H1.1 (deel 2)

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Economie

Ga rustig & stil klaar zitten.

Pak je boek, schrift, rekenmachine en pen/potlood.

Geen jassen en tassen op tafel!

Vandaag

Huiswerk controle + nakijken

H1.1 instructies

Aan de slag!

Huiswerk controle

H1.1

blz 10 t/m 12

opdracht 1 t/m 10

 

Huiswerk nakijken

H1.1

blz 10 t/m 12

opdracht 1 t/m 10

 

Leerdoelen

• Ik weet hoe ik getallen afrond.
• Ik weet hoe bedrijven en de overheid met de economie te maken hebben.
• Ik weet hoe ik een geldbedrag op de juiste manier noteer en uitspreek.

Stel je voor....

Hand opsteken!

Wat is een behoefte?

Hand opsteken!

Afronden

Kijk naar eerstvolgende cijfer;

• 5 of hoger -> rond je naar boven af.
• 5 of lager-> rond je naar beneden af.

Schrijf dit op in je schrift!

Voorbeeld:

Afronden op een heel getal

                      7,485

Afronden

Kijk naar eerstvolgende cijfer;

• 5 of hoger -> rond je naar boven af.
• 5 of lager-> rond je naar beneden af.

Voorbeeld:

Afronden op één decimaal

                      7,485

Afronden

Kijk naar eerstvolgende cijfer;

• 5 of hoger -> rond je naar boven af.
• 5 of lager-> rond je naar beneden af.

Voorbeeld:

Afronden op twee decimalen

                      7,485

Afronden

Kijk naar eerstvolgende cijfer;

• 5 of hoger -> rond je naar boven af.
• 5 of lager-> rond je naar beneden af.

Stel je voor....

Hand opsteken!

Economie

De overheid maakt wetten en regels. Bepaald ook de hoogte van belastingen en uitkeringen. 

Als het goed gaat met de economie kunnen mensen meer verdienen -> bedrijven hebben meer werk. 

Stel je voor....

Hand opsteken!

Hand opsteken!

Hand opsteken!

Hand opsteken!

Geldbedragen noteren

• Je schrijft altijd het €-teken op en daarachter het bedrag.
• Een geldbedrag noteer je met twee decimalen.
• Tussen de helen en de decimalen schrijf je een komma, maar op je rekenmachine toets je een punt in.
• Bij duizendtallen en miljoenen noteer je een punt. Op je rekenmachine doe je dit niet! 
• Bij hele euro's mag je een streepje of twee nullen achter zetten.

Leerdoelen

• Ik weet hoe ik getallen afrond.
• Ik weet hoe bedrijven en de overheid met de economie te maken hebben.
• Ik weet hoe ik een geldbedrag op de juiste manier noteer en uitspreek.

Stappenplan vragen

• Wat word er van je gevraagd?
• Welke formule/theorie heb ik hiervoor nodig? 

• Schrijf een volledige omschrijving/berekening op.( Alles wat je op je rekenmachine intypt schrijf je ook op!
• Schrijf je antwoord op.

Nu zelf maken!

blz 13 t/m 15

opdracht 11 t/m 15 + 18

Zelfstandig aan de slag.

Heb je een vraag? Steek je hand op!

Huiswerk!

H1.1

blz 13 t/m 15

opdracht 11 t/m 15 + 18