Lesson 17 opdr. 8 t/m 11 (1BK)

Vak: Engels
Hoofdstuk: 5, lesson 17
1.
Lesopening
2.
Terugblik
3. 
Lesdoel
4. 
Instructie 
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 14
next
Slide 1: Slide
EngelsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Vak: Engels
Hoofdstuk: 5, lesson 17
1.
Lesopening
2.
Terugblik
3. 
Lesdoel
4. 
Instructie 
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Slide

1. Lesopening
Open je: 
- werkboek op blz. 10 t/m 12
- coursebook op blz. 96 + 98

Slide 2 - Slide

2. Terugblik
- Wanneer gebruik je much? En wanneer many?

- Hoe zat het ook al weer met this/that, these/those?
Wat hoort bij dichtbij en wat bij ver weg?
Welke hoort bij enkelvoud en wat bij meervoud?

Slide 3 - Slide

3. Lesdoel
Aan het eind van de les kun je:
- werken met een Engels woordenboek. 
- op een korte manier, beleefd antwoorden in het Engels. 

Slide 4 - Slide

4. Instructie, deel 1

Slide 5 - Slide

wat is 'blakeren'?

Slide 6 - Slide

Wat betekent: een bivak opslaan?

Slide 7 - Slide

5. Begeleid inoefenen
We maken samen opdr. 8

Klaar? 
Begin aan opdr. 9 tot we verder gaan met de les. 

Slide 8 - Slide

4. Instructie, deel 2

Slide 9 - Slide

Een tag is een kort vraagje aan het einde van een zin, zoals: ..., is it?/ ..., isn't it/ ..., can't you?
De spreker vraagt hiermee om bevestiging ("Klopt dat? / Ben je het met me eens?")

Na een bevestigende zin (+) is de tag ontkennend (-)
Na een ontkennende zin (-) is de tag bevestigend (+)

Slide 10 - Slide

She is doing her homework ......
A
is she?
B
does she?
C
isn't she?
D
doesn't she?

Slide 11 - Quiz

He isn't afraid for spiders ......
A
isn't he?
B
isn't it?
C
is it?
D
is he?

Slide 12 - Quiz

5. Begeleid inoefenen
We maken samen opdr. 10 van je werkboek. 

Slide 13 - Slide

6. Zelfstandig werken
Je maakt opdr. 8 t/m 11 (-10) op blz. 10 t/m 12 van je werkboek. 

Werk tip:
- Gebruik bij opdr. 11 blz. 96 van je Coursebook. Let goed op de hoofdletters, punten, vraagtekens in de zinnen. 

Klaar? Foto naar de juf. Akkoord? Kijk je werk na en verbeter waar nodig met een andere kleur. 

Slide 14 - Slide