar boven.
5
De kogel gaat door het raam. 
6
In de zomer komt de zon
7
Mijn mobiel gaat in de zak. 
8
De vogel zit op het dak van de school.
9
Ik eet boter op mijn brood
10
Mijn opa en oma wonen in Polen.
1
foto
2
konijn
3
open
4
boven
5
kogel
6
zomer
7
mobiel
8
vogel
9
boter
10
opa

Slide 36 - Slide

Einde hoofdstuk 2 - les 7

Slide 37 - Slide