Vragers & Aanbieders (1e) H4. De arbeidsmarkt

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Vragers en aanbieders H4

De arbeidsmarkt

Arbeidsmarkt

Vraag naar arbeid

Aanbod van arbeid

Welke stelling is juist?

1. Werklozen zijn vragers naar arbeid
2. De vraag naar arbeid is hetzelfde als de werkgelegenheid
3. Vacatures en werkgelegenheid vormen samen vraag naar arbeid
4. Alleen bedrijven vragen arbeid

Het aanbod van arbeid bestaat uit:

1. Mensen in loondienst + zelfstandigen + vacatures
2. Mensen in loondienst + zelfstandigen + werklozen
3. Werknemers + zelfstandigen
4. Werknemers + werklozen

Evenwicht op arbeidsmarkt

Arbeidsmarkt --> is arbeid een homogeen product? Leg uit

Arbeid is heterogeen

Verschil in:

opleiding

Persoonlijkheid

Interesses

Instituties = organisaties of afspraken binnen het maatschappelijk verkeer

Minimumloon

CAO

Minimum loon (effect)

Krappe arbeidsmarkt

Krappe arbeidsmarkt (tekort) = meer vraag dan aanbod

• hebben werkgevers tekort aan personeel
• hebben werkzoekenden een grote kans op een baan
• is de kans groot dat de arbeidsomstandigheden verbeteren

Ruime arbeidsmarkt

Ruime arbeidsmarkt (overschot) = meer aanbod dan vraag

• werkloosheid hoog
• werkzoekenden weinig kans op een baan
• kans groot dat arbeidsomstandigheden verslechteren