Training Leesvaardigheid

Engels examenteksten
Allemaal trucjes
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3,4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 55 min

Items in this lesson

Engels examenteksten
Allemaal trucjes

Slide 1 - Slide

What do you think is the most important thing for getting high grades on exam texts?

Slide 2 - Open question

Skimmen
Scannen
Intensief lezen
De tekst snel lezen zodat je ongeveer weet waar de tekst over gaat
Je gaat op zoek gaat naar specifieke informatie. 
Lees elk woord en zorg dat je het stukje tekst begrijpt

Slide 3 - Drag question

Today's goals:
- I have learnt some 'signaalwoorden'
- I have learnt some reading techniques
- I am better prepared for my reading test

Slide 4 - Slide

Het recept
- Ken: Signaalwoorden

-Ken: Woordjes

- Ken: Vraagsoorten

- Oefenen, oefenen, oefenen

Slide 5 - Slide

Signaalwoorden
Zorg dat je:
A) signaalwoorden herkent
B) Weet welk verband ze aangeven
C) Hoe je ze in een zin gebruikt
D) LEER JE SIGNAALWOORDEN;

 

Slide 6 - Slide

                                  Signaalwoorden (linking words)
Om een tekst beter te kunnen begrijpen, kun je letten op signaalwoorden. Signaalwoorden geven verbanden tussen onderdelen van een tekst aan. 
Met signaalwoorden kun je ook vaak bepalen wat het doel van de schrijver is:
een voorbeeld geven: for example, such as, like
extra informatie geven: also, moreover, on top of that, besides, and, what’s more, furthermore
iets tegenspreken: however, but, instead, although, except
een reden geven: that’s why, because, obviously
een voorwaarde geven: if, whether, unless
een volgorde aangeven: first, secondly, finally
een conclusie trekken: so, therefore

Slide 7 - Slide

Welk signaalwoord/functiewoord hoort bij welk tekstverband? Sleep de goede antwoorden naar elkaar toe.
As well as
In short
To praise
However
For instance
Uitbreiding/Opsomming
Gevolg/Conclusie
Ondersteunen (positief)
Tegenstelling
Voorbeelden

Slide 8 - Drag question

He should not be doing this job, ... he was not trained for it.
A
despite
B
however
C
since
D
such as

Slide 9 - Quiz

Welk signaalwoord in de tekst geeft een tegenstelling aan?

Slide 10 - Open question

Emmanuel
De volgende tekst gaat over over Emmanuel. Beantwoord de vragen op de volgende sheets. Het deel van de tekst dat je nodig hebt staat steeds op de sheet. Dit kun je ook nog vergroten als je dat wilt.

Slide 11 - Slide

Welke bewering over Emmanuel is juist volgens alinea 1?

A
Hij gebruikt alleen zijn voornaam
B
Hij heeft een huis gekocht in de Verenigde Staten
C
Hij heeft net zijn eerste modeshow gelopen
D
Hij speelt de hoofdrol in een muziekfilm

Slide 12 - Quiz

Juist of onjuist volgens alinea 4?

Een oudere man gaf Emmanuel gratis onderdak
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quiz

Ter conclusie
Om een voldoende te halen moet je woordjes leren en trucjes kennen.

Weet wat CITO van je vraagt en je kunt genoeg vragen goed beantwoorden.

Oefening baart kunst

Signaalwoorden, signaalwoorden, signaalwoorden!!!

Heel veel succes!

Slide 14 - Slide

Wat uit deze les ga je gebruiken voor de leestoets in week 38?

Slide 15 - Open question

Slide 16 - Slide