What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
futur
Futur= TT
Deze tijd is de toekomende tijd.
Je gebruikt de tijd als je in het Nederlands het werkwoord 'zullen' gebruikt.
1 / 22
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
This lesson contains
22 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Futur= TT
Deze tijd is de toekomende tijd.
Je gebruikt de tijd als je in het Nederlands het werkwoord 'zullen' gebruikt.
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Hoe maak je de futur?
Je neemt een heel werkwoord en je plakt daar een uitgang achter.
Slide 3 - Slide
Hoe maak je de futur?
De uitgangen van de futur zijn de volgende.
Slide 4 - Slide
Uitgangen van de futur
Je -
ai
nous -
ons
Tu -
as
vous -
ez
il/elle/on -
a
ils/elles -
ont
Als je goed kijkt, zie je hier de uitgangen van het werkwoord '
avoir
'
Slide 5 - Slide
Regelmatige werkwoorden
Het werkwoord op -er bijvoorbeeld het ww
PARLER
STAM = HET HELE WW
PARLER
UITGANGEN :
AI, AS, A ONS, EZ, ONT
voorbeeld
je parlerai - ik zal praten
Slide 6 - Slide
Regelmatige werkwoorden
je parlerai nous parlerons
tu parleras vous parlerez
il/elle/on parlera ils/elles parleront
Slide 7 - Slide
Regelmatige werkwoorden op IR
Het werkwoord op -ir
STAM = HET HELE WW + UITGANGEN
finir + uitgang
je finirai - ik zal eindigen
Slide 8 - Slide
Regelmatige werkwoorden
Je finirai nous finirons
tu finiras vous finirez
il/elle/on finira ils/elles finiront
Slide 9 - Slide
Regelmatige werkwoorden op RE
Het werkwoord op -re
(Let op: hier verdwijnt de laatste e)
STAM = WW-E
UITGANGEN :ai, as, a ons, ez, ont
je vendrai - ik zal verkopen
Slide 10 - Slide
Regelmatige werkwoorden
je vendrai nous vendrons
tu vendras vous vendrez
il/elle/on vendra ils/elles vendront
Slide 11 - Slide
Onregelmatige werkwoorden
Een aantal onregelmatige werkwoorden hebben een eigen stamvorm.
Hier volgen wat voorbeelden.
Slide 12 - Slide
Onregelmatige werkwoorden
être =zijn je
ser
ai
savoir = kennen je
saur
ai
avoir =hebben j'
aur
ai
venir= komen je
viendr
ai
aller=gaan j'
ir
ai
voir =zien je
verr
ai
faire= maken/doen je
fer
ai
Slide 13 - Slide
Geef de futur van:
Ik zal laten zien.
Slide 14 - Open question
Geef de futur van:
Ik zal laten langskomen.
Slide 15 - Open question
Geef de futur van:
Hij zal overstappen.
Slide 16 - Open question
Geef de futur van:
Wij zullen zijn.
Slide 17 - Open question
Geef de futur van:
Zij zullen praten
Slide 18 - Open question
Geef de futur van:
Zij zal doen
Slide 19 - Open question
Geef de futur van:
U zal verkopen.
Slide 20 - Open question
Geef de futur van:
Jij zal hebben.
Slide 21 - Open question
Geef een cijfer voor deze uitleg.
Slide 22 - Open question
More lessons like this
futur
October 2022
- Lesson with
22 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Les verbes français (présent, p.c., imparfait, futur)
February 2023
- Lesson with
35 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Les verbes français (présent, p.c., imparfait, futur)
August 2024
- Lesson with
35 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
regelmatige werkwoorden 4VWO
March 2024
- Lesson with
44 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Formatieve werkwoordentoets
February 2024
- Lesson with
41 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1,2,4,5,6
regelmatige ww op er in 5 tijden
September 2024
- Lesson with
22 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
3mavo H3 bron D
January 2021
- Lesson with
20 slides
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
futur
October 2018
- Lesson with
11 slides