Gijsbrecht van Amstel groep 8

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Gijsbrecht van Amstel

Groep 8: Robin van Bokhoven, Tess van der Heijden, Lotte Kruitwagen & Mart Verhoeckx

Arend komt niet alleen terug van zijn reis, hij neemt iemand mee, wie is dat?

Naar wie gaan Willem van Egmond en Diederick van Egmond voor de overnachting van de soldaten?

1. Abt Willibrord, die laat hen in het klooster overnachten
2. Vosmeer, die heeft een geheime schuilplaats gevonden
3. Deken Peter, die laat ze in zijn huis
4. Ze gaan naar niemand en slapen in het veld

Wie zegt dat Gijsbrecht ten strijde moet trekken?

1. Arend
2. Badeloch
3. God
4. Deken Peter

Zal Gijsbrecht ooit opgeven?

1. Ja, als Badeloch het hem zegt
2. Ja, als de engel Gabriël het hem zegt
3. Nee, hij sterft in de strijd
4. Nee, hij heeft gewonnen

De vijf kenmerken van een klassieke tragedie:

• Uiteenzetting -> bedrijf 1
• Intrige-> bedrijf 2
• Climax-> bedrijf 3
• Catastrofe-> bedrijf 4
• Peripetie-> bedrijf 5

Verheerlijking van Amsterdam

• Troje: houten paard - het Zeepaard
• Vlucht van Aeneas - vlucht van Gijsbrecht
  

De held: Badeloch of Gijsbrecht?

Wie vinden jullie de held?

1. Gijsbrecht
2. Badeloch

Waarom in de Middeleeuwen?

• Tachtigjarige oorlog
• Executie van Johan van Oldebarnevelt
• Wraak is nutteloos
  

Wat zijn de vijf kenmerken van de opbouw van een klassieke tragedie?

1. Treurspel, Intrige, Deus ex machina, Climax, Catastrofe
2. Uiteenzetting, Intrige, Catastrofe, Peripetie
3. Uiteenzetting, Intrige, Climax, Catastrofe, Peripetie
4. Treurspel, theater, deus ex machina, dramatiek, verraad

Welke vergelijking klopt NIET?

1. Aeneas-Gijsbrecht
2. Zeepaard-paard van Troje
3. Badeloch-Helena
4. Amsterdam-Troje

Waarom verandert Gijsbrecht toch van mening om toch te vluchten?

1. Hij wilde niet dood
2. Badeloch dwong hem
3. De engel Gabriël verscheen
4. Hij kreeg een droom van God

Wat wilde Van den Vondel duidelijk maken met dit toneelstuk?

1. Wraak is nutteloos
2. Hoogmoed komt voor de val
3. Soms moet je kiezen tussen vechten of vluchten
4. God heeft altijd gelijk