Thema 1 organen en cellen toets voorbereiding

Wat is géén levenskenmerk.
A
Groeien
B
Geur
C
Uitscheiden
D
ontwikkelen
1 / 17
next
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Wat is géén levenskenmerk.
A
Groeien
B
Geur
C
Uitscheiden
D
ontwikkelen

Slide 1 - Quiz

Iets wat leeft vertoont levenskenmerken. Welke levenskenmerken horen bij de stofwisseling?
Hoort bij de 
stofwisseling
Ademenen
Voeden
Uitscheiden
Bewegen
Groeien
Voortplanten
Waarnemen

Slide 2 - Drag question

Zet van klein naar groot
Kleinst
Grootst
Celkern
Weefsel
Orgaan
Orgaanstelsel
Cel

Slide 3 - Drag question

Wat voor cellen zijn dit?
A
plantaardige cellen
B
dierlijke cellen

Slide 4 - Quiz

Celkern
Cytoplasma
bladgroenkorrels
Cel membraan
Celwand
Vacuole

Slide 5 - Drag question

Wat is een weefsel
A
Cellen in verschillende organen met een vorm en functie
B
de cellen in een orgaan
C
Een groep cellen met dezelfde vorm en functie

Slide 6 - Quiz

Wat zijn organenstelsels?
A
Een deel van een organisme met 1 of meer functies
B
Een groep cellen met dezelfde vorm en functie
C
Meerdere organen die samenwerken aan een taak
D
Het kleinste onderdeel van een organisme

Slide 7 - Quiz

lever
dunne darm
hart
maag
long
luchtpijp
dikke darm

Slide 8 - Drag question

ademhalings-
stelsel
skelet
bloedvaten-stelsel
spierstelsel
zenuwstelsel
verterings-stelsel

Slide 9 - Drag question

Welk onderdeel komt uitsluitend bij een plantencel voor (dus niet bij een dierlijke cel)
A
Celkern
B
Bladgroenkorrels
C
Cytoplasma
D
Celmembraan

Slide 10 - Quiz

In deze afbeelding is er een dwarsdoorsnede gemaakt bij ...
A
de borstholte
B
het middenrif
C
de buikholte

Slide 11 - Quiz

De chromosomen in de cellen van je lever bevatten de informatie voor je oogkleur?
Onjuist
Juist

Slide 12 - Poll

Van wie heb je je chromosomen gekregen?
A
46 van je moeder
B
23 van je moeder
C
23 van je vader
D
23 van je moeder en 23 van je vader

Slide 13 - Quiz

Wat is gewone celdeling?
A
als de dochtercel de helft minder chromosomen heeft
B
Als de dochtercel hetzelfde aantal chromosomen heeft

Slide 14 - Quiz

In welke volgorde vindt gewone celdeling plaats?
Één moedercel.
Kerndeling.
Celdeling.
Plasmagroei.
Twee dochtercellen.

Slide 15 - Drag question

Noem twee functies van de gewone celdeling(mitose).

Slide 16 - Open question

Als je bij een biologische tekening alle details tekent dan noem je dat?

Slide 17 - Open question