Communicatie - Les 2

Communicatie - Les 2
1 / 16
next
Slide 1: Slide
CommunicatieMBOStudiejaar 2,4

This lesson contains 16 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Communicatie - Les 2

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Weekplanning
  • Les 1: Introductie communicatie
  • Les 2: Vraagtechnieken, technieken voor goede communicatie
  • Les 3: Feedback geven 
  • Les 4: Reflecteren 
  • Les 5: Leiderschap

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesplanning
  • Doornemen weekplanning
  • Check-in
  • Test je communicatie stijl!
  • Terugblik vorige week
  • Vraagtechnieken

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Hoe zit je erbij?
😒🙁😐🙂😃

Slide 4 - Poll

This item has no instructions

Oefening
Test je communicatie stijl!


  1. Stel na afloop van de test voor jezelf 3 leerdoelen op en bespreek deze met de docent
  2. Wat heb jij nodig om deze doelen te behalen? (Actie's)

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Teken mijn .........
Jullie zijn meubelmakers en ik heb iets nodig voor in huis. Aan jullie de taak om erachter te komen wat dit is door middel van het stellen van vragen.
timer
8:00

Slide 6 - Slide

org dat je een tekening hebt van een tafel  Een tafel met wat details, zoals een bijzondere poot (poten), of vorm. Zet er maten (hxbxd) en materiaalsoort bij en bedenk waarvoor je hem wilt gebruiken, bijvoorbeeld als bijzettafel.
Laat de tekening NIET aan de deelnemers zien! Vraag hen om jou te bevragen: zij zijn meubelmakers en jij hebt ‘iets nodig voor in je huis’. Doel van de deelnemers is een tekening te krijgen die zo dicht mogelijk bij de jouwe in de buurt komt. Geef ze 5-8 minuten de tijd, dit verhoogt het belang om een beetje door te pakken.
Terwijl ze jou bevragen, noteer je op een flap een aantal van de vragen die je hoort. Waarschijnlijk staat er aan het eind een mix van vragen: open, gesloten en wellicht ook cocktail-, meerkeuze- of suggestieve vragen. ("Kun je niet gewoon even een foto sturen?")
Vergelijk de tekeningen, eerst die van de deelnemers onderling en dan hun tekeningen met die van jou.
Vraag de deelnemers hoe kan het dat er verschillen zijn? Bespreek de genoteerde vragen: welk soort vraag levert welk soort informatie op? Welk soort vragen zijn het effectiefst wanneer je als opdracht hebt ‘het plaatje van de ander’ in je eigen hoofd te krijgen? Bespreek ook het gevaar van aannames: “een bijzettafel is klein dus daar heb ik niet naar gevraagd”.

Slide 7 - Link

This item has no instructions

Leerdoelen
Aan het eind van deze les heb jij:
  • 3 persoonlijke ontwikkeldoelen opgesteld met betrekking tot communicatie
  • kennis gemaakt met verschillende vraagtechnieken en kun je deze toepassen

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Vorige week:
  • Effectief communiceren - wat is het? Hoe goed kan ik het?
  • Verbale vs non-verbale communicatie 

Hoe kijk je hierop terug?


Opdracht: Stel 3 persoonlijke ontwikkeldoelen op mbt communicatie
timer
5:00

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Laat OMA thuis
Smeer NIVEA
Gebruik LSD
Neem ANNA mee
Wees een OEN
Heb het DIK voor elkaar
Wees een HELD
Wat betekenen deze termen? Zoek het uit!
timer
10:00

Slide 10 - Slide

nivea
Laat OMA thuis: Oordelen, Meningen, Adviezen
Als iemand jou iets vertelt, laat dan je eigen gedachten daarover even voor wat ze zijn. Dit maakt dat je met een open houding kunt luisteren naar wat de ander zegt.

Smeer NIVEA: Niet Invullen Voor Een Ander
We vullen vaak andermans bedoelingen in. Dit veroorzaakt veel miscommunicatie en daarmee onvrede tussen mensen. Voorkom dit door na te vragen wat de ander bedoelt.

Gebruik LSD: Luisteren, Samenvatten, Doorvragen
Luister open naar de ander, vat het verhaal kort samen en check of jouw samenvatting klopt. Vraag door als iets onduidelijk is of meer aandacht nodig heeft.

Neem ANNA mee: Altijd Navragen, Nooit Aannemen
Neem nooit zomaar aan dat jij begrijpt wat iemand bedoelt. Woorden hebben voor ieder mens net een andere betekenis. Toets regelmatig of jouw interpretatie klopt.

Wees een OEN: Open, Eerlijk en Nieuwsgierig
Als je met een open houding naar de ander luistert, kan er een eerlijk gesprek ontstaan. Oprechte nieuwsgierigheid creëert verbinding tussen mensen.

Heb het DIK voor elkaar: Denk In Kwaliteiten
Mensen kijken vaak naar wat er verkeerd ging, ook binnen de communicatie. En dat is oké, daar kan je van leren. Maar kijk daarbij ook naar wat er wel goed ging. Dit vergroot het gevoel van gedeeld succes en legt de focus op positiviteit.

Wees een HELD: Herkennen, Erkennen, Loslaten, Doorgaan
Levert een gesprek emoties op? Soms is het goed om dit met de ander te bespreken. En soms is het beter om deze emoties in je eentje aan te pakken. Niet alles hoeft tot in detail geanalyseerd te worden. Herken en erken wat er gezegd is en wat dat met jou heeft gedaan. Laat het dan los en ga weer door.
Oefening LSD
  • “Als de docent je aankijkt, ben je aan de beurt. Voordat je haar een vraag stelt, kondig je aan wat voor vraag je gaat stellen, bijvoorbeeld 'Ik ga een gesloten vraag stellen', of 'ik ga een open vraag stellen. 
  • Als je een gesloten vraag stelt, mag je daarna nog een open vraag stellen. 
  • De volgende die aan de beurt is, vat het antwoord van de acteur samen en vraagt daarop door”.
                 Interview de docent over een onderwerp


Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Oefening ANNA 2
Neem een werksituatie van de afgelopen tijd in gedachten waarin jij geen optimaal contact met de ander ervoer.

  • Ga bij jezelf na welke aannames je in deze situatie hebt gemaakt:
  • Wat heeft de ander volgens jou over je gedacht?
  • Waarom deed de ander volgens jou zoals hij of zij deed?
  • Welke invloed hebben je aannames gehad op je gedrag en op hoe je wel of niet contact maakte met de ander?


Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Oefening wees een OEN
Interview elkaar over een hobby of vakantie. 

Na afloop:
- Hoe is het gegaan?
- Wat viel je op met je gedragen als een OEN?
- Wat viel er mee?
- Wat vond je moeilijk?


timer
5:00

Slide 14 - Slide

Degene die geïnterviewd wordt:
Je mag zaken overdrijven zodat het voor de ander moeilijker wordt om te overdrijven.
Laat oma thuis
Maak tweetallen (A, B). 
A bereidt een verhaaltje voor: "vertel iets waar je trots op bent, of iets bijzonders dat je meegemaakt hebt".

Slide 15 - Slide

Maak tweetallen (A, B). Vraag de A's om een verhaaltje voor te bereiden: "vertel iets waar je trots op bent, of iets bijzonders dat je meegemaakt hebt".
Instrueer de B's apart: "Je gaat op 3 manieren naar A luisteren. Op mijn teken wissel je. De 3 manieren zijn:
1. Luister met een positief oordeel: Denk dingen als "wat ben jij toch een leuke vent, wat een gaaf verhaal, wat vertel je het leuk" etc.
2. Luister met een negatief oordeel: Denk dingen als "jaja, geloof je het zelf, wat ben jij een zeurpiet, SAAI, wat zit je er stom bij" etc.
3. Luister zonder oordeel: Concentreer je op de inhoud van wat A zegt en observeer hoe hij het vertelt; gebaren, mimiek, stem, etc. Observeer om het straks terug te kunnen geven."
A begint te vertellen. Laat B steeds na ongeveer 40 seconden wisselen (roep gewoon "Wissel"!)
Vraag na afloop aan de A’s wat ze gemerkt hebben en welk effect dat op hun had; welke manier van luisteren vond je het prettigst; waaraan zag je wat B dacht?
Draai A en B om en doe het nogmaals. Weliswaar weet B wat A doet, maar het effect blijft de moeite waard. 
Leerdoelen
Aan het eind van deze les heb jij:
  • 3 persoonlijke ontwikkeldoelen opgesteld met betrekking tot communicatie
  • kennis gemaakt met verschillende vraagtechnieken en kun je deze toepassen

Slide 16 - Slide

This item has no instructions