Frans hoofdstuk 2 herhaling

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

revision ch 2

les gemaakt door isobel 

programme

Wat betekent lekker in het Frans?

1. Cher
2. Venir
3. Bon
4. donc

Wat betekent pour moi in het Frans?

1. Voor jou
2. Voor mij
3. Voor mij
4. Voor hun

Wat betekent eten in het Frans?

1. Manger
2. regarder
3. le rendez-vous
4. ouvert

Wat betekent jij kunt in het Frans?

1. cher
2. je suis
3. aussi
4. tu peux

Wat betekent het vlees in Frans?

1. la viande
2. le poisson
3. le poulet
4. le légume

Wat is de goede vertaling van de zin: Ober, de kaart alstublieft

1. Monsieur, la carte s´il vous plait
2. Monsieur, la carte
3. Monsieur, le carte s´il vous plait
4. Monsieur, le carte sil vous plait

Wat is de goede vertaling van de zin: Een cola en een pizza alstublieft

1. Un cola et une pizza, s´il vous plait
2. Une coca et un pizza, s´il vous plait
3. Un coca et une pizza , vous plait
4. Un coca et une pizza, s´il vous plait

Wat is de goede vertaling van de zin: Waar zijn de wc´s?

1. Ous sont les toilettes?
2. Ou sont les toilettes?
3. Oú sont les toilettes?
4. Ou sonts les toilettes?

Ontkenning

uitleg en opdrachten

0

Ontken de zin: Je comprends

1. Je pas comprends ne
2. Je ne comprends pas
3. Je n´comprends pas
4. Je p´comprends ne

Ontken de zin: Je sais

1. Je n´sais pas
2. Je pas sais ne
3. Je ne sais pas
4. Je n´ais pas

ontken de zijn: Je veux de la crème glacée

1. Je n´veux pas de crème glacée
2. Je ne veux pas de crème glacée
3. Je n´eux pas de crème glacée
4. Je p´veux ne crème glacée

Wat is de goede vervoeging in de zijn: ik eet een appel

1. Je mange une pomme
2. Je mangez une pomme
3. Je mangent une pomme
4. Je manger une pomme,,

Wat is de goede vervoeging in de zin: zij zoeken

1. elles\ils cherchet
2. elles\ils cherches
3. elles\ils cherche
4. elles\ils cherchent

Wat is de goede vervoeging in de zin: wij houden van

1. ils aiment
2. Vous aimez
3. Nous aimons
4. J´aime

Wat betekent il a?

1. Hij heeft
2. Zij heeft
3. Zij hebben
4. Ik heb

Être et avoir

Être en avoir oefenen

wat betekent nous avons?

1. We hadden
2. Zij heeft
3. Hij heeft
4. We hebben

Wat betekent vous avez?

1. Zij hadden
2. Jullie hadden
3. Jullie hebben
4. Jullie zijn

Wat betekent on a?

1. men heeft
2. zij heeft
3. jullie hebben
4. hij heeft

Wat betekent je suis?

1. jij bent
2. ik ben
3. zij is
4. hij is

Wat betekent vous Êtes?

1. jij bent
2. jullie zijn
3. ik ben
4. wij zijn

Wat betekent ils\elles sont?

1. jullie zijn
2. wij zijn
3. hun zijn
4. zij zijn

Wat betekent nous sommes?

1. wij zijn
2. jullie zijn
3. zij zijn
4. ik ben

Regelmatige en onregelmatige werkwoorden

Wat is het verschil?

regelmatige werkwoorden

regelmatige werkwoorden zijn werkwoorden die volgens de standaard manieren worden vervoegd

Onregelmatige werkwoorden

Onregelmatige werkwoorden zijn werkwoorden die niet volgens de regels kunnen worden vervoegd. deze moet je uit je hoofd leren.

Is manger een regelmatig of onregelmatig werkwoord?

1. regelmatig
2. onregelmatig

Is avoir een regelmatig of onregelmatig werkwoord?

1. onregelmatig
2. regelmatig