Tekstsoorten

Tekstsoorten
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Tekstsoorten

Slide 1 - Slide

Tekstsoorten
- verhalende teksten
- informerende teksten
- waarderende teksten

Slide 2 - Slide

Verhalende tekst
Een verhalende tekst vertelt een verhaal met personages, gebeurtenissen en een plot, bijvoorbeeld een roman over het leven van een hoefsmid.

Slide 3 - Slide

Waarderende tekst
In waarderende teksten gaan de belangrijkste vragen over de mening van een schrijver. Hij kan proberen je te overtuigen of je moet zelf een mening formuleren.

  • Voorbeelden: boekrecensie, discussie, debat, betoog

Slide 4 - Slide

Informerende tekst

Slide 5 - Slide

Wat is een verhalende tekst?
A
discussie
B
nieuwsbericht
C
sprookje

Slide 6 - Quiz

Wat is een informerende tekst?
A
discussie
B
nieuwsbericht
C
sprookje

Slide 7 - Quiz

Wat is een waarderende tekst?
A
discussie
B
nieuwsbericht
C
sprookje

Slide 8 - Quiz

Welke tekstsoort?
A
waarderende tekst
B
verhalende tekst
C
informerende tekst

Slide 9 - Quiz

Wat voor tekstsoort is dit?
A
verhalende tekst
B
informerende tekst
C
waarderende tekst

Slide 10 - Quiz

Zoek een foto van een verhalende tekst.

Slide 11 - Open question

Aan de slag!
Maak oefening 1 t/m 6 vanaf blz. 34.

Slide 12 - Slide

Onderwerp en hoofdgedachte
Onderwerp 
Hoofdgedachte
waar de tekst over gaat
Belangrijkste wat de schrijver over het onderwerp zegt
1 of een paar woorden

1 zin
(onder)titel van de tekst en/of inleiding/slot
inleiding of in de slotalinea (soms combineren)

Slide 13 - Slide

Onderwerp en hoofdgedachte

Slide 14 - Slide


Wat is de hoofdgedachte?
Wat is de hoofdgedachte?
A
Man vindt vogelspin in fruit.
B
Arnhemmer Bart van den Akker houdt van druiven.
C
Albert Heijn vindt de vondst van een vogelspin uitzonderlijk.
D
De vrouw van Bart van den Akker koopt druiven.

Slide 15 - Quiz

Onderwerp en hoofdgedachte:
Wat kan géén hoofdgedachte zijn?
A
Jongetje stoot beeld van 4.000 euro om en moet betalen.
B
Honden troosten kinderen na aanslag in VS.
C
Doden door stortbuien in China
D
Een kangoeroe huppelt door een weiland op Texel.

Slide 16 - Quiz

Wat is het onderwerp van een tekst? Het onderwerp van een tekst...
A
... vertelt in één woord/woordgroep waar de tekst over gaat.
B
... vertelt wat het belangrijkste van de tekst is.
C
... vertelt wat iemand ergens van vindt.
D
... vertelt wat waar of niet waar is.

Slide 17 - Quiz

De hoofdgedachte is altijd...
A
een woord
B
een zin
C
een woord of een zin

Slide 18 - Quiz

Wat is de hoofdgedachte van deze tekst?
Wat is een hoofdgedachte?
A
gedachte uit je hoofd
B
samenvatting van een tekst in 1 zin
C
samenvatting van een tekst
D
1 zin in de tekst

Slide 19 - Quiz

Wat is het onderwerp van de tekst?
Wat is het onderwerp van de tekst?
A
pootafdrukken van dino's gevonden
B
het Schotse eiland Skye
C
pootafdrukken
D
dino's op Skye

Slide 20 - Quiz

Aan de slag!
Maak oefening 1 t/m 6 vanaf blz. 34.
Maak oefening 1 t/m 7 vanaf blz. 42.

Slide 21 - Slide