Draag een schort en houd lang haar vastgebonden tijdens het koken.
Was je handen grondig voordat je begint te koken en nadat je rauw vlees hebt aangeraakt.
Gebruik alleen schone keukengereedschappen en werkoppervlakken.
Volg de instructies van de docent op en vraag om hulp als je iets niet begrijpt.
Gebruik de juiste kooktechnieken en -temperaturen om ervoor te zorgen dat het voedsel veilig en goed gaar is.
Proef geen voedsel dat nog niet helemaal gaar is.
Ruim je werkgebied op en laat de keuken schoon achter.
Respecteer het voedsel en gooi geen eten weg tenzij het bedorven is.
Wees voorzichtig bij het hanteren van scherpe messen en hete pannen.
Werk samen met je klasgenoten en help elkaar waar nodig.