Politiek 2

De regering bestaat uit de koning en de ministers
A
Waar
B
Niet waar
1 / 22
next
Slide 1: Quiz
BurgerschapMBOStudiejaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

De regering bestaat uit de koning en de ministers
A
Waar
B
Niet waar

Slide 1 - Quiz

In de Nederlandse regering heeft 1 partij de macht
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quiz

Je hebt stemrecht als je 18 jaar bent
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

De partij met de meeste stemmen mag alleen regeren
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Verkiezingen
  • Bij verkiezingen worden verschillende politici gekozen. 
  • Namens ons wetten maken en besluiten nemen
  • Na de verkiezingen wordt een regering gevormd.  

Slide 5 - Slide

Moeilijke Woorden
Formatie = vorming of samenstelling van de regering

Slide 6 - Slide

Formatie
  • Het formeren van een regering gebeurt na verkiezingen
  • Grootste partij start onderhandelingen
  • Coalitie van partijen
  • Uit de coalitie ministers kiezen
  • Regering vormen


Slide 7 - Slide

Meerderheid
  • In de tweede kamer zitten 150 mensen
  • Voor een meerderheid zijn minimaal 76 zetels nodig
  • Er wordt een coalitie gemaakt.
  • Coalitie = samenwerking 
  • Partijen uit de coalitie steunen elkaar.
  • Altijd minimaal 76 stemmen

Slide 8 - Slide

Wie hebben de meerderheid?
  • Probeer eens een coalitie te vormen op de volgende site.

https://app.nos.nl/nieuws/tk2023/

Slide 9 - Slide

Moeilijke Woorden
Oppositie = weerstand, tegenover

Slide 10 - Slide

Oppositie
De partijen die niet in de coalitie zitten, horen bij de oppositie
De oppositie heeft samen maximaal 74 zetels

Slide 11 - Slide

Links of rechts of midden?
Een partij heeft ideeen.
  • Sociaal en eerlijk en samen zorgen voor elkaar? - Links
  • Economie, eigen verantwoordelijkheid, handel? - Rechts
  • Ontwikkeling, milieu en past een beetje bij beide kanten? - Midden

Slide 12 - Slide

Regering
  • Alle ministers + de koning
  • Ministers benoemd uit deelnemende partijen
  • Regeringsakkoord
  • Bordes foto met de koning

Slide 13 - Slide

Zoek de betekenis op van
Bordes = 
Beleid =
Parlement = 

Slide 14 - Slide

Moeilijke Woorden
Bordes = hoog platform voor een gebouw
Beleid = gedragsregels voor het behalen van doelen
Parlement = volksvertegenwoordiging

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Kabinet
  • Het kabinet bestaat uit ministers en staats- secretarissen. 
  • Een soort onderminister. Deze helpt de minister. 
  • Het kabinet maakt wetten en voert het overheidsbeleid uit.

Slide 18 - Slide

1e en 2e kamer
  • Controle van de regering
  •  De Eerste en de Tweede Kamer heten samen het parlement. 
  • Het parlement wordt ook wel de Staten-Generaal genoemd.

Slide 19 - Slide

In de eerste kamer worden wetten gemaakt
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Video

Opdrachten 
Werk verder aan de opdrachten uit het boek.
Blz. 131 en 132 opdracht 9 
Blz. 133 opdracht 11
Blz. 138 opdracht 16

Slide 22 - Slide