Seksuele identiteit

Seksuele identiteit
Wat is het
Terminologie
Pronouns
In de praktijk


1 / 16
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Seksuele identiteit
Wat is het
Terminologie
Pronouns
In de praktijk


Slide 1 - Slide

Op de agenda
Introductievragen
Waarom nu?
Genderbread person
Belangrijke termen
Pronouns / voornaamwoorden


Slide 2 - Slide

Seksuele identiteit
Waarom nu?
Puberteit
Hormonen 
Keuzestress
Sociale verwachtingen
Acceptatie en zelfkennis
Nederlands paspoort

Slide 3 - Slide

Wat is het verschil tussen sekse en seksuele oriëntatie?

Slide 4 - Open question

Welke van de onderstaande termen is geen geaardheid?
A
Genderfluide
B
Homoseksueel
C
Aseksueel
D
Biseksueel

Slide 5 - Quiz

Op welke leeftijd staat je sekse vast?
A
Bij je geboorte
B
16 jaar
C
18 jaar
D
Er is geen leeftijd aan te plakken

Slide 6 - Quiz

Terminologie:
Even kennismaken
Genderidentiteit
Seksuele oriëntatie
Sekse
Gender-expressie

Slide 7 - Slide

Sekse
Sekse
Man / vrouw / intersekse

Wordt bepaald door je geslachtsorganen


Slide 8 - Slide

Gender-identiteit
Vrouw 
Man

Gender queer:
Non-binair (niet uitsluitend man of vrouw)
Transseksueel (voelt zich andere sekse - fysiek)
Transgender (voelt zich andere genderidentiteit - mentaal)
Cisgender (identiteit is gelijk aan de sekse)
Zie ook: https://www.holebi.info/phpnews/kortnews.php?action=fullnews&id=17915


Slide 9 - Slide

Seksuele oriëntatie
Aantrekkingskracht/geaardheid:
Op schaal van mannelijk- of 
vrouwelijkheid

Je valt op:
Identiteit m/v
Expressie m/v
Sekse m/v





Slide 10 - Slide

Gender-expressie
-Mannelijk/vrouwelijk
-Wordt bepaald door sekse, gender identiteit en je omgeving

Slide 11 - Slide

Voornaamwoorden (pronouns)
Hoe je aangesproken wil* worden. Wordt bepaald door gender-identiteit
She / her (female)
He  / him (male)
They / them (gender-queer)*

Zij / haar (vrouwelijk)
Hem / zijn (mannelijk)
Hen / hun (gender-queer)*
*hangt van de persoon af

Slide 12 - Slide

Hiernaast zie je dragqueen Plastic Tiara. Drag is een voorbeeld van:
A
Gender-identiteit
B
Gender-expressie
C
Seksuele oriëntatie
D
Sekse

Slide 13 - Quiz

Voor iemand die cis-man is gebruik je het voornaamwoord:
A
zijn
B
hun
C
haar
D
alle voorgaande antwoorden zijn fout

Slide 14 - Quiz

Marion valt op mensen die met als gender-identiteit 'man'. Dit is een voorbeeld van.
A
Gender-expressie
B
Gender-identiteit
C
Seksuele oriëntatie
D
Sekse

Slide 15 - Quiz

Vragen?

Slide 16 - Open question