2A-going to

Welcome
1 / 14
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 14 slides, with text slides.

Items in this lesson

Welcome

Slide 1 - Slide

Aims
Aan het einde van de les kan je uitleggen to be going to uitleggen.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Link

Grammar
Je kunt op verschillende manieren zeggen dat er iets in de toekomst gaat gebeuren. 

 to be going to + heel werkwoord

Slide 4 - Slide

Grammar
1. Maken van een beslissing

 Beslissing al geregeld / gemaakt = to be going to + heel werkwoord

Slide 5 - Slide

Voorbeeld
Ouders bezoeken
 
We are going to visit her parents this weekend. (al geregeld)

Slide 6 - Slide

Doen van een voorspelling

I think the weather is going to be nice tomorrow.
(voorspellen met bewijs)

Slide 7 - Slide

Look!
He is going to hurt himself.
(Bewijs)

Slide 8 - Slide

Grammatica
to be(am, are, is) going to + hele werkwoord

(eat) I ..... going to........
(eat) You.......going to.........
(eat) He/she/it .......going to..........
(eat) We......going to..............
(eat) They.......going to..........

Slide 9 - Slide

Grammatica
Als je vraagt wat iemand van plan is om te gaan doen, dan zet je am /are /is vooraan in de zin.
I am going to eat.
  • Am I going to eat?
You are going to eat.
  • Are you going to eat?

Slide 10 - Slide

Assignment
Opdracht 1:  to be going to + werkwoord

1. I read in the papers that tomorrow it _____ (rain).
2. Can you believe it? My brother ____ (see) Drake live in concert.

Slide 11 - Slide

Grammatica
Als je iets niet van plan bent, dan zet je not of n't achter am/ are/ is.
I am not going to eat.
You are not going to eat.
He/ she/ it isn't going to eat.
We aren't going to eat.

Slide 12 - Slide

Antwoorden
1. 
2. is going to rain 
3. is going to see
4. 

Slide 13 - Slide

Opdracht 
Werkboek pagina 21 
Opdracht 25 en 26
In tweetallen
20 minuten
timer
20:00

Slide 14 - Slide