havo-4, onderwerp, hoofdgedachte en tekstsoorten

Welkom H4-c!
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom H4-c!

Slide 1 - Slide

10 minuten stil lezen

Slide 2 - Slide

Leerdoel
  1. Je leert tekstdoelen en tekstsoorten met bijbehorende tekstvormen herkennen.
  2. Je leert onderwerp, hoofdgedachte en deelonderwerpen afleiden uit een tekst. Je weet wat voorkeursplaatsen en kernzinnen in een tekst zijn.

Slide 3 - Slide

Programma
  1. 10 minuten stil lezen 
  2. Toelichting op fictiedossier/boek 1 op  OneDrive
  3. Communicatie 2 en 3: onderwerp, hoofdgedachte en tekstsoorten
  4. Aan de slag met Communicatie 2 en 3 (blz 56-59 in Kern)/(blz 34-41 in oefenboek)
  5. Afsluiting en vooruitblik

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Communicatie 2 en 3
Doelen
  • Je oefent met het herkennen van het onderwerp en de hoofdgedachte van een tekst.
  • Je oefent met het herkennen en effectief inzetten van tekstsoorten.


Slide 6 - Slide

Wat is het onderwerp van een tekst? Het onderwerp van een tekst...
A
... vertelt in één woordgroep waar de tekst over gaat.
B
... vertelt wat het belangrijkste van de tekst is.
C
... vertelt wat iemand ergens van vindt.
D
... vertelt wat waar of niet waar is.

Slide 7 - Quiz

Wat is het onderwerp van de tekst?
Wat is het onderwerp van de tekst?
A
gevonden pootafdrukken van dino's
B
het Schotse eiland Skye
C
wetenschappers in Schotland

Slide 8 - Quiz

Wat is een hoofdgedachte van een tekst?
A
gedachte uit je hoofd
B
het belangrijkste wat er over het onderwerp gezegd wordt in de tekst
C
samenvatting van een tekst
D
één zin in de tekst

Slide 9 - Quiz


Wat is de hoofdgedachte?
Wat is de hoofdgedachte?
A
Albert Heijn vindt de vondst van een vogelspin uitzonderlijk
B
Arnhemmer Bart van den Akker houdt van druiven.
C
Man vindt vogelspin in fruit, dit is vrij uniek.
D
De vrouw van Bart van den Akker koopt druiven.

Slide 10 - Quiz


Wat is de hoofdgedachte?
A
Door alle inspanningen van de gemeente wordt Zwolle gezien als een fietsstad.
B
Door het aanleggen van fietsstraten denkt de gemeente Zwolle dat de binnenstad verkeersveiliger wordt.
C
Een fietsstraat is een straat die ingericht is als een soort fietspad waar ook auto’s op mogen rijden.
D
Door de fietsstraten zijn de belangrijke fietsroutes voor fietsers en automobilisten beter herkenbaar.

Slide 11 - Quiz

Bedenk een mogelijke hoofdgedachte bij de volgende drie onderwerpen: (1) voetbal op kunstgras, (2) bol.com en (3) lettervermicelli

Slide 12 - Open question

Welke tekstsoort hoort niet in het rijtje thuis?
A
discussiestuk
B
betoog
C
beschouwing
D
uiteenzetting

Slide 13 - Quiz

Noem een voorbeeld van een amuserende tekst.

Slide 14 - Mind map

Noem een voorbeeld van een activerende tekst.

Slide 15 - Mind map

Waar of niet waar?
Een activerende tekst lijkt op een overtuigende tekst, maar het gaat een stapje verder: de schrijver wil niet alleen dat je het met hem/haar eens bent, hij/zij wil ook dat je iets (niet) gaat DOEN.
A
niet waar
B
waar

Slide 16 - Quiz

In welke tekstsoort staan voornamelijk feiten?
A
overtuigende tekst
B
beschouwende tekst
C
activerende tekst
D
informerende tekst

Slide 17 - Quiz

amuserende tekst
overtuigende tekst
activerende tekst

Slide 18 - Drag question

Welke vijf tekstdoelen ken je/moet je kennen?

Slide 19 - Mind map

Wat is het tekstdoel?
A
informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
amuseren

Slide 20 - Quiz


Wat is het
tekstdoel?
A
informeren
B
amuseren
C
activeren
D
overtuigen

Slide 21 - Quiz


Wat is het
tekstdoel?
A
informeren
B
amuseren
C
activeren
D
overtuigen

Slide 22 - Quiz


Wat is het tekstdoel?
A
informeren
B
amuseren
C
activeren
D
beschouwen

Slide 23 - Quiz


Wat is
het tekstdoel?
A
informeren
B
beschouwen
C
activeren
D
overtuigen

Slide 24 - Quiz


Wat is het
tekstdoel?
A
informeren
B
amuseren
C
activeren
D
overtuigen

Slide 25 - Quiz

Huiswerkopdrachten maken
  • Tekstdoelen=communicatiedoelen (bekend uit onderbouw) vind je op  blz 54 (P1).  Lees P.2 (onderwerp en hoofdgedachte) en P3 (tekstsoorten) op blz 56-59 in je kernboek.
  • Maak opdracht 3, 8  en opdr. 10 t/m 15 op blz 34-37 van je oefenboek.
  • Je krijgt voor deze opdrachten de rest van de les de tijd.
  • Deze opdrachten zijn huiswerk voor volgende les

Slide 26 - Slide

Afsluiting en vooruitblik
Volgende les: woensdag 2 oktober
  • Huiswerk: Lees P.2 (onderwerp en hoofdgedachte) en P3 (tekstsoorten) op blz 56-59 in je kernboek.
    Maak opdracht 3, 8  en opdr. 10 t/m 15 op blz 34-37 van je oefenboek.
  • Meenemen: LAPTOP,  schrift, pen en oefenboek
  • Programma: communicatie 4, 5

Slide 27 - Slide