2.5 cellen (zelf werken les)

Thema 2, basisstof 5 

De eerste 3 minuten opstarten. Als de timer af gaat is het stil.

Pak je boek en schrift en zorg dat je mee kunt schrijven!

Wat gaan we doen?

• Opstarten
• herhalen basisstof 4
• filmpjes en opdrachten basisstof 5
• gezamenlijke afsluiting

welke cel is dit?

wat zijn de verschillen?

Welke plastiden?

tomaat

rozebottel

waterpest

gekookte aardappel

rauwe aardappel

Leerdoelen

• Je kunt de kenmerken van chromosomen noemen. 
• Je kunt de bouw en functie van DNA beschrijven.

Opdracht 1: Schrijf van deze leerdoelen de leervragen in je schrift.
- Wat zijn chromosomen? 

- Wat is de bouw van DNA? 

- Wat is de functie van DNA? 

Aan het eind van de les kun je antwoord geven op deze vragen!

OPDRACHT

• Pak je boek voor op blz. 116 (havo) of 123 (vwo)
• Doe je oortjes in en bekijk het filmpje op de volgende slide. 
• Ga daarna door met de volgende slides, daar heb je je boek bij nodig. 

• Als je er zelf niet uit komt mag je met je buurman/buurvrouw zachtjes overleggen. 
• Komen jullie er samen niet uit, dan steek je je vinger op. 
• Je hebt tot 10 min. voor het einde van de les de tijd. 

Chromosomen

Lees op blz. 116 (havo)/ 123 (vwo) het stukje over chromsomen. Markeer de belangrijkste zinnen in je boek.

Beantwoord in je schrift de volgende vragen: 

• Wat is de functie van chromosomen?
• Waar vind je de chromosomen?
• Hoe zien chromosomen er uit? 

De bouw van DNA

Lees nu het stukje over de bouw van DNA. Markeer de belangrijkste zinnen in je boek.

Chromosomen bestaan voor een groot gedeelte uit DNA. 

Geef in je schrift antwoord op de volgende vraag: 

• Hoe noem je de twee stukjes waaruit een trede van de wenteltrap van DNA is gemaakt?

De functie van DNA

Lees het stukje over de functie van het DNA. Markeer de belangrijkste zinnen. Bekijk daarna het filmpje op de volgende dia.

De functie van DNA

Schrijf in je schrift in je eigen woorden op

wat de functie van DNA is. 

Erfelijke eigenschappen

Voordat je het stukje over erfelijke eigenschappen leest, beantwoord je eerst de volgende vraag: 

• Wat zijn erfelijke eigenschappen? 

Lees nu de tekst. Markeer de belangrijkste zinnen. Klopte je antwoord? Zo niet, verbeter je antwoord dan.

Genen

Lees nu het stukje tekst over genen. Markeer de belangrijkste zinnen. Kijk dan naar het plaatje hiernaast. 

Leg in je schrift uit wat je hier ziet. 

Gebruik daarbij dat wat je hebt gelezen. 

Maak eventueel een kleine tekening om 

je antwoord duidelijker te maken.

Controleer je antwoorden

Ga naar de studiewijzer en open het bestand 

- Antwoorden LessonUp 2.5 de celkern. 

Controleer en verbeter de antwoorden die je in je schrift opgeschreven hebt. 

Opdrachten

Maak nu de volgende opdrachten: 

- HAVO 2 tm 5 en 9

- VWO 1 tm 4 en 8

Je kunt eventueel ook de samenvatting maken, dat helpt bij het leren!

Je mag samenwerken met de opdrachten. 

Afsluiting

Pak de leervragen die je van de leerdoelen hebt gemaakt er weer bij. Geef antwoord op je eigen vragen. 

Als je dit in de les doet, geeft de docent een paar leerlingen de beurt om  een vraag en antwoord voor te lezen.