7.4C en 7.4D

Lesdoelen
Aan het einde van deze les...
... weet je hoe je de nauwkeurigheid van een betrouwbaarheidinterval moet uitrekenen
... kan je de steekproefomvang uitrekenen


1 / 30
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo lwoo, havoLeerjaar 4

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Lesdoelen
Aan het einde van deze les...
... weet je hoe je de nauwkeurigheid van een betrouwbaarheidinterval moet uitrekenen
... kan je de steekproefomvang uitrekenen


Slide 1 - Slide

7.4C en D

Slide 2 - Slide

De volgende opgave komt uit het examen van dit jaar!
 Bereken de 2 betrouwbaarheidsintervallen en beantwoord dan de vraag. Gebruik je schrift voor de uitwerking.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Wat is de proportie voor mannen?
A
74/410
B
0,180...
C
74/1021
D
0,072...

Slide 5 - Quiz

Wat is de proportie voor vrouwen?
A
79/1021
B
0,077...
C
79/611
D
0,129....

Slide 6 - Quiz

Wat is de bovengrens bij vrouwen?

A
0,180
B
0,077
C
0,156
D
0,129

Slide 7 - Quiz

Wat is de ondergrens bij mannen?

A
0,180
B
0,077
C
0,156
D
0,142

Slide 8 - Quiz

De intervallen overlappen elkaar
A
wel
B
niet

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

Lees onderstaande tekst

Slide 11 - Slide

Waarom zijn de variabelen Kwalitatief
A
Omdat ze over kwaliteit gaan
B
Omdat ze over een mening gaan
C
Je kunt er niet mee rekenen
D
Het zijn geen getallen

Slide 12 - Quiz

Waarom zijn de variabelen ordinaal
A
Omdat er een logische volgorde in zit
B
Omdat ze te rangschikken zijn.
C
Je kunt er niet mee rekenen
D
Ze zijn vaag te begrijpen

Slide 13 - Quiz

Bereken het antwoord. De vraag komt in de volgende slide.

Slide 14 - Slide

Hoe groot moet de populatie mannen zijn?
A
3600
B
2400
C
2150
D
2370

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

Betrouwbaarheidsinterval voor de populatieproportie
Betrouwbaarheidsinterval voor een populatiegemiddelde

Slide 17 - Drag question

Verschillende notaties voor betrouwbaarheidsintervallen
  • In dit hoofdstuk heb je kennis gemaakt met twee soorten betrouwbaarheidsintervallen.
  • Het 95%-betrouwbaarheidsinterval voor het populatiegemiddelde.
  • Het 95%-betrouwbaarheidsinterval voor de populatieproportie.

Slide 18 - Slide

Nauwkeurigheid van een betrouwbaarheidsinterval
Welke formule hoorde bij een steekproefproportie?
En welke bij een steekproefgemiddelde?
Schrijf dit op

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Wat heeft invloed op de nauwkeurigheid van een 95%-betrouwbaarheidsinterval
A
Het steekproefgemiddelde
B
De standaardafwijking
C
De grootte van de steekproef

Slide 21 - Quiz

Bij een onderzoek vindt men een 95%-betrouwbaarheidsinterval van [0,472; 0,428]. Bereken de populatieproportie
Hoeveel standaardafwijkingen liggen er in het 68%-betrouwbaarheidsinterval?

Slide 22 - Open question

Bij een onderzoek vindt men een 95%-betrouwbaarheidsinterval van [0,472; 0,428]. Bereken de standaardafwijking.
Hoeveel standaardafwijkingen liggen er in het 68%-betrouwbaarheidsinterval?

Slide 23 - Open question

Steekproefomvang/lengte uitrekenen
p = 0,45
      = 0,011


σ

Slide 24 - Slide


Slide 25 - Open question


Slide 26 - Open question

Aan de slag met:
Opgaven 51 en 52; huiswerk voor maandag

Slide 27 - Slide

Aan de slag met
Opgaven 51 en 52; huiswerk voor maandag

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Video

Slide 30 - Video