De hulpofficier van justitie of de officier van justitie neemt na de
voorgeleiding een beslissing. Hij kan de verdachte:
- in vrijheid stellen/heenzenden
- ophouden voor onderzoek
- in verzekering stellen
- voorgeleiden aan de OvJ
In de meeste gevallen zal de verdachte worden opgehouden voor
onderzoek. Dit is de bevoegdheid van de officier van justitie en van die hulpofficier van justitie voor wie de verdachte werd geleid (Artikel 56a Wetboek van Strafvordering). In de regel wordt de verdachte op bevel van de hulpofficier van justitie op het politiebureau opgehouden voor onderzoek.