Debatteren (inleiding en stelling)

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Een goede stelling

Pak je schrift en een pen

Gebruik de kenmerken van een goede stelling.

Ga met je groepje bij elkaar zitten

A Is virtual reality een kans of een bedreiging?

B Sociale media maakt je asocialer.

C Omdat er minder gelezen wordt, moeten 

    bibliotheken sluiten.

D Het salaris van docenten moet bepaald worden door 

    resultaten van de leerlingen.

E Ieder kind moet recht hebben op goed onderwijs.

Welke stelling voldoet aan de kenmerken voor een goede stelling?

Vorige week en maandag

Je hebt een start gemaakt met module 2: debatteren

Je bent onderdeel geworden van een groep

Maandag: je hebt aan de opdrachten in de module gewerkt.

Vandaag

Je leert samen te werken aan een probleem

Je oefent met presenteren en formuleren

Jouw debat start met een stelling in de inleiding.

Geef 5 kenmerken / voorwaarden van een sterke stelling.

(opdracht 6 uit de module)

Welke voorwaarde voor een goede stelling wordt hieronder overtreden?

Telefoons mogen niet meer worden gebruikt tijdens de lessen omdat het slecht is voor de concentratie.

Welke voorwaarde voor een goede stelling wordt hieronder overtreden?

Het gebruik van telefoons tijdens de pauzes in de aula moet gedeeltelijk worden beperkt en gecontroleerd door leraren.

Controversieel

Een goede stelling moet prikkelen, dus je moet er voor of tegen kunnen zijn.

Goed: ouders moeten altijd mee kunnen kijken met het socialmediagedrag van hun kinderen.

Fout: ieder kind heeft recht op een veilige jeugd

Positief

Het woord niet moet je niet gebruiken, want dat zorgt voor verwarring.

Goed: overheidssubsidie voor kunst en cultuur moet worden afgeschaft.

Fout: kunst en cultuur moet niet langer worden gesubsidieerd door de overheid.

Absoluut en eenduidig

Meerdere variabelen en vage uitzonderingen maken je stelling onduidelijk.

Goed: alcoholreclames moeten worden verboden

Fout: sommige alcohol- en rookreclames moeten worden verboden.

Verandering

Zonder nieuwe maatregel of verandering is je stelling niet prikkelend genoeg.

Goed: de overheid moet de verkoop van vapes verbieden voor mensen onder de 25 jaar.

Fout: verkoop van alcohol aan personen onder de 18 jaar moet verboden zijn. (status quo)

Kort en concreet

Je stelling moet in balans zijn, dus je moet géén argument in je stelling verwerken.

Goed: de bibliotheek in Heerenveen moet worden gesloten

Fout: omdat mensen steeds minder lezen, moet de bibliotheek in Heerenveen worden gesloten.

Opdracht

Je gaat een vervelende situatie oplossen met je eigen groepje.

Wat moet er gebeuren? 

Voorbeeld: "De kabouter moet verplicht al het confetti opruimen."

"Iedereen moet voortaan leren ontsnappen uit confettikamers."

"Alle kabouters moeten verbannen worden naar het bos."

Opdracht

Kijkers: geef concrete en constructieve feedback over lichaamstaal, stemgebruik, publieksgerichtheid, retorische middelen, opbouw, woordgebruik en stilte.

Maak van week 1 de opdrachten 1 t/m 11

Stelling:

'moeten', verandering, eens/oneens, geen vraag en beargumenteerbaar.

Volg de module nauwgezet!

Deadline voor de poster: vrijdag 29 november