Gap 2

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Welcome

What I think is important:

• Handshake
• Take your seat quietly
• Bring your books (book, notebook, laptop, headphone)
• When you have a question: raise your hand
• Do your homework
•  Respect for each other

Today:

• Check exercise 4 (page 18)
• Words
• Speaking
• Grammar Prefixes and suffixes
• Reading 

Wat betekenen de woorden?

Check exercise 4 (page 18)

Words

Wat betekenen de woorden?

Speaking

Exercise 3

Switch roles after 3 minutes

Grammar 

Prefixes + Suffixes

They both change the meaning of the word.
Zij veranderen de betekenis van het woord. 

Prefixes are letters you can place before a word. 
Voorvoegsels zijn letters die je voor het woord plaatst. 

Suffixes are letters that go at the end of a word.
Achtervoegsels zijn letters die je achter het woord plaatst.  

Prefixes / Voorvoegsels

Komen voor het woord

Veranderen de betekenis van het woord

Prefixes / Voorvoegsels

Gebruik je om een tegenovergestelde betekenis te geven. 

 (Non)sense                 (Im)possible              (Un)used              

  (Il)legal                         (In)compatible         (Ir)responsible

 (Dis)appear                 (Re)play                       (Mis)behave

Suffixes / Achtervoegsels

Komen achter het woord

Veranderen de betekenis van het woord

-er means 'a person is doing something'

-er is also used to compare things

1. sing -> singer
2. write -> writer
3. small -> smaller
4. big -> bigger

-ing is used for 'products or actions'

1. to build -> building
2. to paint  -> painting
3. to end -> ending
4. to record -> recording

Reading

Homework

Make: from page 20: 1, 2, 4, 5