3.2_Deel 2_Waar vinden vragers en aanbieders elkaar?

H3: Hoe werken markten?

timer
2:00
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

H3: Hoe werken markten?

timer
2:00

Slide 1 - Slide

H 3.2: Waar vinden vragers en aanbieders elkaar?


  • Terugblik paragraaf 3.2
  • Uitleg marktevenwicht en overschot (vraag en aanbod);
  • Afmaken paragraaf 3.1 en 3.2
  • Nakijken opdrachten paragraaf 3.1 en 3.2
  • Reflectie.

Slide 2 - Slide

H 3.2: Lesdoelen: deel 2
  • Je kunt de evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid uitrekenen
  • Je kunt benoemen wanneer de markt niet in evenwicht is en aangeven of er sprake is van vraag- of aanbodoverschot

Slide 3 - Slide

Filmpje paragraaf 3.2
Video herhalen paragraaf 3.2

Slide 4 - Slide

Aanbod
Het aanbod op de markt is de hoeveelheid die alle producenten samen van een product willen verkopen.


Deze hoeveelheid kan je weergeven met een aanbodlijn
De aanbodlijn geeft de verkoopbereidheid van de verkoper aan

Slide 5 - Slide

Aanbodlijn tekenen
Om een lijn te tekenen, heb je 2 punten nodig:
  1. Vul Q=0 in de formule in en reken P uit
  2. Vul een prijs (P) in die hoger ligt dan het antwoord bij punt 1 en reken Q uit 
  3. Teken de 2 punten in het assenstelsel in en teken de lijn

Slide 6 - Slide

Marktevenwicht
Wanneer vraag en aanbod aan elkaar gelijk zijn is er marktevenwicht.
Dus  => Qv=Qa

De prijs in het marktevenwicht kunnen we uitrekenen door de vergelijking Qv=Qa op te lossen

Slide 7 - Slide

Aanbodoverschot of vraagoverschot
  • Als prijs hoger is dan het evenwicht => meer aanbod dan vraag => aanbodoverschot (of vraagtekort)=> daalt de prijs.

  • Als prijs lager is dan het evenwicht => meer vraag dan aanbod => vraagoverschot (of aanbodtekort)=> stijgt de prijs.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Oefensom

Gegeven is het volgende marktmodel:

qv = -100p + 600

qa = 50p - 150

a) Bereken evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid

b) Controleer of er in beide gevallen dezelfde evenwichtshoeveelheid uitkomt.

c) Is er bij een prijs van € 4,- sprake van een aanbod- of vraagoverschot?

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Zijn er vragen???

Slide 13 - Slide

Maken opdrachten 
Je hebt 5 minuten om paragraaf 3.1 af te ronden (daarna nakijken)
Huiswerk: maken paragraaf 3.2 opdr. 15 t/m 28 (20 en 21 niet)

fluisteren met buurman-->

timer
25:00

Slide 14 - Slide

Nakijken paragraaf 3.1 en 3.2

Slide 15 - Slide

Reflectie: Zijn de lesdoelen behaald?
  • Je kunt de evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid uitrekenen
  • Je kunt benoemen wanneer de markt niet in evenwicht is en aangeven of er sprake is van vraag- of aanbodoverschot

Probeer de volgende vragen te beantwoorden zonder het boek te gebruiken


Slide 16 - Slide