Exoten in Nederland: een bedreiging of een verrijking?

Exoten in Nederland: een bedreiging of een verrijking?

Leerdoelen

Aan het einde van de les weten jullie wat exoten zijn en waar ze te vinden zijn. Jullie weten ook hoe exoten in Nederland kunnen overleven.

Vertel de leerlingen wat ze aan het eind van de les zullen bereiken.

Wat weet jij al over exoten in Nederland?

Wat zijn exoten?

Exoten zijn planten en dieren die van nature niet in Nederland voorkomen. Ze zijn hier naartoe gehaald of hier per ongeluk terechtgekomen.

Laat afbeeldingen zien van verschillende exoten en vraag de leerlingen of ze er een aantal herkennen.

Waar vind je exoten?

Exoten zijn te vinden in verschillende habitats, zoals bossen, rivieren, en steden. Sommige exoten gedijen beter in bepaalde omgevingen dan andere.

Vraag de leerlingen waar ze zelf exoten hebben gezien en bespreek waarom exoten zich goed kunnen aanpassen aan verschillende omgevingen.

Exoten in Nederland

Er zijn veel verschillende exoten in Nederland, zoals de Amerikaanse rivierkreeft, de Japanse duizendknoop en de halsbandparkiet.

Laat afbeeldingen zien van verschillende exoten en vraag de leerlingen of ze er een aantal herkennen.

Hoe kunnen exoten in Nederland overleven?

Sommige exoten kunnen goed overleven in Nederland vanwege het milde klimaat en de afwezigheid van natuurlijke vijanden. Ze kunnen daardoor uitgroeien tot een plaag en inheemse planten en dieren verdringen.

Laat afbeeldingen zien van exoten die zich hebben verspreid in Nederland en vraag de leerlingen hoe ze denken dat dit kan worden voorkomen.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.