H4 rekenen met evenwichten

Rekenen met evenwichten
1 / 27
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Rekenen met evenwichten

Slide 1 - Slide

Aan het einde van deze les kun je bedenken wat er met het evenwicht van water, waterstof en zuurstof gebeurt als het volume,
waarin de reactie plaatsvindt, vergroot wordt.

Slide 2 - Slide

Geef de reactievergelijking van de ontleding van water.

Slide 3 - Open question

Bij hoge temperatuur ontstaat er een evenwicht.

2 H2O(g) <=> 2 H2(g) + O2(g)

Slide 4 - Slide

Geef de concentratiebreuk van dit evenwicht. 2 H2O <=> 2 H2 + O2
A
Qc = (2H2 + O2)/H2O
B
Qc = [H2]^2 * [O2]/[H2O]^2
C
Qc = ([H2]^2 + [O2])/[H2O]^2
D
Qc = ([H2] * [O2])/[H2O]

Slide 5 - Quiz

Geef de concentratiebreuk van dit evenwicht. 2 H2O <=> 2 H2 + O2
A
K = Qc = (2H2 + O2)/H2O
B
K = Qc
C
K = Qc = ([H2]^2 + [O2])/[H2O]^2
D
K = Qc = [H2]^2 * [O2]/[H2O]^2

Slide 6 - Quiz

Stel: er is voor de reactie begint 4,0 mol H2O
in een ruimte van 1 liter.
Bij instelling van het evenwicht is er 2,0 mol H2.

Bereken K

Slide 7 - Slide

Beantwoord dit met behulp van een BOEM tabel.

Slide 8 - Slide

Maak je BOEM-tabel op papier, maak een foto en deel deze hier.

Slide 9 - Open question

2
2
1
H2O
H2
O2
B
4
0
0
O
-2
+2
+1
E
2
2
1
M (1L)
2
2
1
In rood de gegevens

Slide 10 - Slide

Stel: er is voor de reactie begint 4,0 mol H2O
in een ruimte van 1 liter.
Bij instelling van het evenwicht is er 2,0 mol H2.

Bereken K

Slide 11 - Slide

K = Qc = [H2]2 * [O2]/[H2O]2
Invullen van gegevens uit BOEM-tabel

Slide 12 - Slide

Bereken K
A
Kan niet, je weet niet of er evenwicht is
B
0,5
C
1
D
2

Slide 13 - Quiz

Stel: er is voor de reactie begint
4,0 mol H2O
in een ruimte van 1 liter.
Bij instelling van het evenwicht
is er 2,0 mol H2.

Stel de ruimte wordt vergroot
naar 2 liter. Wat gebeurt er dan met het evenwicht?

Slide 14 - Slide

Wat gebeurt er met K als de ruimte vergroot wordt?
A
K blijft gelijk
B
K wordt groter
C
K wordt kleiner
D
Dat kun je niet weten

Slide 15 - Quiz

2
2
1
H2O
H2
O2
B
4
0
0
O
-2
+2
+1
E
2
2
1
M (2L)
1
1
0,5
In rood de verandering

Slide 16 - Slide

Bereken Qc
A
Kan niet
B
0,5
C
1
D
2

Slide 17 - Quiz

Qc is dus niet meer gelijk aan K
Het evenwicht is verstoord

Slide 18 - Slide

Wat moet je doen om te zorgen dat er weer evenwicht komt?
A
Meer water toevoegen
B
Meer H2 toevoegen
C
Meer O2 toevoegen
D
Wachten

Slide 19 - Quiz

Tijdens het wachten zal het evenwicht verschuiven, zodat Qc weer gelijk wordt aan K.

Slide 20 - Slide

Verschuift het evenwicht naar rechts of naar links?
A
Dat kun je niet weten
B
Naar rechts
C
Naar links
D
Het verschuift niet, want K blijft gelijk

Slide 21 - Quiz

K = 1
Qc = 0,5
Qc is dus te klein en
moet groter worden

Slide 22 - Slide

Qc = [H2]2 * [O2] / [H2O]2
Als Qc groter moet worden, moet er dus
minder onder de deelstreep
of meer boven.

Slide 23 - Slide

2 H2O(g) <=> 2 H2(g) + O2(g)
Minder water of meer H2 en O2;
dus het evenwicht verschuift naar rechts.

Slide 24 - Slide

Is dat logisch?

Slide 25 - Slide


Doordat het evenwicht naar rechts verschuift, ontstaan er meer deeltjes in het mengsel
2 H2O(g) <=> 2 H2(g) + 1 O2(g)

2 moleculen -->  3 moleculen

Slide 26 - Slide

Door het grotere volume kregen de moleculen opeens meer ruimte.
Die verandering hebben ze opgeheven door de verschuiving naar de kant met de meeste deeltjes.

Slide 27 - Slide