1F: H2, taak 4 'verzekeringen'

Programma

  • Lesdoelen
  • Woorden taak 4
  • Taak 4
  • Online opdrachten maken
  • Lezen en schrijven
  • Nieuws
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NT2Beroepsopleiding

This lesson contains 25 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Programma

  • Lesdoelen
  • Woorden taak 4
  • Taak 4
  • Online opdrachten maken
  • Lezen en schrijven
  • Nieuws

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
  • ik ken de woorden uit H2- taak 4 
  • ik kan de belangrijkste woorden uit het nieuws benoemen
  • ik weet de verbindingen en idiomen uit hoofdstuk 2
  • ik begrijp informatie over verzekeringen
  • ik weet de verbindingen en idioom uit H2 en kan ze gebruiken

Slide 2 - Slide

Economie 
Economie 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Verzekeren
  • Verzekeren: het overnemen van de financiele gevolgen van een schade van een verzekerde door een verzekeraar.
  • Onzeker voorval: een gebeurtenis waarvan je niet weet of deze ooit zal plaatsvinden.

Slide 5 - Slide

de verzekeraar

  • verkoper
  • betaald uitkering
  • wil hoge premie 
de verzekerde

  • consument/klant
  • betaald premie
  • betaald eigen risico
  • wil lage premie
De verzekerde en verzekeraar

Slide 6 - Slide

Verzekeringkosten
Een verzekering kost geld. 

  • je moet premie betalen
  • daarnaast betaal je eenmalig poliskosten
  • over premie en poliskosten betaal je assurantiebelasting

Slide 7 - Slide

Verzekeren - wie is wie?
Verzekeringsmaatschappij = de verzekeraar



                                  
                                  Jijzelf => de verzekerde

Slide 8 - Slide

H2 - taak 4- Voorbereiden
We lezen de tekst op blz 47.

Wat betekenen de groene woorden?
Welk idioom staat in de tekst? Wat betekent het denk je?
Waar wordt de imperatief gebruikt?

Opdracht 1: beantwoord vraag 1 t/m 6

Slide 9 - Slide

H2 - taak 4- Voorbereiden
We lezen de tekst op blz 47.


timer
10:00

Slide 10 - Slide

H2- woorden taak 4
welk woord bedoel ik?

Niet erna, maar ............
vooraf

Slide 11 - Slide

H2- woorden taak 4
welk woord bedoel ik?

Iedereen moet een zorgverzekering hebben. Dit is.............

Omschrijf een woord uit taak 4, de ander moet raden
verplicht

Slide 12 - Slide

H2- taak 4-uitvoeren
Opdracht 7
Lees de tekst en beantwoord samen de vragen 

extra: vul de inboedelmeter in! (op padlet)

Slide 13 - Slide

H2- taak 4- afronden
Opdracht 9. Praat met elkaar over verzekeringen

In Nederland wil iedereen zich tegen alles verzekeren, is dit in jullie land van herkomst ook?

Slide 14 - Slide

H2- Taak 3 en 4
Verbindingen en idioom


Verbindingen:
preposities in vaste combinaties

'je moet goed voor je huisdier zorgen'
Idioom:

de woorden samen betekenen iets anders dan de woorden apart

'ieder dubbeltje omdraaien' 

Slide 15 - Slide

H2- verbindingen en idioom

Welke prepositie moet hier?

Hij moet echt tijd besteden ............ zijn huiswerk
aan

Slide 16 - Slide

H2- verbindingen en idioom

Welke prepositie moet hier?

Als je schade hebt, moet je contact opnemen .......... de verzekering
met

Slide 17 - Slide

H2- verbindingen en idioom

Welk idioom gebruik je hier?

Sodemieter op met die muziek van je, ik heb er stront......................
genoeg van

(genoeg van hebben)

Slide 18 - Slide

H2- verbindingen en idioom
Welk idioom kies je?

Nou staat die muziek wéér zo hard, ..........................
hoe haal je het in je hoofd?!

Slide 19 - Slide

H2- verbindingen en idioom
Welk idioom?

O ja, zo gaat dat, je denkt dat je verzekerd bent, maar als je leest wat er in ...............
 staat … dan hebben ze altijd wel een reden om niet te betalen 
Verzin nu zelf een situatie en gebruik een verbinding of idioom uit hoofdstuk twee (blz 52)
de kleine lettertjes

Slide 20 - Slide

Woordenzoeken
Werkblad docent.

Slide 21 - Slide

Lezen en schrijven (p. 56)
Andere helft van de klas gaat op de laptop 
werken aan H2, subthema 3.

Klaar? Dan ruil je van taak.
timer
20:00

Slide 22 - Slide

Verhalen maken

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Link

Slide 25 - Slide