les 2 12-02-2025 Wiederholung Grammatik Verben

Les 2 12-02-2025
1 / 29
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 29 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Les 2 12-02-2025

Slide 1 - Slide

This item has no instructions


Herzlich Willkommen
beim Deutschunterricht

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wie wir zusammen arbeiten
  • Voor Duits heb je bij je: boek , etui, laptop

  • We praten zoveel mogelijk in het Duits. 
  • We stellen vragen in het Duits en proberen te antwoorden in het Duits.

  • We luisteren naar elkaar

  • Bij vragen steken we ons arm omhoog





Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Lessonup
klascode

 orbgg








Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Klassensprache

Darf ich zur Toilette gehen, bitte?
Ich habe meine Hausaufgaben nicht gemacht.
Können Sie das bitte wiederholen?
Ich weiß es leider nicht.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Planung Periode 3 und 4
- overgangsdossier

Slide 6 - Slide

Periode 4 omdraaien leesvaardigheid en luistervaardigheid. Luistervaardigheid in Woots in de les in lesweek 4/5 en in toetsweek leestoets met woordenschat (dus zonder woordenboek) niveau A2/B1 (VMBO GT)
Planning P3 concept
Woche
Datum
Inhalt
Haus
aufgaben
Bemerkungen
7
10-02-2025
Proefwerk bespreken, oefen spreken,
Inventarisatie grammatica
8
17-02-2025
Luisteroefening via Woots
Herhaling grammatica K1-K3
50-minutenrooster
9
24-02-2025
Voorjaarsvakantie
----
-----
10
03-03-2025
K1 bis K5 grammatica en woordenschat, PO Podcast
11
10-03-2025
K1 bis K5 grammatica en woordenschat, uitspraak oefenen.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Planning P3 concept
Woche
Datum
Inhalt
Haus
aufgaben
Bemerkungen
12
17-03-2025
PO Podcast inleveren als toets
Podcast inleveren in Teams in mp4 format
13
24-03-2025
14
31-03-2025
15
07-04-2025
Toetsweek 3
Je kunt schrijven over je bijbaan en droomberoep.
Schrijftoets en woordenschat (telt 3)
16
14-04-2025
vrijdag = goede vrijdag, start P4

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Lernziele
- Du kennst die bestimmte und unbestimmte Artikel auf Deutsch.
- Du kannst Verben benutzen, mit Hilfe von Feesttenten.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Was machen wir heute?
- We herhalen de grammatica uit hoofdstuk

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Startaufgabe
geven, brengen, praten

Maak 3 zinnen met de werkwoorden waarbij een onderwerp, meewerkend voorwerp en lijdend voorwerp zijn verwerkt.

in het Nederlands

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Personalpronomen
ik
jij
hij, zij, het
wij
jullie
zij
u
ich
du
er, sie, es
wir
ihr
sie
Sie
    I

   D

   E
  W
   I
   S

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Video

This item has no instructions

Slide 14 - Video

This item has no instructions

sein
ich
bin
du
bist
er
ist
sie
ist
es
ist
wir
sind
ihr
seid
sie
sind
Sie
sind
  sein

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

sein
ich
habe
heb
du
hast
hebt
er
hat
heeft
sie
hat
heeft
es
hat
heeft
wir
haben
hebben
ihr
habt
hebben
sie
haben
hebben
Sie
haben
heeft
volt. deelwoord
gehabt
gehad
  haben

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

ich
du
er, sie, es

wir
ihr
sie, Sie
e
st
t

en
t
en
Verben
wohn
wohn
wohn

wohn
wohn
wohn
regel: stam + uitgang

wohnen
stam: -en eraf
-> wohn


Slide 17 - Slide

Leerdoel: leerlingen kunnen werkwoorden op de juiste manier vervoegen.
Uitzondering stam-s/ss/ß/z
regel: du stam+st
stam eindigt op -s/ss/ß/z, dan regel: du stam+t (s vervalt)

voorbeeld: reisen
du reis   t

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Uitzondering stam-d/t
stam eindigt op -t/d dan regel: 
bij du, er/sie/es, ihr en voltooid deelwoord komt er een e voor de uitgang.

voorbeeld: arbeiten
du arbeit e st
er arbeit e t
ihr arbeit e t
gearbeit e t

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Werkwoorden stam op sisklank of stam op -d of -t
normale werkwoorden
werkwoorden met stam op sisklank
werkwoorden met stam op d/t
ich wohne
ich reise
ich arbeite
du wohnst
du reist
du arbeitest
er/sie/es wohnt
er/sie/es reist
er/sie/es arbeitet
wir wohnen
wir reisen
wir arbeiten
ihr wohnt
ihr reist
ihr arbeitet
sie/Sie wohnen
wir reisen
sie/Sie arbeiten

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Starke Verben mit e 
Sterke werkwoorden met een e in de stam, krijgen een zogenaamde e/i-Wechsel bij du en er/es/sie

lesen:   du liest,  er/es/sie liest

helfen: du hilfst, er/es/sie hilft

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Starke Verben met a im Stamm
Bij sterke werkwoorden met a in de stam, verandering van klank.
Bij du, er/sie/es




Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Selbstständig arbeiten
Starke Verben mit Vokalwechsel:
Training, Kapitel 1, Aufgaben 1, 2, Seite 278

Extra opdracht Vokalwechsel, vervoeg het werkwoord bij de plaatjes.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Pionnen (sleepbaar):
1
2
3
4
5
6
Als je deze vorm goed hebt, mag je nog een keer dobbelen.
Fout?
Dan moet je een ronde overslaan.
Als je deze vorm goed hebt, mag je nog een keer dobbelen.
Goed? Dan mag je één pioon twee plaatsen naar achteren zetten.
1. Ein Spieler beginnt und würfelt. Dann bildet er mit der Zahl des Würfels die richtige Verbform

2. Checke die Antwort mit der Eselsbrücke FEESTTENTEN
> Wenn die Verbform falsch ist, darf der Spieler nicht vorrücken. 
> Hat der Spieler richtig konjugiert, darf er so viele Felder vorrücken, wie die Zahl des Würfels vorgibt.
 
3. Wer als Erster das Ziel erreicht, gewinnt.
 



Würfele hier:
Die Spielregeln
Klavertje?
Dan mag je de hulp van iemand aan tafel inroepen.
Klavertje?
Dan mag je de hulp van iemand aan tafel inroepen.
Tekens:
 klavertje hulp inschakelen
 fout geantwoord? 
 Voorsprong inzetten
 Extra worp
Fout?
Dan moet je een ronde overslaan.
Verben im Präsens 
Vervoeg de werkwoorden in de tegenwoordige tijd.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Vorbereitung PO Podcast
1. Pak je laptop.
2. Vraag ChatGPT (of een andere IA) een dialoog voor 2 personen te maken over je droomberoep.
Of schrijf zelf je dialoog uit.

-Wat is je droomberoep, hoe heet dit in het Duits
- Welke opleiding heb je daarvoor nodig in Duitsland en hoe verloopt de opleiding.
-Welke eigenschappen moet je hebben hiervoor.
- Wat is je inkomen in Duitsland?
-Welk beroemd persoon voert dit beroep uit en waarom is deze persoon beroemd.
Vermeld je bronnen!

3. Oefen met z'n tweeën het dialoog. Let op je uitspraak!
1. Welke thema's worden besproken. Schrijf een samenvatting van 3 zinnen in het Nederlands.

2. Welk thema spreekt je het meeste aan en waarom?

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Steckbrief
1. Ik trek het eerste blad, jullie raden om wie het gaat.
2. Deze leerling komt voor de klas en kiest een volgend blad.
enz.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Hausaufgaben

Slide 28 - Slide

This item has no instructions


Auf Wiedersehen 

Slide 29 - Slide

This item has no instructions