PZ ADL Slapen.

Slapen
Slapen bij volwassen en Kinderen. 
1 / 26
next
Slide 1: Slide
VerzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Slapen
Slapen bij volwassen en Kinderen. 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Video

This item has no instructions

Slapen is belangrijk om goed te functioneren.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Het slaap-waakcentrum in je hersenen werkt volgens een bepaald ritme. Het is je biologische klok.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Slaapritme
  • Dit is bij elk mens verschillend.
  • Als helpende is het belangrijk om te weten of iemand een ochtend- of een avondmens is, hier kun je je zorg op afstemmen. 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Video

This item has no instructions

Slaap-Waakritme
1. Sluimerfase
De sluimerfase is de overgangsfase tussen waken en slapen. De oogbeweging wordt trager. Je hebt moeite je ogen open te houden en valt uiteindelijk in slaap. De hersenactiviteit neemt langzaam af.
2. Lichte slaap
In deze fase begint de slaap, maar deze is nog heel licht. Je wordt niet meer van elk geluid wakker, maar je kan makkelijk gewekt worden.

3. Diepe slaap
Dit is de fase van de echte, diepe slaap. Ademhaling en hartritme dalen tot het laagste ritme. Als je uit deze slaap gewekt wordt, ben je gedesoriënteerd en heb je tijd nodig om je te realiseren waar je bent. Deze fase zorgt voor fysiek herstel.

4. Droomslaap (REM-slaap)
In deze fase zijn er snelle oogbewegingen (Rapid Eye Movement) en is er sprake van grote hersenactiviteit. Spieren zijn volledig ontspannen. 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slaapcyclus 
- Elke slaapcyclus duurt ongeveer 90 min.
- Wordt gem 4-6 x doorlopen per nacht
- Elke slaapcyclus bestaat uit 4 fasen.

Af en toe wakker worden is normaal, vooral tegen de ochtend


Slide 8 - Slide

De slaapcyclus

Inslaapfase
De inslaapfase is de overgang tussen het wakker zijn en slapen. De hersenactiviteit neemt af. Voor de meeste mensen duurt deze fase slechts een paar minuten, maar een gebrek aan ritme, te veel cafeïne of spanning zorgt ervoor dat de inslaapfase veel langer kan duren.

Lichte slaap
Na de inslaapfase komt de fase van de lichte slaap. Hierbij slaap je wel, maar niet echt diep. Je wordt niet van elk geluid wakker, maar wanneer je wakker wordt, voelt het niet alsof je echt geslapen hebt. Deze fase duurt doorgaans wat minder dan een uur.

Overgang naar de diepe slaap
De derde fase is de overgang naar de diepe slaap. Dit duurt zo'n vijf tot tien minuten. Je hartritme daalt, je spieren ontspannen en de ademhaling wordt rustig en regelmatig. 

Diepe slaap
In de diepe slaap zijn je ademhaling en je hartslag op zijn laagst. In deze fase van een kwartiertje herstelt je lichaam zich. Wanneer je in deze fase wakker wordt, voel je je gedesoriënteerd; je weet niet goed waar je bent en wat er aan de hand is. 

REM-slaap
REM staat voor Rapid Eye Movement (snelle beweging van de ogen). Er is heel veel hersenactiviteit en veel beweging van de ogen. Je brein is nu bezig met dromen, herinneringen en informatie worden door je hersenen in deze fase verwerkt. Niet alleen je brein is actief, ook je lichaam is actief: je armen en benen ontspannen zich, maar je ademhaling en hartslag zijn onregelmatig en je bloeddruk gaat omhoog. Deze fase kost veel energie voor je lichaam, maar is onmisbaar voor je mentale (geestelijke) herstel. Vaak word je na de REM-slaap (onbewust) heel eventjes wakker, wanneer je weer in de inslaapfase begint met de slaapcyclus.

Cyclus
Gemiddeld duurt de slaapcyclus zo'n anderhalf uur, 90 minuten. Het meest ideale moment om wakker te worden, is aan het eind van een slaapcyclus. Je kan op die manier berekenen hoe laat je het best naar bed kan gaan. 

Als jouw wekker om 07.00 uur 's ochtends gaat en je hebt gemiddeld 15 minuten nodig om in te slapen, hoe laat kan je dan het best naar bed? Laat de studenten dit eerst even zelf berekenen, de berekeningen staan hieronder (afhankelijk van hoeveel uur een persoon zelf nodig heeft)

21.45 uur (15 minuten inslapen, 6 x 1,5 uur = 9 uur slaap)
of
23.15 uur (15 minuten inslapen, 5 x 1,5 uur = 7,5 uur slaap)
00.45 uur (15 minuten inslapen, 4 x 1,5 uur = 6 uur slaap)
In de sluimerfase slaap je lekker diep.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Tijdens de remslaap verwerk je de ervaringen en indrukken die je tijdens de dag hebt opgedaan.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Slaap waakritme kinderen

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Kinderen hebben meer slaap nodig dan volwassenen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Waarom ben je als kind een diepe slaap nodig?
A
om uit te rusten
B
om gedachten te verwerken
C
om te dromen
D
om te groeien

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

hoe veel uur slaap heeft een kind van 4 jaar nodig
A
6-9
B
5-8
C
7-10
D
10-12

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Slaap problemen kind
Spanning/ gezinsproblemen
Ziekte (verkoudheid/ hoesten/verstopte neus)
Volle Luier
Dromen
slaapwandelen

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Een vast ritueel voor het slapengaan
  • Duidelijkheid en structuur zijn belangrijk. Ook bij het slapengaan.
  • Zorg vooral ’s avonds voor een positief en rustig ritueel. Doe alles steeds in dezelfde volgorde. 
  • Bijvoorbeeld eerst je kind in bad doen, dan de pyjama aantrekken en daarna een verhaaltje voorlezen. Zo leert je kind tot rust te komen. 
  • Als er dan ooit slaapproblemen komen, heb je een ritueel om op terug te vallen.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slaap problemen Volwassen

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Wat kan ervoor zorgen
dat jij in de avond niet
goed kan slapen?

Slide 20 - Mind map

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Video

This item has no instructions