révision ch2

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

herhaling hoofdstuk 2

van: Akseli

l'enfant (v/m)

1. het kind
2. zoeken
3. de volwassenen
4. j'ai besoin de

aider

1. zoeken
2. liever hebben
3. helpen
4. ik neem

le poisson

le legume

la table

la glace

mais

1. acheter
2. maar
3. le magasin
4. morgen

préférer

1. helpen
2. aimer
3. zoeken
4. liever hebben

hoe zeg je: Ik wil graag twee pizzas.

hoe zeg je: Ober, de kaart alstublieft

hoe zeg je: Houd je van de salade

ontkennig

zet voor de persoonsvorm ne of als het met een klinker of een h begint n'

en zet achter de persoonsvorm pas

als er une of un in de zin staat word het een de behalve bij être

hoe ontken je deze zin:
J'aime les crêpes.

hoe ontken je deze zin:
Je suis un copain.

hoe ontken je deze zin:
Je déteste les légumes.

werkwoorden op -er

als je een werkwoord hebt dat eindigt op er (regelmatig) moet je het vervoegen door de er eraf te halen en de juiste uitgang eraan te zetten

Je
Détester

1. détester
2. déteste
3. détestes
4. détestez

tu
préférer

1. préféres
2. préfére
3. préférent
4. préférez

vous
adorer

1. adores
2. adorent
3. adorez
4. adorons

être en avoir

être en avoir zijn onregelmatige werkwoorden

je
être

1. suis
2. êtes
3. es
4. sommes

je

nous

vous

suis

sommes

êtes

tu

vous

nous

ils/elles

as

avez

ont

avons