What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
DISK thema 1 - Kennismaken A2 - worden/zijn en personen in de zin
Vandaag
Grammatica
. Personen
. Werkwoord "zijn"
. Werkwoord "worden"
. Klanken
1 / 24
next
Slide 1:
Slide
NT2
ISK
This lesson contains
24 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
90 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Vandaag
Grammatica
. Personen
. Werkwoord "zijn"
. Werkwoord "worden"
. Klanken
Slide 1 - Slide
Woordenschat A2
Vandaag vijf (nieuwe) woorden bij het thema 1 Kennismaken.
Schrijf het woord op en ook de betekenis.
Slide 2 - Slide
de behoefte
iets wat je nodig hebt
iets waar je zin in hebt
Ik heb behoefte aan vakantie.
Ik heb behoefte aan een ijsje.
Ik heb geen behoefte aan een andere tas.
Slide 3 - Slide
enige
dit woord gebruik je om te zeggen dat er maar één ding / persoon van bestaat/is.
Ik ben de enige met een iPhone 18.
Dit is het enige schaap.
Slide 4 - Slide
inderdaad
met dit woord vertel je dat je het eens bent met iemand
met dit woord vertel je dat iets klopt
Inderdaad, het is een mooie film.
Het is inderdaad slecht weer vandaag.
Slide 5 - Slide
toenemen
betekent: dat iets steeds meer, groter, langer wordt
kan om dingen en mensen gaan
scheidbaar werkwoord
Het aantal mensen zonder werk neemt toe.
Slide 6 - Slide
het nadeel
Je gebruikt dit woord om duidelijk te maken dat er een minder fijne kant aan iets zit.
Het is een nadeel dat je elke dag de hond uit moet laten.
Ik hou van Dior, het nadeel is dat het heel duur is.
Slide 7 - Slide
Maak een zin met het woord:
het nadeel
Slide 8 - Open question
Maak een zin met het woord:
toenemen
Slide 9 - Open question
Maak een zin met het woord:
inderdaad
Slide 10 - Open question
Maak een zin met het woord:
behoefte
Slide 11 - Open question
Maak een zin met het woord:
enige
Slide 12 - Open question
Personen in een zin
ik
jij / u
hij / zij / het
wij (we)
jullie
zij (ze)
Persoonlijke voornaamwoorden
Slide 13 - Slide
Personen in een zin
Mijn moeder
kan niet komen >
Zij
is ziek.
Mijn broer en zus
zijn jarig vandaag >
Zij
zijn een tweeling.
Mijn oom
houdt van dieren >
Hij
heeft twee honden.
Slide 14 - Slide
Het werkwoord "worden" vervoegen
ik word
jij / u wordt >> word jij...?
hij / zij / het wordt
wij worden
jullie worden
zij worden
Slide 15 - Slide
Het werkwoord "zijn" vervoegen
ik ben
jij / u bent >> ben jij...?
hij / zij / het is
wij zijn
jullie zijn
zij zijn
Slide 16 - Slide
Hij .... (zijn) niet op school, want hij ... (zijn) ziek.
A
is, is
B
is, ben
C
zijn, zijn
D
bent, is
Slide 17 - Quiz
Wij .... (zijn) bij het voetbalveld.
A
ben
B
bent
C
zijn
D
is
Slide 18 - Quiz
(zijn) .... jij al op school?
A
bent
B
is
C
zijn
D
ben
Slide 19 - Quiz
Spreken!
Slide 20 - Slide
Spreekopdracht in de school
Iets zoeken / de weg vragen:
Ik ben op zoek naar ….
Waar kan ik … vinden?
Waar is de/het ….?
Waar vind ik de ….?
Slide 21 - Slide
Spreekopdracht in de school
Woorden:
Rechtdoor lopen
Rechts gaan / rechtsaf afslaan
Links gaan / linksaf slaan
Voorin
Achterin
Slide 22 - Slide
Vraag de weg!
Loop door de school en ga op zoek naar:
• de teamleider VWO
• lokaal 130
• de kamer van mevrouw Bal
Maak een foto als bewijs.
Slide 23 - Slide
Noem 3 woorden die je vandaag hebt geleerd.
Slide 24 - Open question
More lessons like this
DISK thema 1 kennismaken - les 1 - worden/zijn en personen in de zin
October 2023
- Lesson with
26 slides
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo, b
Leerjaar 1
dag 4 ma 11 sept
September 2023
- Lesson with
18 slides
Communicatiemodel
September 2022
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Quiz deel 1
July 2023
- Lesson with
29 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
MODALE WERKWOORDEN
May 2024
- Lesson with
40 slides
NT2
Secondary Education
Werkwoord 'hebben'
May 2023
- Lesson with
15 slides
NT2
Secundair onderwijs
Herhalingsles week 13: onderwerp, persoonsvorm, ott en gezegde
November 2023
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Entreeticket - Spelling van het werkwoord
April 2024
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Secundair onderwijs