Hoofdstuk 4 Gesprekstechnieken PT2 voorbereiden

Gesprekstechnieken
Voorbereiden praktijktoets 2

Hoofdstuk 4
1 / 35
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Gesprekstechnieken
Voorbereiden praktijktoets 2

Hoofdstuk 4

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen vandaag
Terug blik hoofdstuk 2 en 3
Nakijken hoofdstuk 3

Gesprekstechnieken 
Oefenen gesprekstechnieken 

Oefentoets maken
Leerdoelen
De 5 gespreksregels benoemen.
Begin, midden en einde van een gesprek oefenen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Communicatie

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat is communicatie?
Communicatie is het uitwisselen van informatie tussen 2 of meer personen. 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

3. Verbale communicatie
Verbale communicatie = communicatie waarbij gebruik wordt gemaakt van (gesproken of geschreven) woorden.


Telefoneren is een voorbeeld van verbale communicatie. Je gebruikt woorden.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

4. Non-verbale communicatie
Non-verbale communicatie = communicatie waarbij geen gebruik wordt gemaakt van woorden.

Bij non-verbale communicatie maak je gebruik van:
  • Gebaren: hand opsteken en wenken, naar iets wijzen
  • Hoofdbeweging: ja knikken, nee schudden
  • Gezichtsuitdrukkingen: lachen, boos, vies gezicht trekken, verbaasd kijken
  • Lichaamshoudingen: met gekromde schouders, rechtop of met gebogen hoofd staan
  • Stembuigingen: met je stem duidelijk maken of je hoopvol, bedroefd, vrolijk, vragend of bemoedigend bent
  • Symbolen, plaats etc: bijvoorbeeld verkeersborden, pictogrammen



Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Video

This item has no instructions

Verbale communicatie 
Non-Verbale communicatie

Slide 8 - Drag question

This item has no instructions

Samenwerken en Non verbale communicatie

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Opdracht communicatie
We delen de groep in 4 groepen

Je krijgt een envelop met daarin 5 puzzels. 
De bedoeling is dat je met je groepje daar 5 even grote vierkanten van maakt.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

De spelregels
Er mag niet gepraat worden.
Je mag geen puzzelstukken bij iemand anders wegnemen.
Je mag wel puzzelstukken weggeven. Dat doe je door het puzzelstuk naar de ander te schuiven.

Je bent klaar als je met je groepje 5 dezelfde vierkanten hebt gemaakt. Je gaat dan met je armen over elkaar zitten en bent nog steeds stil. 
Bekijk vanaf je stoel naar de andere groepen. 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Nabespreken
Hoe was het om stil te zijn tijdens de oefening?
Wat waren jullie rollen?
Was er iemand heel goed in en nam de leiding? 
Vond iemand het een lastige oefening en was alles aan het wegschuiven?
Konden jullie goed samenwerken? Hoe merkte je dat?
Wat heeft geholpen zodat jullie de puzzels konden maken?

Welke vorm van NON-VERBALE COMMUNICATIE heb je gebruikt?

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Zender> boodschap>ontvanger 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Het gesprek
  1. Beginfase
    - Creëer een goede sfeer
    - Aangeven van de structuur
  2. Middenfase
    - Gebruik gesprekstechnieken
    - Onderwerp
  3. Eindfase
    - Afronding

Slide 15 - Slide

Creëer een goede sfeer: patient aankijken, aandacht op de ander richten, vriendelijk en belangstellend zijn

Controleer: kan de patiënt je nog volgen? Hoe verloopt het gesprek? Hoe voelt de patiënt zich, zijn jullie tevreden?
Gesprekstechnieken
Om een gesprek goed te laten verlopen kun je je houden aan de volgende drie gesprekstechnieken:

  • Actief luisteren 
  • Open/gesloten vragen stellen
  • Samenvatten 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Actief luisteren
Inzicht krijgen in de ander:
  • Het verhaal wordt duidelijk
  • De emotie van de ander wordt duidelijk
Hoe doe je dat?
  • Aankijken.
  • Houding; ervoor gaan zitten en geen andere dingen tegelijk doen.
  • Knikken of ja zeggen.
  • Gezichtsuitdrukking.
  • Verduidelijking vragen.
  • Af en toe in eigen woorden samenvatten.
  • Gevoelens benoemen.
  • Letten op non-verbale communicatie.
  • Niet met eigen opvattingen, gedachten, ideeën en gevoelens komen. 
  • De tijd en ruimte geven om na te denken. Af en toe een stilte is niet erg

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

MIScommunicatie

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Interne ruis
  • Ruzie thuis
  • Je voelt je niet lekker
  • Je bent boos
  • Je bent zenuwachtig
Externe ruis
  • Geluid van een radio
  • Geluid van een vliegtuig
  • Mensen die om je heen zitten te praten
  • Weg werkzaamheden

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

                                     LSD

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Video

This item has no instructions

Wat heb je gezien?
Begin, midden, einde
Beginfase
- Creëer een goede sfeer
- Aangeven van de structuur
Middenfase
- Gebruik gesprekstechnieken
- Onderwerp
Eindfase
- Afronding
Gevoel
Welk gevoel kreeg je bij dit gesprek?
Was er veel onbegrip, was het een vrolijk gesprek, een boos gesprek of een verdrietig gesprek..... anders?
Actief luisteren
Werd er...
geluisterd 
samengevat
emoties opgepikt en daar op gereageerd?
Positieve punten
Wat was er goed aan het gesprek
Tips
Wat kan er beter/anders?
Gesprekstechnieken
Welke ezelsbruggetjes heb je gezien?

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Open en gesloten vragen

Wil je iemands mening?           open vraag.
Wil je kort en snel een antwoord?           gesloten vraag. 



Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Suggestieve vragen?
Met deze vragen wil je iemand een bepaalde richting in sturen.

Lekker, he?
 Gaat het goed, toch?
Jij was daar, he?
Je wil toch niet zeggen dat je deze vakantie naar dat vreselijke over vollen Mallorca gaat?

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Zelf oefenen met het voeren van een gesprek. 
Samen lezen van het werkblad en uitvoeren
timer
1:00

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Werkboek hoofdstuk 4



tot en met 4.08 maken

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

4.7 Omgaan met conflicten
Conflicten ontstaan vaak uit misverstanden. 

Oorzaken
De ander geeft de boodschap niet goed door
Verbale en non verbale communicatie klopppen niet
De ander heeft de boodschap verkeerd begrepen
Er is is ruis

Oplossingen
Bespreken van het probleem
Onderhandelen


Slide 28 - Slide

This item has no instructions

4.8 Communicatie met blinde of slechtziende mensen


Als je iemand tegenkomt zeg duidelijk je naam, wie je bent.
Bij een groepsactiviteit stel je alle deelnemers voor.
Zorg dat de informatie in braille is.


Slide 29 - Slide

This item has no instructions

4.8 communicatie met dove mensen

Spreek woorden duidelijk uit, beweeg je mond extra
Praat wat harder
Maak gebruik van gebarentaal

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Opdrachten
1. Lees blz. 193 
Maak je naam in gebarentaal. Presenteer je naam aan je groepje

2. Parcours met blinddoek

3. Maak je naam in Braille op een A4tje en pimp hem.

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Maak heel hoofdstuk 4 af inclusief de begrippenlijst

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Oefentoets 
Hoofdstuk 1 t/m 3 

of 

beantwoord de vragen die in het bestand onder de les van donderdag staan 

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Einde van de les
In deze aflevering gaat Jurre 
langs bij de 21-jarige Lucas. 
Hij leeft met de wetenschap 
dat hij over een paar jaar niets 
meer kan horen en zien. 
                    (15 min)

Slide 35 - Slide

This item has no instructions