This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Welkom
Telefoon in de telefoontas
Spullen op tafel
Maak de startopdracht
timer
5:00
Slide 1 - Slide
Voorkennis
Slide 2 - Slide
Tot welke soort uitgaven behoort een internetabonnement?
A
Dagelijkse huishoudelijke uitgaven
B
Vaste lasten
C
Incidentele uitgaven
Slide 3 - Quiz
Tot welke soort uitgaven behoort het kopen van een bioscoopkaartje?
A
Dagelijkse huishoudelijke uitgaven
B
Vaste lasten
C
Incidentele uitgaven
Slide 4 - Quiz
Tot welke soort uitgaven behoort het kopen van een bed?
A
Dagelijkse huishoudelijke uitgaven
B
Vaste lasten
C
Incidentele uitgaven
Slide 5 - Quiz
Soraya ontvang € 15 zakgeld per week. Hoeveel is dat per maand?
A
€ 3,46
B
€ 3,75
C
€ 60
D
€ 65
Slide 6 - Quiz
Sara verdient € 426,50 per maand. Hoeveel is dat per week?
A
€ 98,42
B
€ 106,63
C
€ 1.706
D
€ 1.848,17
Slide 7 - Quiz
Leerdoelen
Slide 8 - Slide
Leerdoelen
Ik kan een budgetplan opstellen en aangeven of er sprake is van een (tijdelijk of structureel) tekort of overschot.
Ik kan uitleggen hoe het Nibud kan helpen bij budgetproblemen.
Slide 9 - Slide
Uitleg
Slide 10 - Slide
Week naar maand
Slide 11 - Slide
Maand naar week
Slide 12 - Slide
Uitgavensoorten
Slide 13 - Slide
Budgetteren
Uitgaven op de inkomsten afstemmen.
Slide 14 - Slide
Budgetplan
Overzicht van verwachte inkomsten en uitgaven.
Geldproblemen voorkomen.
Slide 15 - Slide
Budgetplan
Slide 16 - Slide
Waarom ontvang je in sommige maanden meer loon?
Slide 17 - Open question
Bezuinigen
Besparen op je uitgaven.
Besparen op vaste lasten is vaak pas in de toekomst mogelijk.
24 maanden voor € 20 per maand
Slide 18 - Slide
Op welke uitgaven kun je onmiddellijk bezuinigen?
A
Boodschappen
B
Afbetaling smartphone
C
Sportschool abonnement
D
Kleding
Slide 19 - Quiz
Waarom is een bezuiniging op de vaste lasten vaak pas in de toekomst mogelijk?
Slide 20 - Open question
Toepassen
Slide 21 - Slide
Toepassen
Pak je studiewijzer en maak de opdrachten. Kijkna en verbeter je fouten.
Maak de herhalingsopdrachten of plusopdrachten als je klaar bent.
timer
20:00
Slide 22 - Slide
Afsluiting
Slide 23 - Slide
Anja en Kees zien dat ze iets moeten doen om rond te komen. Kees stelt voor om te bezuinigen op hun uitgaven. Noem een andere mogelijkheid dan bezuinigen om hun tekort weg te werken.