Bedrijvende/Lijdende vorm

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Bedrijvende of Lijdende vorm 

Een bedrijvende zin

In een bedrijvende zin, is het onderwerp actief. 

Tycho laat de hond uit. 

Tycho is het onderwerp, hij is actief iets aan het doen. Dit is een bedrijvende vorm. 

Een lijdende zin

Bij een lijdende zin is het onderwerp passief. 

De hond wordt uitgelaten door Tycho. 

De hond is het onderwerp, maar hij is niet actief. Dit is een lijdende vorm.

Je herkent een lijdende zin aan de werkwoorden: worden en zijn.

Is deze zin lijdend of bedrijvend:
Ik wil niet gestoord worden.

1. bedrijvend
2. lijdend

Is deze zin bedrijvend of lijdend:
Ik wil me kunnen concentreren op mijn werk.

1. bedrijvend
2. lijdend

Een bedrijvende zin is hetzelfde als een actieve zin.

1. Waar
2. Niet waar

De vragen werden door de leerlingen beantwoord.

1. Dit is een bedrijvende zin
2. Dit is een lijdende zin

'Ik laat elke dag mijn hond uit.' is een:

1. lijdende zin
2. bedrijvende zin

De leerling wordt door de docent vergeven.

1. bedrijvende zin
2. lijdende zin

Zij slaat hem op zijn kop.

1. bedrijvende zin
2. lijdende zin

De jongens spelen elke week voetbal.

1. actieve zin
2. passieve zin

Oma bakt altijd heerlijke pannenkoeken.

1. bedrijvende zin
2. lijdende zin

1. bedrijvende zin
2. lijdende zin