Herhalingsles H5

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Herhalingsles H5

Planning

Bespreken oefenvragen H7

Herhaling H5

Waarom is het op hoge breedte kouder dan op lage breedte?

warm naar koud

Hoge breedte: koud

Lage breedte: warm

Oftewel:

Noord-Europa is kouder dan Zuid-Europa

Wat is de invloed van de golfstroom op de kustgebieden van Europa?

De golfstroom

Warm zeewater = warmere lucht

Bij aanlandige wind:

's winters minder koud aan de kust

's zomers minder warm aan de kust

Hoe verder je van de kust bent, hoe kleiner de invloed van zee

Wat is de invloed van reliëf op het klimaat?

Scandinavisch hoogland

Ligt op hoge breedte

Toch delen nooit heel koud

Loefzijde: aanlandige wind = warme lucht. Bergen houden de regen aan 1 kant (stuwingsneerslag)

Lijzijde: Geen invloed van zee = koudere winters, warmere zomers, minder neerslag (regenschaduw)

Welk klimaat komt vooral voor in Europa?

1. Zeeklimaat
2. Landklimaat
3. Poolklimaat

Zeeklimaat

Hele jaar door neerslag

Geen hele hoge of lage temperaturen

Landklimaat

Meer verschillen in neerslag

Grote verschillen in winter en zomer temperatuur

Koude klimaten

Toendraklimaat

Korte grassen, paar struiken

Zomers niet warmer dan 10 graden

Poolklimaat

Hele jaar, ontzettend koud. Vrijwel geen neerslag

Waarom wonen er in de alpen bijna geen mensen?

Bevolking in de alpen

Lage bevolkingsdichtheid

Komt door:

Reliëf

Hooggebergteklimaat

Weinig mogelijkheden tot landbouw