Van onderwerp naar stelling

Introductie
Eens of oneens?
Ongelijkheid is een gegeven: sommige mensen zijn nu eenmaal slimmer, rijker of hebben meer kansen. We moeten streven naar een eerlijke uitgangspositie, maar daarna is succes afhankelijk van eigen keuzes en inzet.
Kansengelijkheid
De zeven vinkjes
Beantwoord de vraag
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 55 min

Items in this lesson

Introductie
Eens of oneens?
Ongelijkheid is een gegeven: sommige mensen zijn nu eenmaal slimmer, rijker of hebben meer kansen. We moeten streven naar een eerlijke uitgangspositie, maar daarna is succes afhankelijk van eigen keuzes en inzet.
Kansengelijkheid
De zeven vinkjes
Beantwoord de vraag

Slide 1 - Slide

Vorige les
Mindmap met hulpvragen (5W1H) voor een oriëntatie op het probleem binnen kansen(on)gelijkheid.
Deze les
Van onderwerp naar stelling voor je betoog.
Vooruitblik
Neem iedere les het leesboek mee
Denk om je mondeling!

Slide 2 - Slide

Stap 1
Welke vormen van kansenongelijkheid spelen op dit moment in Nederland ten aanzien van (bijvoorbeeld) de maatschappij, het onderwijs en de arbeidsmarkt?

Stap 2
Bij welke vorm van kansenongelijkheid voel jij betrokkenheid?
Geef richting aan jouw betoog.

Slide 3 - Slide

Welk probleem binnen kansengelijkheid raakt jou (persoonlijk)? (vorige les)

Slide 4 - Slide

Wie worden het meest getroffen door dit probleem?
Wie zijn de belangrijkste betrokken partijen (individu, overheid, bedrijven, instanties)?
Wat zijn de oorzaken en gevolgen van dit probleem?
Wat wordt er al gedaan om dit probleem op te lossen?
Wanneer is dit probleem ontstaan of verergerd?
Wanneer zijn er belangrijke wetswijzigingen, trends of ontwikkelingen geweest?
Waarom blijft dit probleem bestaan?
Waarom is het moeilijk om dit probleem op te lossen?
Hoe kan dit probleem verminderd of opgelost worden?
Hoe kunnen verschillende partijen samenwerken aan een oplossing?

Slide 5 - Slide

Controversieel
Een goede stelling moet prikkelen, dus je moet er voor of tegen kunnen zijn.

Goed: ouders moeten altijd mee kunnen kijken met het socialmediagedrag van hun kinderen.

Fout: ieder kind heeft recht op een veilige jeugd

Slide 6 - Slide

Positief
Het woord niet moet je niet gebruiken, want dat zorgt voor verwarring.

Goed: overheidssubsidie voor kunst en cultuur moet worden afgeschaft.

Fout: kunst en cultuur moet niet langer worden gesubsidieerd door de overheid.

Slide 7 - Slide

Absoluut en eenduidig
Meerdere variabelen en vage uitzonderingen maken je stelling onduidelijk.

Goed: alcoholreclames moeten worden verboden

Fout: sommige alcohol- en rookreclames moeten worden verboden.

Slide 8 - Slide

Verandering
Zonder nieuwe maatregel of verandering is je stelling niet prikkelend genoeg.

Goed: de overheid moet de verkoop van vapes verbieden voor mensen onder de 25 jaar.

Fout: verkoop van alcohol aan personen onder de 18 jaar moet verboden zijn. (status quo)

Slide 9 - Slide

Kort en concreet
Je stelling moet in balans zijn, dus je moet géén argument in je stelling verwerken.

Goed: de bibliotheek in Heerenveen moet worden gesloten

Fout: omdat mensen steeds minder lezen, moet de bibliotheek in Heerenveen worden gesloten.

Slide 10 - Slide

Formuleer jullie stelling
Overleg om gezamenlijk de stelling te bepalen.
Houd je aan de criteria die zijn besproken.
Controversieel
Je moet voor/tegen kunnen zijn.
Positief
Je moet het positief verwoorden (zonder niet)
Absoluut en eenduidig
Geen onduidelijkheden
Verandering
Jouw stelling moet een verandering zijn.
Kort en concreet
Maximaal 15 woorden en géén argument.
timer
8:00

Slide 11 - Slide

Vind bruikbare en betrouwbare bronnen voor jouw onderzoek.

Slide 12 - Slide

Stap 1
Ga naar Nexis Uni Krantenbank voor scholieren

Stap 2
Zoek een bruikbare en betrouwbare bron die jij kunt gebruiken voor jouw onderwerp.

Stap 3
a) Selecteer concrete informatie uit de bron die jij kunt gebruiken.
b) Bepaal waar in de mindmap dit past.

Slide 13 - Slide

Uitwisselen in drietallen
Presenteer jouw idee voor je betoog aan elkaar.
Wees kritisch en vraag door

Slide 14 - Slide