26/1 1mh herhaling uitgangen ww en pv

Zet je camera aan en pak je boek!
Kijk alvast naar deze tekst. Welke woorden moeten met een hoofdletter geschreven worden?
Herzlich Willkommen 1mh
Dienstag, den. 26 Januar 2021
hallo ich heiße monika. ich bin dreizehn jahre alt und wohne in berlin. meine mutter heißt petra, mein vater oliver und der hund heißt bobby.
1 / 20
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Zet je camera aan en pak je boek!
Kijk alvast naar deze tekst. Welke woorden moeten met een hoofdletter geschreven worden?
Herzlich Willkommen 1mh
Dienstag, den. 26 Januar 2021
hallo ich heiße monika. ich bin dreizehn jahre alt und wohne in berlin. meine mutter heißt petra, mein vater oliver und der hund heißt bobby.

Slide 1 - Slide

Tijdens de online lessen
  • Je zet je microfoon uit.
  • Je zet je camera aan.
  • Je zet je microfoon aan als ik je iets vraag.
  • De chat wordt niet voor privegesprekken gebruikt.
  • Als je een vraag hebt steek je een handje op.
  • Je logt in met je eigen naam.
  • Je maakt je huiswerk.
  • Bekijk berichten in SOM en Teams iedere dag.

Slide 2 - Slide

Was machen wir heute?
  • Wiederholen grammatik
  • Grammatik üben
  • LOGO

Slide 3 - Slide

Lernziel
Aan het einde van deze les kan je door het meedoen met de quizvragen de uitgangen in het Duits van de persoonlijke voornaamwoorden benoemen.

Slide 4 - Slide

De persoonlijke voornaamwoorden
ik
jij
hij/ zij/ het

wij
jullie
zij
u
  • ich
  • du
  • er/sie/es

  • wir
  • ihr
  • sie
  • Sie 

Slide 5 - Slide

De uitgangen van het werkwoord wohnen
wohnen- en = stam
ich              wohn 
du               wohn 
er/sie/es     wohn 

wir              wohn 
ihr               wohn 
sie               wohn 
Sie              wohn 
  • e
  • st
  • t

  • en
  • t
  • en
  • en

Slide 6 - Slide

De uitgangen van het werkwoord heißen
heißen- en = stam
ich              heiß 
du               heiß 
er/sie/es     heiß 

wir              heiß 
ihr               heiß 
sie               heiß 
Sie              heiß 
  • e
  • t
  • t

  • en
  • t
  • en
  • en
  • Als de stam van een werkwoord eindigt op een s-klank, 
  • zoals -s, -ß, -z dan krijgt de du-vorm alleen een -t inplaats van -st.

Slide 7 - Slide

Ezelsbruggetje
ich    du     er/sie/es         wir       ihr        sie/Sie
        i        d             e                 w          i               s
     e        st           t                  en         t              en

Slide 8 - Slide

De stam van een werkwoord in het Duits is?
A
de ik-vorm (ich)
B
het hele werkwoord
C
het hele werkwoord min -n
D
het hele werkwoord min -en

Slide 9 - Quiz

Wat is de juiste uitgang van het hele werkwoord in de volgende zin:

Ich spielen fußball.
A
spiel
B
spielt
C
spiele
D
spielen

Slide 10 - Quiz

Wat is de juiste uitgang van het hele werkwoord in de volgende zin:

Ihr suchen einen Supermarkt.
A
suche
B
sucht
C
suchen
D
such

Slide 11 - Quiz

Wat is de juiste uitgang van het hele werkwoord in de volgende zin:

Meine Schwester ist lieb und sie heißen Lisa.

A
heißt
B
heiße
C
heißen
D
heiß

Slide 12 - Quiz

Wat is de juiste uitgang van het hele werkwoord in de volgende zin:

Julia küssen Romeo.

A
küsse
B
küssen
C
küss
D
küsst

Slide 13 - Quiz

Wat is de juiste uitgang van het hele werkwoord in de volgende zin:

Wir kochen Spagetti mit Tomatensoße.

A
kochst
B
koche
C
kochen
D
kocht

Slide 14 - Quiz

timer
1:30
traurig
glücklich
der Flughafen
das Mädchen
faul
der Fluss

Slide 15 - Drag question

ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
st
t
en
t
en
e

Slide 16 - Drag question

Welke uitgang krijgt -du als de stam van het werkwoord op een s-klank eindigt?
st
t
en
e

Slide 17 - Poll

Slide 18 - Link

Hausaufgaben
  • Maken: Kapitel 1, paragraaf 1.1. Opdracht 3, 11, 12 en 13 of Test jezelf van 1.1 als je van jezelf weet dat je alles al snapt.
  • Leren: Leer de woordjes van Lektion 5 en 6 van N-D en D-N (schrijf het op!)

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide