woordsoorten les 7

keuzemodule grammatica klas 1
Welke woordsoorten beheers je? Welke nog niet?

Veel succes!
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

keuzemodule grammatica klas 1
Welke woordsoorten beheers je? Welke nog niet?

Veel succes!

Slide 1 - Slide

Hoe vaak kun je een woord benoemen?
A
Eén keer
B
Twee keer
C
Drie keer
D
Oneindig

Slide 2 - Quiz

Het bleef de hele dag regenen.

'Het' is hier wel/geen bepaald lidwoord
A
Wel
B
Geen

Slide 3 - Quiz

Welke zelfstandig naamwoorden zie je in deze zin?

Ik heb de afwas gedaan en het vuilnis buiten gezet.

Slide 4 - Open question

Welke zelfstandig naamwoorden zie je in deze zin?


Het is mijn doel om vaker te gaan sporten in de sportschool.

Slide 5 - Open question

Welke (stoffelijke) bijvoeglijke naamwoorden zie je in de volgende zin?

De houten bank is oud.

Slide 6 - Open question

Welke (stoffelijke) bijvoeglijke naamwoorden zie je in de volgende zin?

De geleerde professor is naar de lange bijeenkomst geweest.

Slide 7 - Open question

Welk woord is geen zelfstandig naamwoord?
A
hout
B
fiets
C
aardig
D
Amsterdam

Slide 8 - Quiz

Welke voorzetsels zie je in deze zin?

Vanaf de kant duik je zo het water in!
A
vanaf, zo
B
vanaf, in
C
zo, het
D
zo, in

Slide 9 - Quiz

"Ik zag twee vliegen vliegen."
Hoeveel werkwoorden staan in deze zin?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 10 - Quiz

Maak zelf een zin met tenminste drie verschillende voorzetsels.

Slide 11 - Open question

Bij welk antwoord staat de volgorde van woordsoorten goed?

De spelers spelen in een sterk hockeyteam.
A
ww - zn - lw - vz - lw - zn - bn
B
lw - bn - zn - vz - lw - bn - zn
C
lw - bn - ww - lw - vz - bn - zn
D
lw - zn - ww - vz - lw - bn - zn

Slide 12 - Quiz

Sleep elk woord naar de juiste woordsoort. Let op! Je kunt woordsoorten meerdere keren gebruiken. 
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
 lidwoord
werkwoord
werkwoord
Voorzetsel
De
klantenservice
wordt
overspoeld
door
telefoontjes
van
ontevreden
klanten.
Momenteel

Slide 13 - Drag question

Kijk naar de volgende zin. Welke woorden horen bij de onderstaande woordsoorten? Je moet sommige woordsoorten vaker gebruiken
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
lidwoord
werkwoord
Voorzetsel
Welke
dj
treedt
morgen
hier
op
tijdens
het
festival?

Slide 14 - Drag question

Welke woordsoort mist in de volgende zin:
Door de storm zijn veel [...] verwoest.
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
werkwoord
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 15 - Quiz

Welke woordsoort mist in de zin:
Mijn [...] buurman maakt 's avonds heel veel lawaai.
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
werkwoord
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 16 - Quiz

Woorden die een tijd, plaats, ruimte aangeven zijn meestal:
A
bijwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
voorzetsel
D
bezittelijk voornaamwoord

Slide 17 - Quiz

Wat is het bijwoord in de zin:
Morgen verhuist mijn open naar het bejaardentehuis.

Slide 18 - Open question

persoonlijk of bezittelijk voornaamwoord?

Tekst
Jouw trui moet alweer in de was.
Die trui van jou moet alweer in de was. 
A
beide bezittelijk vnw
B
jouw = bezit.vnw jou = persoonlijk vnw.
C
jouw =persoonlijk vnw jou=bezit.vnw
D
beide persoonlijk vnw

Slide 19 - Quiz

Me moeder is vaak boos op mij.
A
me = bezit.vnw
B
me = persoonlijk vnw
C
me = bestaat niet
D
geen van de antwoorden is juist

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Slide