Jagers en Boeren Quiz

Herhalingsquiz H1
Jagers en boeren
1 / 26
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Herhalingsquiz H1
Jagers en boeren

Slide 1 - Slide

De prehistorie is de tijd van jagers en boeren
A
waar
B
niet waar

Slide 2 - Quiz

Wat hoort bij de tijd van jagers en boeren?
( 2 antwoorden)
A
De eerste mensen waren boeren.
B
De eerste mensen waren jagers & verzamelaars.
C
Boeren hebben geen vaste woonplaats.
D
Jagers & verzamelaars hebben geen vaste woonplaats.

Slide 3 - Quiz

De tijd van jagers en boeren, dat was....
A
tot 3000 v.Chr.
B
3000 v.Chr. - 500 n.Chr.
C
2000 - 3000 v.Chr.

Slide 4 - Quiz

Welke uitspraak is niet waar over de jagers en boeren?
A
Jagers en verzamelaars worden ook wel nomaden genoemd
B
Jagers en boeren konden lezen en schrijven
C
In dit tijdvak vindt de landbouwrevolutie plaats
D
Jagers en boeren maakten grotschilderingen

Slide 5 - Quiz

Zien wij op de afbeelding jagers of boeren?
A
Jagers
B
Boeren

Slide 6 - Quiz

Zien wij op de afbeelding jagers of boeren?
A
Jagers
B
Boeren

Slide 7 - Quiz

Welk begrip past bij de volgende omschrijving: Verbouwen van gewassen zoals graan en groenten.
A
Veeteelt
B
Landbouw
C
Akkerbouw

Slide 8 - Quiz

Waar ontstond landbouw voor het eerst?
A
West-Europa
B
Het Midden-Oosten
C
Europa
D
De Balkan

Slide 9 - Quiz

Landbouw ontstond meestal bij rivieren
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Welk begrip past bij de volgende omschrijving: De manier waarop mensen in hun levensonderhoud voorzien
A
Bestaansmiddel
B
Economie
C
Taakverdeling
D
Sociale verschillen

Slide 11 - Quiz

De tijd voordat het schrift werd uitgevonden noemen we...
A
Historie
B
Prehistorie

Slide 12 - Quiz

Jagers werden boeren.
Wat was de grootste verandering voor de jagers die boeren werden.
A
Ze joegen nooit meer op wilde dieren
B
Ze verzamelden eten in de natuur
C
Ze gingen op een vaste plek wonen
D
Ze hielpen elkaar om eten te krijgen

Slide 13 - Quiz

Wanneer begonnen Egyptenaren het Hiërogliefen schrift te gebruiken?
A
20.000 v.C.
B
10.000 v.C.
C
3100 v.C.
D
300 n.C.

Slide 14 - Quiz

Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving:

Een gebied met duidelijke grenzen, één bestuur en overal dezelfde wetten en regels.
A
Hiërogliefen
B
Belasting
C
Staat
D
Irrigatielandbouw

Slide 15 - Quiz

Door de irrigatielandbouw was er minder voedsel
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

Door de irrigatielandbouw konden er nieuwe beroepen ontstaan
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Een nieuw beroep was bijvoorbeeld
A
Timmerman
B
Wever
C
Bakker
D
Boer

Slide 18 - Quiz

Een ambtenaar in het oude Egypte hielp de ...?... met het uitvoeren van het bestuur
A
Farao
B
Prins
C
Keizer
D
President

Slide 19 - Quiz

Farao
ambtenaren en schrijvers
Slaven
Boeren
Handelaren

Slide 20 - Drag question

Waarvoor werden piramides gebruikt?
A
Woning van de farao
B
Tempel voor de zonnegod Ra
C
Begraafplaats van de farao
D
Tempel voor de god van de dood Osiris

Slide 21 - Quiz

De farao werd gezien als zoon van de zonnegod
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

Je kon alleen naar het dodenrijk als je goed had geleefd en je lichaam bewaard bleef
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quiz

Wie mochten offers brengen in tempels?
A
Slaven
B
Ambtenaren
C
Alleen de farao
D
Alleen de priesters

Slide 24 - Quiz

Een geloof in meerdere goden noemen we monotheïsme
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quiz

Cheops en Toetanchamon zijn bekend door...
A
...hun goed leiderschap.
B
...hun geweldige paleizen.
C
...hun begraafplaatsen.
D
...hun liefde voor juwelen.

Slide 26 - Quiz