Kijk naar de grammatica op p. 100 en 101 (probeer deze in te zetten in je brief)
Opdracht: Je gaat een brief schrijven naar iemand uit een ander land, hij of zij kan geen NL dus het moet in het Engels.
1. Vertel over jezelf, wie je bent, hoe oud je bent en waar je woont. (In 1 a 2 zinnen)
2. Vertel iets over je hobby: bijv. sporten / voetballen / gamen / shoppen (schrijf 3 zinnen over dit onderwerp)
3. Vertel kort iets over je kerstvakantie. Wat heb je gedaan? En met wie heb je bijv. kerst gevierd? (schrijf 3 tot 5 zinnen over dit onderwerp)
4. Vraag of hij/zij naar je terug wil schrijven en geef je adres (mag nep zijn). (In 1 a 2 zinnen)