14.1 Het centrale zenuwstelsel

H14 Zenuwstelsel
1 / 54
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 54 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

H14 Zenuwstelsel

Slide 1 - Slide

Inhoud hoofdstuk
14.1 Bouw centraal zenuwstelsel (onderdelen hersenen) 
14.2 Cellen in het zenuwstelsel
14.3 Impulsgeleiding (hoe gaan signalen door een zenuwcel) 
14.4 Impulsoverdracht tussen neuronen 
14.5 Autonoom zenuwstelsel (onbewuste deel van het zenuwstelsel)

Slide 2 - Slide

Deze lessonup
- 14.1 Het centrale zenuwstelsel dl1

Slide 3 - Slide

14.1 Het centrale zenuwstelsel 1

Slide 4 - Slide

Doel 14.1
Je leert de bouw en de functie van delen van het zenuwstelsel


Begrippen:

Centrale zenuwstelsel, Neuronen, Perifere zenuwstelsel, Grijze- en Witte stof, Myeline, Bloed-hersenbarrière, Tight juntions, Grote hersenen, Hersenbalk, Hersenschors, Sensorische centra, Primaire- en Secundaire centra, primaire- en secundaire motorische schors, Kleine hersenen, Hersenstam,  Verlengde merg 

Slide 5 - Slide

Het zenuwstelsel bestaat uit het centrale zenuwstelsel en uit zenuwen
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quiz

Wat hoort niet bij het zenuwstelsel?
A
hersenen
B
zenuwen
C
ruggenmerg
D
zintuigen

Slide 7 - Quiz

Centraal zenuwstelsel (CZS)
Zenuwcellen (neuronen) van de 
hersenen en ruggenmerg 
met ondersteunende cellen.


Slide 8 - Slide

Perifeer zenuwstelsel
(Uitlopers van) zenuwcellen, 
gebundeld in zenuwen, die 
zintuigen verbinden met het CZS en
het CZS met spieren en klieren.

Zenuw = bundel zenuwceluitlopers


Slide 9 - Slide

Witte en grijze stof
Grijze stof = Cellichamen met de celkern
Witte stof = Uitlopers met beschermlaag (myeline)


Ruggenmerg

Slide 10 - Slide

Drie typen neuronen
Sensorische neuronen:
Zenuwcellen die impulsen vervoeren van zin-
tuigen naar het CZS, vaak lange uitlopers.
Schakelneuronen: 
Zenuwcellen binnen het CZS.
Motorische neuronen:
zenuwcellen die impulsen vervoeren van CZS naar spieren
of klieren, vaak lange uitlopers.

Slide 11 - Slide

Witte en grijze stof
Grijze stof = Cellichamen met de celkern
Witte stof = Uitlopers met beschermlaag (myeline)


Hersenen

Slide 12 - Slide

Neem de tabel over en vul in

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Bloed-hersenbarriëre
Tussen spinnenwebvlies en zachte hersen/ ruggenmergvlies zit hersenvocht en daar lopen de bloedvaten.

Er is geen directe verbinding
tussen bloed en hersenvloei-
stof.


Slide 15 - Slide

Bloed-hersenbarriëre
Controle welke stoffen
wel/ niet van bloed naar hersen-
vloeistof gaan door:
* tight junctions in bloedvatwand
* astrocyten om het bloedvat heen

Stoffen moeten dus door 2 cellen heen.

Slide 16 - Slide

Bedenk twee stoffen die door de bloed-hersenbariere kunnen

Slide 17 - Open question

Anatomie hersenen (88C1)

Slide 18 - Slide

Anatomie grote hersenen 
  • Twee helften
  • Verbonden met de hersenbalk
  • Schors en merg

Slide 19 - Slide

Anatomie grote hersenen 
Primaire sensorische schors: ontvangt signalen van de gevoels-zintuigen/ gewaarwording.
Inkomend.

Slide 20 - Slide

Anatomie grote hersenen 
Secundaire sensorische schors: interpretatie van de ontvangen signalen/ geheugen

Slide 21 - Slide

Anatomie grote hersenen 
Primaire auditieve schors: ontvangt signalen van het gehoorzintuig/ gewaarwording. Inkomend.

Slide 22 - Slide

Anatomie grote hersenen 
Secundaire auditieve schors: interpretatie van de ontvangen signalen/ geheugen

Slide 23 - Slide

Anatomie grote hersenen 
Idem voor optische schors (gezichtszintuig)

Slide 24 - Slide

Anatomie grote hersenen 
Primaire motische schors: stuurt de spieren/ klieren aan.
Uitgaand.

Slide 25 - Slide

Anatomie grote hersenen 
Secundaire motorische schors: opgeslagen informatie over gecoördineerd uitvoeren van bewegingen. Motorprogramma's.

Slide 26 - Slide

Anatomie grote hersenen 
Spraakcentrum van Wernicke - begrijpen van taal. 
Spraakcentrum van Broca - aansturen van het spreken.

Slide 27 - Slide

Anatomie grote hersenen 
Ontvangt informatie van de rechterkant van het lichaam. Stuurt de spieren/ klieren van de rechterkant aan.
L                      R
Ontvangt informatie van de linkerkant van het lichaam. Stuurt de spieren/ klieren van de linkerkant aan.

Slide 28 - Slide

Grote hersenen (88C3) 

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Tijdens het voetballen zie je een bal op je afkomen. Je gaat daar en flinke trap tegenaan geven. Je bent rechts. In welk deel van de hersenen ontstaan impulsen?
A
In de linkerhelft van de motorische hersenschors
B
In de rechterhelft van de motorische hersenschors
C
In de linkerhelft van de sensorische hersenschors
D
In de rechterhelft van de sensorische hersenschors

Slide 31 - Quiz

Lees 14.1 over functie hersenen en vul de tabel in.
Hersendeel
Functie
Grote hersenen
Hersenbalk
Hypothalamus
Hypofyse
Hersenstam
Kleine hersenen
Ruggenmerg

Slide 32 - Slide

Anatomie hersenen (88C1)

Slide 33 - Slide

Kleine hersenen 
Coördinatie
bewegingen.
Werkt dus samen 
met de primaire en
secundaire 
motorische schors.

Slide 34 - Slide

Hersenstam

Slide 35 - Slide

Hersenstam
Coördineert allerlei 
lichamelijke
basisfuncties.
Bestaat uit: 
  • Middenhersenen
  • Pons
  • Verlengde merg

Slide 36 - Slide

Hersenstam - middenhersenen
  • Beloningscentrum
  • Reflexen mbt zien
       en horen

Slide 37 - Slide

Hersenstam - pons
  • Verbinding grote 
       en kleine hersenen
  • Verbinding even-
       wichtszintuig en
       kleine hersenen 

Slide 38 - Slide

Hersenstam - verlengde merg
  • Verbinding her-
       senen en ruggen-
       merg
  • Kruising zenuw-
       banen  

Slide 39 - Slide

Hypothalamus

Slide 40 - Slide

Hypothalamus

Slide 41 - Slide

Thalamus

Slide 42 - Slide

Thalamus
  • Informatie van de zintuigen richting de sensorische schors (behalve van geur). Daar wordt gefiltert welke informatie wel en niet wordt doorgegeven. 
  • informatie van de motorische schors naar de spieren (coordinatie)
  • Aansturen van emoties

Slide 43 - Slide

Ruggenmerg

Slide 44 - Slide

Ruggenmerg (88J)
Loopt van hersenen naar stuitje. 
Loopt door de wervels in de wer-
velkolom.
Bij elke wervel ontspringen
zenuwen.
Wervel

Slide 45 - Slide

Ruggenmerg (88J)
Aan de rugzijde (dorsaal) komen de
sensorische neuronen binnen. De cel-
kernen ervan liggen nog buiten
het ruggenmerg in de spinale ganglia.

Slide 46 - Slide

Ruggenmerg (88J)
Aan de buikzijde (ventraal) gaan de
motorische neuronen naar buiten. 
De celkernen hiervan liggen ín het
ruggenmerg.

Slide 47 - Slide

Zenuwen
Bundel van uitlopers van 
neuronen.
Gemenge zenuw: zowel uitlopers van
sensorische als motorische neuronen.
Gevoelszenuw: alleen uitlopers van sensorische neuronen.
Bewegingszenuw: alleen uitlopers van
motorische neuronen. 

Slide 48 - Slide

Zenuwen
Ruggenmerg zenuw: zenuw die ont-
springt in het ruggenmerg.

Slide 49 - Slide

Hersenzenuwen (88L)
12 zenuwen ontspringen in
de hersenen zelf. 
I en II in de grote hersenen 
(sensorisch reuk en zicht),
de rest in de hersenstam.


Slide 50 - Slide

Opdracht
Maak route A, B of C van 14.2

Slide 51 - Slide

Doel 14.1
Je leert de bouw en de functie van delen van het zenuwstelsel

Slide 52 - Slide

Begrippen 13.1: in een tabel?
centraal zenuwstelsel (CZS), neuronen (zenuwcellen), perifere zenuwstelsel, grijze stof, myeline, bloed-hersenbarriëre, tight junctions, grote hersenen, hersenbalk, hersenschors, sensorische centra, motorische centra

Slide 53 - Slide

Opdrachten
- Maken 13.1 opdr. 4 t/m 11 (huiswerk)

Slide 54 - Slide