Herhalingsles week 13: onderwerp, persoonsvorm, ott en gezegde

Onderwerp, persoonsvorm, OTT en gezegde
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsSecundair onderwijs

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Onderwerp, persoonsvorm, OTT en gezegde

Slide 1 - Slide

Heb jij je biologie goed gestudeerd?

Wat is het onderwerp van deze zin?
A
Heb
B
jij
C
je
D
gestudeerd

Slide 2 - Quiz

Opa heeft een ziekte die hem erg vergeetachtig maakt.
Wat is de persoonsvorm?
A
Opa
B
heeft
C
maakt
D
vergeetachtig

Slide 3 - Quiz

Ik .... (worden) morgen 15 jaar.
A
word
B
wordt
C
wort
D
worden

Slide 4 - Quiz

... (rijden) je zus morgen naar Spanje?
A
Rijd
B
Rijdt
C
Rijt
D
Rijden

Slide 5 - Quiz

De zussen kunnen elkaar nooit lang missen.
Welk zinsdeel is 'kunnen missen'?
A
Het onderwerp
B
De persoonsvorm
C
Het WWG
D
Het NWG

Slide 6 - Quiz

Floor en Violet zijn twaalf en tweeling.

Welk zinsdeel is: 'twaalf en tweeling'?
A
onderwerp
B
persoonsvorm
C
Het gezegde (WWG of NWG?)
D
naamwoordelijk deel van het gezegde (NWD)

Slide 7 - Quiz

Haas zat met zijn konijnenvrienden op de top van de heuvel.
Wat is het onderwerp van de zin.

Slide 8 - Open question

Ze keken naar hun weiland.
Wat is het gezegde van deze zin?

Slide 9 - Open question

Ik ... (delen) het liefst mijn honing met jou.
Vervoeg dit werkwoord!

Slide 10 - Open question

Ik ... (vinden) het heerlijk om in de rivier te zwemmen.
Vervoeg het werkwoord.

Slide 11 - Open question

De volgende ochtend vertrok Haas op weg naar de fijnste plek ter wereld.
Wat is de persoonsvorm?

Slide 12 - Open question

... (antwoorden) je dan nog op die vraag?
Vervoeg het werkwoord.

Slide 13 - Open question

... (verliezen) België donderdag zijn laatste match?
Vervoeg dit werkwoord.

Slide 14 - Open question

De Spaanse ploeg .... (worden) alsmaar beter in dit tornooi.
Vervoeg dit werkwoord.

Slide 15 - Open question

Die kerstboom is erg prachtig.
Wat is het gezegde van deze zin?

Slide 16 - Open question