This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Welcome!!
Slide 1 - Slide
Wat moet je doen?
Een brief schrijven naar iemand uit Engeland, waarin je jezelf voorstelt, over jezelf vertelt en vragen aan hem/haar stelt.
Slide 2 - Slide
Wat kun je allemaal opschrijven als je jezelf voorstelt/beschrijft?
Slide 3 - Mind map
Schrijven!
- Leren schrijven
- Binnenkort schrijftoets!
- Telt 2x mee
Slide 4 - Slide
Formeel:
- Netjes
- Dear Mr / Miss / Mrs / Bedrijfsnaam
- Geen uitroeptekens
- Nette aflsuiting:
Kind Regards
Informeel
- Vriendelijk
- Hi/Hello (naam)
- Lieve afsluiting:
Hugs and Kisses / Cheers / With love / Take care / Have a great day/week etc
Slide 5 - Slide
Let op:
- Spelling
- Grammatica
- Witregels
- Net schrijven
- Nette taal
- Interpunctie
Slide 6 - Slide
Tips & Tricks
- Niet meer schrijven dan nodig.
- Alle punten verwerken.
- Andere verwoording zoeken.
- Hele zinnen = hele zinnen.
Slide 7 - Slide
De opbouw van een brief
Aanhef
Witregel
Inleiding: wie ben je en waarom schrijf je
Kern: verwerk de punten van de opdracht in 2 of 3 alinea's. Na iedere alinea een witregel.
afsluitende zin
witregel
slotgroet
witregel
naam
Slide 8 - Slide
Aanhef
Schrijven naar een iemand die je kent:
Dear voornaam,
Schrijven naar iemand waarvan je alleen de achternaam weet:
Dear mister achternaam, / Dear miss achternaam,
Schrijven wanneer je géén naam weet:
Dear Sir/Madam,
Slide 9 - Slide
Slotgroet
Informele brief
Kind regards,
Formele brief
Yours faithfully,
Yours sincerely,
Yours truly,
Slide 10 - Slide
Voorbeeld: Jezelf voorstellen
Dear Tom
My name is Anna. I am twelve years old and I live in Arnhem. I have brown hair and blue eyes and I'm very short. I love playing soccer and drawing. I have two brothers and a sister. I also have a cat. Can you tell me more about yourself?
Kind regards,
Anna
Slide 11 - Slide
Hoe begroet je iemand in een brief?
A
Dear
B
Good afternoon,
C
Hello,
D
Sup,
Slide 12 - Quiz
Hoe eindig je een brief?
A
Kind regards,
B
Later bro,
C
Goodbye,
D
Sincerely yours,
Slide 13 - Quiz
Hi Sam, how ___ ?
A
do you do
B
are you
C
you are
D
goes it with you
Slide 14 - Quiz
Translate: hoe gaat het?
Slide 15 - Open question
Translate: bedankt voor het lezen
Slide 16 - Open question
Is this correct?: i live in amersfoort
A
Yes
B
No
Slide 17 - Quiz
Waar moet je op letten?
- Hoofdletters
- Komma's
- Vraagtekens
- Punten
- Uitroeptekens
Slide 18 - Slide
Wanneer gebruik je in het Engels hoofdletters?
Slide 19 - Slide
Wanneer gebruik je in het Engels hoofdletters?
- Namen
- Steden
- Landen
- Talen
- Nationaliteiten
- Ik
Slide 20 - Slide
In welke zin klopt de interpunctie?
A
De jongen heeft de finale verloren
B
de jongen heeft de finale verloren
C
de Jongen heeft de finale verloren.
D
De jongen heeft de finale verloren.
Slide 21 - Quiz
In welke zin klopt de interpunctie?
A
Op de poster stond 'de kaartjes zijn gratis'.
B
Op de poster stond: 'de kaartjes zijn gratis'.
C
Op de poster stond de kaartjes zijn gratis!
D
Op de poster stond: 'de kaartjes zijn gratis' !
Slide 22 - Quiz
Schrijf een nette brief in het Engels
Start de brief netjes, schrijf op:
BL: - Hoe je heet
- Hoe oud je bent
- Waar je woont
- 2 zinnen over je hobby's
- Stel een vraag aan je penpal
- Sluit de brief netjes af
KL: - Hoe je heet
- Hoe oud je bent
- Waar je woont
- 2 zinnen over je hobby's
- Wat je lievelingseten is.
- Stel twee vragen aan je penpal
- Sluit de brief netjes af
TL: - Hoe je heet
- Hoe oud je bent
- Waar je woont
- 2 zinnen over je hobby's en waarom je ze leuk vind
- 2 zinnen over je favoriete vakken en waarom je ze leuk vind