3 mavo - toetsweek 1 voorbereiding grammatica

Grammatica leerjaar 3 mavo
1 / 45
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Grammatica leerjaar 3 mavo

Slide 1 - Slide

theorie
Weten jullie nog hoe je deze zinsdelen vindt?
1) persoonsvorm (zin vragend maken)
2) onderwerp (wie/wat + pv)
3) gezegde (alle ww in de zin)
4) lijdend voorwerp (wie/wat + pv + ow + gez)
5) meewerkend voorwerp (aan/voor + wie/wat + pv + ow + gez+lv)
6) bijwoordelijke bepaling (= rest - hoe? waar? wanneer?)

Slide 2 - Slide

theorie
lange zinnen: de bijvoeglijke bepaling

Slide 3 - Slide

theorie
de bijvoeglijke bepaling is een bijvoeglijk naamwoord dat iets zegt over een woord. De bepaling staat er voor of erachter. Bekijk de zwarte woorden. Welke bepalingen staan er bij?

Onze vriendelijke, oude buurman van hiernaast bakt tijdens de traditionele nieuwjaarsborrel in het buurthuis oliebollen en appelflappen.


Slide 4 - Slide

Onze vriendelijke, oude buurman van hiernaast. Welke bijvoeglijke bepalingen zijn er?
A
onze
B
vriendelijke
C
oude
D
van hiernaast

Slide 5 - Quiz

theorie
de bijvoeglijke bepaling staat ervoor of erachter.

Onze vriendelijke, oude buurman van hiernaast bakt tijdens de traditionele nieuwjaarsborrel in het buurthuis oliebollen en appelflappen.
 
vriendelijke, oude en van hiernaast zegt iets over buurman.

Slide 6 - Slide

Onze buurman bakt tijdens de traditionele nieuwjaarsborrel in het buurthuis oliebollen en appelflappen.
A
bakt
B
traditionele
C
in het buurthuis
D
oliebollen en appelflappen

Slide 7 - Quiz

theorie
de bijvoeglijke bepaling staat ervoor of erachter.

Onze vriendelijke, oude buurman van hiernaast bakt tijdens de traditionele nieuwjaarsborrel in het buurthuis oliebollen en appelflappen.
traditionele en in het buurthuis voegen iets toe aan de nieuwjaarsborrel.

Slide 8 - Slide

oefenen
opdracht 2:
zoek de pv, ow, lv, bwb en bijv.bep in de volgende zin:
In de digitale nieuwsbrief vind je de leuke nieuwtjes, verschillende voordeelacties en prijsvragen.

Slide 9 - Slide

pv: In de digitale nieuwsbrief vind je de leuke nieuwtjes, verschillende voordeelacties en prijsvragen
A
in de digitale nieuwsbrief
B
vind
C
je
D
de leuke nieuwtjes

Slide 10 - Quiz

ow: In de digitale nieuwsbrief vind je de leuke nieuwtjes, verschillende voordeelacties en prijsvragen
A
in de digitale nieuwsbrief
B
vind
C
je
D
de leuke nieuwtjes

Slide 11 - Quiz

lv: In de digitale nieuwsbrief vind je de leuke nieuwtjes, verschillende voordeelacties en prijsvragen
A
in de digitale nieuwsbrief
B
de leuke nieuwtjes
C
verschillende voordeelacties
D
de leuke .... en prijsvragen

Slide 12 - Quiz

bwb: In de digitale nieuwsbrief vind je de leuke nieuwtjes, verschillende voordeelacties en prijsvragen
A
in de digitale nieuwsbrief
B
de leuke nieuwtjes
C
verschillende voordeelacties
D
prijsvragen

Slide 13 - Quiz

bvb: In de digitale nieuwsbrief vind je de leuke nieuwtjes, verschillende voordeelacties en prijsvragen
A
digitale
B
leuke
C
verschillende
D
voordeelacties

Slide 14 - Quiz

pv: Gisteren heeft onze lieve, trouwe herdershond vier schattige puppy's gekregen.
A
gisteren
B
heeft
C
onze lieve, trouwe herdershond
D
gekregen

Slide 15 - Quiz

ow: Gisteren heeft onze lieve, trouwe herdershond vier schattige puppy's gekregen.
A
gisteren
B
heeft
C
onze lieve, trouwe herdershond
D
gekregen

Slide 16 - Quiz

gez: Gisteren heeft onze lieve, trouwe herdershond vier schattige puppy's gekregen

Slide 17 - Open question

lv: Gisteren heeft onze lieve, trouwe herdershond vier schattige puppy's gekregen.
A
gisteren
B
onze lieve, trouwe herdershond
C
vier schattige puppy's
D
gekregen

Slide 18 - Quiz

bwb: Gisteren heeft onze lieve, trouwe herdershond vier schattige puppy's gekregen.
A
gisteren
B
onze lieve, trouwe herdershond
C
vier schattige puppy's
D
gekregen

Slide 19 - Quiz

bijv.bep: Gisteren heeft onze lieve, trouwe herdershond vier schattige puppy's gekregen.
A
lieve
B
trouwe
C
vier
D
schattige

Slide 20 - Quiz

pv: Het stabiele, zomerse weer zal nog aanhouden tot na het weekeinde.
A
zal
B
aanhouden

Slide 21 - Quiz

ow: Het stabiele, zomerse weer zal nog aanhouden tot na het weekeinde.
A
het stabiele, zomers weer
B
het zomerse weer
C
het weekeinde

Slide 22 - Quiz

gez: Het stabiele, zomerse weer zal nog aanhouden tot na het weekeinde.

Slide 23 - Open question

lv: Het stabiele, zomerse weer zal nog aanhouden tot na het weekeinde.
A
het stabiele, zomers weer
B
zit er niet in
C
tot na het weekeinde

Slide 24 - Quiz

bwb: Het stabiele, zomerse weer zal nog aanhouden tot na het weekeinde.
A
het stabiele, zomers weer
B
nog
C
tot na het weekeinde
D
zit er niet in

Slide 25 - Quiz

bijv.bep.: Het stabiele, zomerse weer zal nog aanhouden tot na het weekeinde.
A
stabiele
B
zomerse
C
aanhouden
D
na

Slide 26 - Quiz

theorie
lange zinnen
1 pv = enkelvoudige zin
2 pv's (of meer) = samengestelde zin

Slide 27 - Slide

enkelvoudig zinnen

Rens drinkt cola.
Lot drinkt water.

Joep pakte zijn trui.
Hij had het koud.
meervoudige zinnen

Rens drinkt cola en Lot 
drinkt water.

Joep pakte zijn trui, 
omdat hij het koud had.

Slide 28 - Slide

enkelvoudig zinnen

Rens drinkt cola.
Lot drinkt water.

Joep pakte zijn trui.
Hij had het koud.
meervoudige zinnen

Rens drinkt cola en Lot 
drinkt water.

Joep pakte zijn trui, 
omdat hij het koud had.

ow + pv 

Slide 29 - Slide

lange zinnen
1) zoek de pv's (tijdproef)
2) stel bij elke pv de vraag: wie/wat + pv?
het antwoord is het onderwerp.

Slide 30 - Slide

lange zinnen
let op: alles voor de pv is één zinsdeel maar het is niet altijd het onderwerp. Vergelijk:
Volgende week zaterdag gaan we naar de markt.
Mijn oudste broer is volgende week zaterdag jarig.

Slide 31 - Slide

wat is de pv/het ow?
let op: alles voor de pv is één zinsdeel maar het is niet altijd het onderwerp. Vergelijk:
Volgende week zaterdag gaan we naar de markt.
Mijn oudste broer is volgende week zaterdag jarig.

Slide 32 - Slide

Je kunt te allen tijde bij je mentor studieadvies vragen
A
dit is een enkelvoudige zin
B
dit is een samengestelde zin

Slide 33 - Quiz

Ik kan het bedrag contant betalen, maar bij voorkeur pin ik even.
A
dit is een enkelvoudige zin
B
dit is een samengestelde zin

Slide 34 - Quiz

Jette krijgt een bril, omdat ze in de verte niet goed kan zien.
A
dit is een enkelvoudige zin
B
dit is een samengestelde zin

Slide 35 - Quiz

Tyger komt op de fiets naar Centraal en de rest van de klas komt met de tram.
A
dit is een enkelvoudige zin
B
dit is een samengestelde zin

Slide 36 - Quiz

De keeper kon drie ballen jammer genoeg niet tegenhouden.
A
dit is een enkelvoudige zin
B
dit is een samengestelde zin

Slide 37 - Quiz

noteer de pv('s): Muscha kreeg een bekeuring, omdat ze op de stoep fietste.

Slide 38 - Open question

noteer de ow(en): Muscha kreeg een bekeuring, omdat ze op de stoep fietste.

Slide 39 - Open question

noteer de pv('s): Timo bezorgt reclamefolders en hij heeft een krantenwijk.

Slide 40 - Open question

noteer de ow(en): Timo bezorgt reclamefolders en hij heeft een krantenwijk.

Slide 41 - Open question

noteer de pv('s): Omdat Linda niet goed functioneerde op haar werk, heeft haar baas haar ontslagen.

Slide 42 - Open question

noteer de ow(en): Omdat Linda niet goed functioneerde op haar werk, heeft haar baas haar ontslagen.

Slide 43 - Open question

noteer de pv('s): Simon schildert altijd heel secuur, maar zijn broer verricht zijn werk niet zo nauwkeurig.

Slide 44 - Open question

noteer de ow(en): Simon schildert altijd heel secuur, maar zijn broer verricht zijn werk niet zo nauwkeurig.

Slide 45 - Open question