Aanhouden

Aanhouden
1 / 51
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Aanhouden

Slide 1 - Slide

Aanhouden

Slide 2 - Mind map

Leerdoelen
  • Je weet wat ‘aanhouden van een verdachte’ wil zeggen
  • Je kan uitleggen wie een verdachte mag aanhouden op heterdaad
  • Je kan het begrip ‘heterdaad' en ‘buiten heterdaad’ beschrijven
  • Het doel van de voorgeleiding

Slide 3 - Slide

Waar denk je aan bij een aanhouding op heterdaad

Slide 4 - Open question

Aanhouding heterdaad
Art. 53 SV (dwangmiddel / bevoegdheid)
Art. 128 SV (ontdekking heterdaad besproken)

Elementen
  1. Ontdekking op heterdaad
  2. ieder
  3. de verdachte
  4. aanhouden

Slide 5 - Slide

1. Ontdekking op heterdaad
Art. 128 SV

Ontdekking op heterdaad heeft plaats, wanneer het strafbare feit ontdekt wordt, terwijl het begaan wordt of terstond nadat het begaan is

Slide 6 - Slide

Je gaat n.a.v. een gepleegde inbraak in een woning ter plaatse. Je voert ter plaatse een buurtonderzoek uit, hoort getuigen en bekijkt camerabeelden en spoort de verdachte na 2 uur op.
Is dit nog steeds een heterdaad situatie?
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quiz

2. Mag een burger ook een verdachte op heterdaad aanhouden?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quiz

3. Verdachte
  • Art. 27 SV
  • Feiten en omstandigheden
  • Redelijk vermoeden
  • Schuld aan enig strafbaar feit

Slide 9 - Slide

4. Aanhouden
De verdachte van zijn vrijheid beroven.
Gedwongen om mee te gaan naar het politiebureau i.v.m. de voorgeleiding

Slide 10 - Slide

Is een opsporingsambtenaar verplicht een verdachte op heterdaad altijd aan te houden
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quiz

Is een verdachte verplicht mee te werken aan zijn of haar aanhouding?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quiz

Je hebt een verdachte aangehouden. Wat deel je aan de verdachte mede?
A
Van welk SF hij als verdachte wordt aangemerkt
B
Dat de verdachte recht heeft op consultatie- en verhoorbijstand
C
Dat de verdachte niet tot antwoorden verplicht is (cautie)
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 13 - Quiz

Waar denk je aan bij aanhouding buiten heterdaad?

Slide 14 - Open question

Aanhouding buiten heterdaad
Art. 54 SV

Elementen
  1. Buiten geval van ontdekking op heterdaad;
  2. de opsporingsambtenaar op bevel van de Officier van Justitie;
  3. verdachte van enig strafbaar feit waarvoor voorlopige hechtenis is toegestaan;
  4. aanhouden en ten spoedigste voorgeleiden aan de (h)OvJ.

Slide 15 - Slide

1. Buiten geval van ontdekking op heterdaad
De aanhoudingsbevoegdheid concentreert zich op situaties waarbij GEEN sprake is van heterdaad

Slide 16 - Slide

2. De Officier van Justitie
  • Op bevel van de OvJ
  • Mondeling of schriftelijk
  • Kan het bevel van de OvJ niet worden afgewacht dan komt de bevoegdheid toe aan de HOvJ (art.54 lid 3)
  • Kan het bevel van de HOvJ niet worden afgewacht, dan is de OA bevoegd  om buiten heterdaad aan te houden 

Slide 17 - Slide

Hoe noemen we deze bevoegdheid?

Slide 18 - Open question

3. Voor welke strafbare feiten mag je buiten heterdaad worden aangehouden?

Slide 19 - Open question

Door de OvJ is de aanhouding bevolen van een verdachte. Is de opsporingsambtenaar verplicht de verdachte aan te houden?
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quiz

Je wil een verdachte ter zake baldadigheid buiten heterdaad aanhouden. Kan dat?
A
Ja
B
Nee

Slide 21 - Quiz

Je wil een verdachte buiten heterdaad aanhouden ter zake eenvoudige mishandeling
(Art. 300 WvSr). Kan dat?
A
Ja
B
Nee

Slide 22 - Quiz

Je hebt een zaak op je naam gekregen van een verkeersongeval met alleen materiele schade waarbij de VE de plaats van het ongeval heeft verlaten. (art. 7 WvW) Kan je de VE buiten heterdaad aanhouden?
A
Ja
B
Nee

Slide 23 - Quiz

Leerdoelen van de les
  • Dwangmiddelen HovJ
  • De rechten van een verdachte
  • Termijn van ophouden voor onderzoek

Slide 24 - Slide

Voorgeleiding

Slide 25 - Mind map

Wie leidt de verdachte voor?
A
Officier van Justitie
B
Opsporingsambtenaar
C
HovJ
D
De Rechtercommissaris

Slide 26 - Quiz

De HovJ moet antwoord geven op de volgende 3 vragen:
  1. Is de aanhouding rechtmatig?
  2. Is de VE voldoende over de verdenking tegen hem geïnformeerd?
  3. Moet de verdachte opgehouden worden voor verhoor of dient hij in vrijheid te worden gesteld?

Slide 27 - Slide

Voorgeleiding (artikel 56a sv)
- Nadat de aangehouden verdachte aan de hulpofficier van justitie of de officier van justitie is voorgeleid, kan deze bevelen dat de verdachte wordt opgehouden voor onderzoek dan wel in vrijheid wordt gesteld. De hulpofficier van justitie kan voorts beslissen om de verdachte onverwijld voor te geleiden aan de officier van justitie.

 
- De verdachte van een misdrijf waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten kan ten hoogste negen uur worden opgehouden voor onderzoek; de verdachte van een strafbaar feit waarvoor voorlopige hechtenis niet is toegelaten ten hoogste zes uur. De tijd tussen middernacht en negen uur ’s morgens wordt voor de berekening van deze termijnen niet meegerekend. De ophouding vindt plaats in het belang van het onderzoek.


Slide 28 - Slide

Voorgeleiding (artikel 56a sv)
- Voor het einde van de periode, bedoeld in het tweede lid, of zoveel eerder als het onderzoek dat toelaat, wordt de verdachte in vrijheid gesteld of in verzekering gesteld.

 
- Het onderzoek, bedoeld in het eerste lid, omvat mede de identificatie van de verdachte, de voorbereidingen voor het verhoor, het verhoor en het uitreiken van mededelingen in persoon over het vervolg van de strafzaak.

Slide 29 - Slide

Voorgeleiding (artikel 56a sv)
- De hOvJ bepaald of de ve moet blijven voor onderzoek of mag gaan (onterecht aanhouding)

- Moet de ve blijven dan 6 uur voor strafbare feiten, 9 uur voor VH feiten. De tijd tussen middernacht en 9 uur ‘s ochtends telt niet mee (ve heeft recht op nachtrust en wij ook)

- Na 6 of 9 uur wordt de verdachte in vrijheid gesteld of mag hij langer blijven (in verzekering gesteld)

- Het onderzoek, bedoeld in het eerste lid, omvat mede de identificatie van de verdachte, de voorbereidingen voor het verhoor, het verhoor en het uitreiken van mededelingen in persoon over het vervolg van de strafzaak.

Slide 30 - Slide

Dwangmiddelen HovJ
  1. In vrijheid stellen
  2. Ophouden voor onderzoek (art.56 a SV)
  3. In verzekering stellen


Slide 31 - Slide

Je hebt een verdachte aangehouden ter zake vernieling. Wanneer moet de HovJ de verdachte voorgeleiden?

A
Binnen 1 uur
B
Binnen 30 min
C
Binnen 2 uur
D
Ten spoedigste

Slide 32 - Quiz

De hovj deelt tijdens de voorgeleiding ook de rechten aan de verdachte mede. Welke rechten weet je al?

Slide 33 - Open question

Mededelen rechten HOvJ (art. 27c lid 3 en 4 SV)
  • Recht op een tolk (Art.27 SV)
  • Mededeling reden van de aanhouding (Art.27 SV)
  • Cautie / zwijgrecht (Art.29 SV)
  • Rechtsbijstand (consultatiebijstand / verhoorbijstand) (Art.28 SV)
  • Iemand in kennis stellen van de aanhouding
  • Folder uitreiken 'rechten van de verdachte'
  • Is het een kwetsbare verdachte? (Psychische stoornis, verstandelijke beperking)

Slide 34 - Slide

Kwetsbare verdachte 1
Kwetsbare verdachte 2
Verdachte 
A-feit
Verdachte
B-feit
Verdachte
C-feit
Meerderjarige verdachte:

- psychische stoornis

- verstandelijke beperking

- cognitieve stoornis

(Art.82b lid 1 SV)

 
Leeftijd 12-18 jaar (op het moment van plegen van het feit)

(Art.82b lid 1 SV)


Geen afstand doen van consultatie- en verhoorbijstand

Verdachten jonger dan 12 jaar kunnen niet worden vervolgd en hebben daarom geen recht op rechtsbijstand. Politie moet de vertrouwenspersoon uitnodigen om bij het verhoor aanwezig te zijn. 
SF met strafdreiging gevangenis van 12 jaar of meer


(82b lid 1 SV)

Geen afstand consultatiebijstand
(bureau)
Overige SF waarop VH is toegestaan



(82b lid 2 SV) 

Wel afstand consultatiebijstand
(bureau)
SF waar geen VH is toegelaten


(82b lid 3 SV)

Wel afstand consultatiebijstand
(telefonisch)

Slide 35 - Slide

Termijn voor ophouden voor onderzoek.
Hoelang mag je een verdachte ophouden voor onderzoek die verdacht wordt van een VH-feit?
A
6 uur
B
9 uur
C
12 uur
D
24 uur

Slide 36 - Quiz

Termijn voor ophouden voor onderzoek.
Hoelang mag je een verdachte ophouden voor onderzoek die verdacht wordt van geen VH-feit?
A
12 uur
B
24 uur
C
6 uur
D
9 uur

Slide 37 - Quiz

Termijn van ophouden voor onderzoek (Art.56a SV)
  • VH feit = 9 uur
  • Geen VH feit =  6 uur
  • Start wanneer de HovJ het bevel geeft de verdachte op te houden voor onderzoek
  • Aanhouding andere regio > Voorgeleiding door eenheid aanhouding verricht. Transport tijd telt niet mee
  • Nachtelijke uren (00:00 uur - 09:00 uur)
  • Dronken of zieke verdachte (tijd blijft doorlopen)
  • meerdere strafbare feiten gepleegd (tijd wordt niet bij elkaar opgeteld)

Slide 38 - Slide

Je houdt om 21:10 uur een verdachte aan ter zake vernieling (Art 350 WvSr). Je komt om 21:25 uur aan op het cellencomplex. De HovJ leidt de verdachte om 21:40 uur voor en om 21:45uur geeft hij het bevel van ophouden. Wanneer loopt het termijn van ophouden af?
A
12:45 uur
B
15:45 uur
C
06:45 uur
D
10:45 uur

Slide 39 - Quiz

In verzekering (artikel 57 sv)
- De officier van justitie of de hulpofficier voor wie de verdachte wordt geleid, of die zelf de verdachte heeft aangehouden, kan, na hem verhoord te hebben, bevelen dat hij tijdens het onderzoek ter beschikking van de justitie zal blijven en daarvoor op een in het bevel aangeduide plaats in verzekering zal worden gesteld. Inverzekeringstelling vindt plaats in het belang van het onderzoek, waaronder mede wordt verstaan het belang van het aan de verdachte in persoon uitreiken van mededelingen over de strafzaak.

- De verdachte is bevoegd zich bij het verhoor door een raadsman te doen bijstaan. De raadsman wordt bij het verhoor in de gelegenheid gesteld de nodige opmerkingen te maken.

Slide 40 - Slide

In verzekering (artikel 57 sv)
- Van het verhoor wordt proces-verbaal opgemaakt door de officier of de hulpofficier die het bevel verleent. Dit proces-verbaal wordt bij de processtukken gevoegd.

 
- De hulpofficier geeft van zijn bevel onverwijld kennis aan de officier van justitie.

- Zodra het belang van het onderzoek dit toelaat, gelast de officier van justitie de invrijheidstelling van de verdachte. Indien het onderzoeksbelang nog slechts bestaat uit het uitreiken aan de verdachte in persoon van een mededeling over de strafzaak, wordt deze mededeling zo spoedig mogelijk uitgereikt en de verdachte daarna in vrijheid gesteld.

Slide 41 - Slide

In verzekering (artikel 57 sv)
De officier van justitie of de hulpofficier voor wie de verdachte wordt geleid, of die zelf de verdachte heeft aangehouden, kan, na hem verhoord te hebben, bevelen dat hij tijdens het onderzoek ter beschikking van de justitie zal blijven en daarvoor op een in het bevel aangeduide plaats in verzekering zal worden gesteld. Inverzekeringstelling vindt plaats in het belang van het onderzoek, waaronder mede wordt verstaan het belang van het aan de verdachte in persoon uitreiken van mededelingen over de strafzaak.

Bij minderjarige is de regelmatig thuis!

Slide 42 - Slide

In verzekering (artikel 58 sv)
- Alleen bij VH feiten

- Maximaal 3 dagen en bij noodzaak nog 3 dagen extra

- Na 3 dagen in vrijheid of een voorgeleiding bij de officier van justitie.

Slide 43 - Slide

Plaatsen betreden (artikel 55 sv)
- In geval van ontdekking op heeter daad van een misdrijf kan ieder, ter aanhouding van den verdachte, elke plaats betreden, met uitzondering van een woning zonder toestemming van de bewoner en van de plaatsen, genoemd in artikel 12 van de Algemene wet op het binnentreden.
 
- Zoowel in geval van ontdekking op heeter daad als buiten dat geval kan iedere opsporingsambtenaar, ter aanhouding van den verdachte, elke plaats betreden.

Slide 44 - Slide

Plaatsen betreden (artikel 55 sv)
- Iedereen (burger) mag elke plaats betreden bij een aanhouding op heterdaad van een misdrijf op de volgende locatie na:
  een woning ,
  vergaderruimte overheid tijdens de vergadering,
  een godsdienstruimte tijdens de dienst,
  rechtszaak tijdens de rechtszitting

-Politieambtenaren mogen voor de aanhouding van een verdachte elke plek betreden.

Slide 45 - Slide

Plaatsen doorzoeken (artikel 55a sv)
In geval van ontdekking op heterdaad van een strafbaar feit of in geval van verdenking van een misdrijf als omschreven in artikel 67, eerste lid, kan iedere opsporingsambtenaar ter aanhouding van de verdachte elke plaats doorzoeken. Hij behoeft daartoe de machtiging van de officier van justitie, behoudens het geval van dringende noodzakelijkheid. In het laatste geval wordt de officier van justitie onverwijld van de doorzoeking op de hoogte gesteld.

Slide 46 - Slide

Plaatsen doorzoeken (artikel 55a sv)
Voor de aanhouding van de verdachte mogen we elke plaats doorzoeken als we een machtiging van de officier van justitie hebben.
Bij dringende noodzakelijkheid is geen machtiging nodig.

Slide 47 - Slide

Onderzoek kleding (artikel 56 sv)
- De officier van justitie of de hulpofficier voor wie de verdachte wordt geleid of die zelf de verdachte heeft aangehouden, kan, bij het bestaan van ernstige bezwaren tegen deze, in het belang van het onderzoek bepalen dat deze aan zijn lichaam of kleding zal worden onderzocht.
 
- De officier van justitie kan bij het bestaan van ernstige bezwaren tegen de verdachte, in het belang van het onderzoek bepalen dat deze in zijn lichaam wordt onderzocht. Onder onderzoek in het lichaam wordt verstaan: het uitwendig schouwen van de openingen en holten van het onderlichaam, röntgenonderzoek, echografie en het inwendig manueel onderzoek van de openingen en holten van het lichaam. Het onderzoek in het lichaam wordt verricht door een arts. Het onderzoek wordt niet ten uitvoer gelegd indien zulks om bijzondere geneeskundige redenen onwenselijk is.

Slide 48 - Slide

Onderzoek kleding (artikel 56 sv)
- De in het eerste en tweede lid bedoelde onderzoeken worden op een besloten plaats en voor zover mogelijk door personen van hetzelfde geslacht als de verdachte verricht.

 
- De overige opsporingsambtenaren zijn bevoegd den aangehoudene tegen wien ernstige bezwaren bestaan, aan zijne kleeding te onderzoeken

Slide 49 - Slide

Art. 7 PW
Artikel: 7 Lid: 1 → bevoegdheid gebruik geweld
Artikel: 7 Lid: 2 → toegang tot elke plaats - hulpverlening
Artikel: 7 Lid: 3 → onderzoek kleding - veiligheid - veiligheidsfouillering
Artikel: 7 Lid: 4 → onderzoek kleding - vervoer - insluiting - vervoersfouillering
 Artikel: 7 Lid: 7 → bevoegdheden - redelijk en gematigd

Slide 50 - Slide

Leerdoelen






Kijkend naar de leerdoelen. Wat heb je nu geleerd?

Slide 51 - Slide