What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Didactiek online 1
Didactiek
Hoofdstuk:
Bewegingsvormen
1 / 26
next
Slide 1:
Slide
Engels
MBO
Studiejaar 1,4
This lesson contains
26 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Didactiek
Hoofdstuk:
Bewegingsvormen
Slide 1 - Slide
Model: Van Gelder
Slide 2 - Slide
Weetjes:
Bewegingsvormen = didactisch component
Bewegingsvormen = oefeningen
Om een didactisch component te zijn in het model zijn er 3 eisen:
1. De bewegingsvormen moeten aansluiten aan de beginsit.
2. De bewegingsvormen
Slide 3 - Slide
Eisen
Om een didactisch component te zijn in het model zijn er 3 eisen gesteld:
1. De bewegingsvormen moeten aansluiten aan de beginsit.
2. De bewegingsvormen moeten bijdragen aan het halen van doelen.
3. De bewegingsvormen zijn gebaseerd op evaluatie.
Slide 4 - Slide
Kwaliteitseisen
Een bewegingsvorm (oefening) is goed als:
1. Veilig is
2. Betekenisvol is
3. Voldoende belevingswaarde / afwisseling
4. Intensief genoeg
5. Differentiatie
6. Methodisch goed opgebouwd
Slide 5 - Slide
Hoeveel eisen worden aan de bewegingsvormen gesteld als didactisch component?
A
3
B
4
C
5
D
6
Slide 6 - Quiz
Veilig
Betekenisvol
Afwisseling en sluit aan bij belevingswereld
Intensief
Differentiatie
Methodisch goed opgebouwd
Niemand raakt geblesseerd van de oefeningen.
Dragen bij aan het halen van je doel.
Gebruik van meerdere oefeningen die aansluiten bij de leeftijd/interesse.
Je moet zoveel mogelijk bewegen. Houd wel rekening met je doel+lesopbouw.
Iedereen moet op zijn niveau de oefeningen kunnen doen en leren.
De oefeningen moeten een logische opbouw hebben.
Slide 7 - Drag question
Welke eis is de volgende stelling:
'De bewegingsvorm is gebaseerd op evaluatie'.
A
Kwaliteitseis
B
Didactische eis
Slide 8 - Quiz
Welke eis is de volgende stelling:
'De bewegingsvormen moeten bijdragen aan het behalen van doelen'.
A
Kwaliteitseis
B
Didactische eis
Slide 9 - Quiz
Wat is methodiek?
Slide 10 - Mind map
Methodiek =
Stapsgewijze, gefaseerde opbouw van specifieke bewegingsvormen om zo efficiënt mogelijk tot een bepaald doel te komen.
Met andere woorden:
Slide 11 - Slide
Eisen/principes
1. Van makkelijk naar moeilijk
2. De bewegingsvorm sluit aan bij wat de leerlingen al kennen/kunnen.
3. Van enkelvouding naar complex
4. Situatie veranderen of de opdracht
Slide 12 - Slide
Van veel rust naar weinig rust
A
Van makkelijk naar moeilijk
B
Sluit aan bij beginsituatie
C
Van enkelvoudig naar complex
D
Veranderen van situatie of opdracht
Slide 13 - Quiz
Je beheerst de handstand en gaat verder met handstand over de kast
A
Van makkelijk naar moeilijk
B
Sluit aan bij beginsituatie
C
Van enkelvoudig > complex
D
Veranderen van situatie of opdracht.
Slide 14 - Quiz
In plaats van dribbelen met de rechterhand, nu dribbelen met de linkerhand.
A
Van makkelijk naar moeilijk
B
Sluit aan bij de beginsituatie
C
Van enkelvoudig > complex
D
Veranderen van situatie of opdracht
Slide 15 - Quiz
Van lay-up uit stand naar dribbel met lay-up.
A
Van makkelijk naar moeilijk
B
Sluit aan bij beginsituatie
C
Van enkelvouding > complex
D
Veranderen van situatie of opdracht
Slide 16 - Quiz
Van weinig regels naar veel regels
of
van langzaam naar snel
A
Van makkelijk naar moeilijk
B
Sluit aan bij beginsituatie
C
Van enkelvoudig naar complex
D
Veranderen van situatie of opdracht.
Slide 17 - Quiz
In plaats van passen in 2-tallen nu passen in een wedstrijdsituatie
A
Van makkelijk naar moeilijk
B
Sluit aan bij beginsituatie
C
Van enkelvoudig > complex
D
Veranderen van situatie of opdracht
Slide 18 - Quiz
2 Methoden
Er zijn 2 methoden om een beweging aan te leren volgens de methodiek:
1. Deel methode
2. Totaal methode
Slide 19 - Slide
Voordelen
Deelmethode
Totaalmethode
Je oefent in kleine stapjes
Het einddoel is gelijk zichtbaar
Je kunt veel tips geven
Je krijgt meer inzicht
Eerder kans op succeservaring
Oefeningen zijn betekenisvol
Slide 20 - Slide
Nadelen
Deelmethode
Totaalmethode
Aan elkaar plakken van de stapjes is soms moeilijk
Soms lastiger aan te leren vanwege teveel bewegingen in 1 keer.
Minder overzichtelijk
Is moeilijker te begeleiden en tips geven.
Minder motivatie van de sporter
Slide 21 - Slide
Methodisch-didactische hulpmiddelen
Voorbeeld:
Zwembandjes
als je een kind wil leren zwemmen
Een
pion
op de kast bij het aanleren van een wendsprong
Een
target
maken om op te mikken bij het aanleren van werpen
Slide 22 - Slide
Gelijk een smash met aanloop en bal oefenen hoort bij:
A
Deelmethode
B
Van makkelijk naar moeilijk
C
Totaalmethode
D
Van enkelvoudig > complex
Slide 23 - Quiz
Benoem het begrip:
'gebruik van een elastiek bij het aanleren van een pull-up'.
Slide 24 - Open question
Eerst een lay-up vanuit stilstand. Vervolgens vanuit 3-pas > dribbel > met weerstand van een tegenstander > in wedstrijdvorm.
A
Deelmethode
B
Sluit aan bij beginsituatie
C
Totaalmethode
Slide 25 - Quiz
Kwaliteitseis
Deelmethode
Didactische eis
Kwaliteitseis
Algemeen methodische principe
Totaalmethode
Iets in stapjes aanleren
De beweging in zijn geheel aanleren
De situatie of opdracht moet intensief genoeg zijn.
Van enkelvoudige bewegingsvormen naar complexe bewegingsvormen.
De bewegingsvorm moet intensief zijn.
Aansluiten bij de bewegingssituatie van een sporter.
Slide 26 - Drag question
More lessons like this
Les 12
September 2024
- Lesson with
23 slides
Welzijn
MBO
Studiejaar 1
Sportleider als lesgever - leereenheid 6 bewegingsvormen
March 2023
- Lesson with
33 slides
Didactiek
MBO
Studiejaar 2
Oefentoets P3 deel 1
February 2021
- Lesson with
19 slides
LSB L&L
MBO
Studiejaar 2
Oefentoets P3 deel 1
February 2021
- Lesson with
19 slides
LSB L&L
MBO
Studiejaar 2
Sportleider als lesgever - leereenheid 6 bewegingsvormen
December 2020
- Lesson with
14 slides
Didactiek
MBO
Studiejaar 2
DID LE5 Les 3 Bewegingsvormen
March 2022
- Lesson with
31 slides
Didactiek
MBO
Studiejaar 1
Les en leiding
February 2021
- Lesson with
18 slides
Les en Leiddinggeven
MBO
Studiejaar 1
B&L 2.5 Bewegingsvormen (herhaling)
September 2020
- Lesson with
23 slides
Bewegingsonderwijs
MBO
Studiejaar 2