Borderline 2

6.1. Borderline Persoonlijkheidsstoornis
1 / 40
next
Slide 1: Slide
VerzorgendeMBOStudiejaar 2

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

6.1. Borderline Persoonlijkheidsstoornis

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
* Ik kan de verschillende PHS omschrijven.
* Ik herken symptomen en moeilijkheden die gepaard gaan met PHS.
* Ik bespreek de verpleegkundige therapeutische benadering van personen met een PHS kritisch
* Ik denk na over specifiek verpleegkundige interventies op basis van klinisch redeneren.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

6. Zwaardere varianten

6.1. Borderline PHS
6.2. Paranoïde PHS
6.3. Schizotypische PHS

Slide 4 - Slide

Borderline persoonlijkheidsstoornis is 1 van de 3 zwaardere varianten van de persoonlijkheidsstoornissen.
Waarom zou dit zijn? Wat hebben ze gemeen?

Slide 5 - Open question

Typerende kenmerken bij de zwaardere varianten
  • gebrekkige sociale vaardigheden waardoor er moeilijkheden ontstaan op echtelijk-, beroeps- en schoolniveau.
  • korte, omkeerbare, psychotische periodes met verlies van emotionele en cognitieve controle.

Slide 6 - Slide

Eigen ervaringen met
Borderline Persoonlijkheidsstoornis?

Slide 7 - Slide

Wat betekent volgens jullie de term "borderline"?

Slide 8 - Open question

Neurose = PHS
realiteitsbetrokken
verstoord sociaal contact
verstoord emotioneel evenwicht 
Psychose
Desintegratie van het ik 
verbrokkeling in waarnemen, denken, voelen, willen 
Borderline PHS

Slide 9 - Slide

Welke kenmerken heeft iemand met een bordeline PHS?

Slide 10 - Open question

Oefening op symptomen
* individueel 10'
* koppel de korte casus met het symptoom van BPHS

KLAAR? Vergelijk met je buur en overleg de verschillen

Slide 11 - Slide

Paranoïde ideeën

Slide 12 - Slide

Paranoïde ideeën
Wat zullen ze wel niet van me denken? Waarom kijken ze me zo aan? Doe ik iets fout? Doe ik iets raars? Zie ik er raar uit? Deze gedachten spookten van jongs af aan dagelijks door mijn hoofd en ik kan je vertellen, dat is vermoeiend. 

Slide 13 - Slide

Intense woede-uitbarstingen

Slide 14 - Slide

Intense woedeaanvallen
Iets wat voor een ander zo banaal kan lijken, beukt er bij mij in. Ik "flip". Ik word extreem sarcastisch of bitter, ik haal mijn beste verbale agressie boven. 

(Achteraf voel ik me vaak beschaamd en dit bevestigt mijn gevoel dat ik slecht ben.)

Slide 15 - Slide

Extreme stemmingswisselingen

Slide 16 - Slide

Extreme stemmingswisselingen.
De emoties die ik ervaar zijn veel intenser dan die van de meeste mensen. Eigenlijk komt het neer op: doen wat je gevoel je ingeeft.
Ben ik blij? Dan zing ik, dans ik, ben ik eufoor.
Maar 5 minuten later voel ik me niet goed in mijn vel. Dan sla ik met de deur, schreeuw ik, ...
Maakt dat mij een aansteller?

Slide 17 - Slide

Suïcidale neiging zelfverminking
automutilatie

Slide 18 - Slide

Suïcidale neigingen/zelfverminking/ automutilatie
Ik voel me verlaten, afgewezen, ...
Wat volgt is het beste en slechtste copingsmechanisme sinds kort. Ik neem het mesje van onder mijn matras. 
Even worden mijn emoties verdoofd.
Ik verdien deze straf, deze pijn, ik ben een slecht persoon.

Slide 19 - Slide

Dissociatie

Slide 20 - Slide

Dissociatie
 Ik lijk het contact met de wereld te verliezen en zit stil in het  hoekje van mijn kamer onder mijn bureau.
Emoties en slechte gedachten overspoelen me, ik probeer ze angstvallig te onderdrukken. 

Slide 21 - Slide

Onstabiel zelfbeeld
identiteitsstoornis

Slide 22 - Slide

Onstabiel zelfbeeld - identiteitsstoornis
Wie ben ik? Wat wil ik worden? Wat is mijn doel?
Weet ik veel! Nu denk ik het zo, gisteren dacht ik het anders. Al ben ik steeds weer overtuigd van mijn mening die ik NU heb.

Maakt het uit? Het enige wat ik zeker weet is dat ik slecht ben.

Slide 23 - Slide

Gevoel van verlatenheid

Slide 24 - Slide

Gevoel van verlatenheid
Leegte standje 10. Ik voel me opgeslokt, er is niemand.
Mijn afspraak met mijn zus Griet werd net afgebeld. Ik voel me kwaad, eenzaam, aan mijn lot overgelaten. 
Beseft Griet dan niet dat ze me liet stikken?
Ik duw op de bel, de verpleegkundige moet NU komen, ik wil NU een gesprek! Ik wil niet alleen zijn.

Slide 25 - Slide

Onstabiele interpersoonlijke relaties

Slide 26 - Slide

Onstabiele interpersoonlijke relaties
Verpleegkundige Stefanie is de enige waar ik bij terecht kan. Zij maakt altijd tijd voor mij, luistert, geeft me advies. 
Zonet zei "die oude trut" Lieve dat ik nu niet naar buiten mag omdat ik  aangaf dat ik geen veiligheid kan garanderen. 
Ik vroeg het opnieuw aan Stefanie, maar ook van haar mocht het niet. Ik zei nog dat ik alleen bij haar terecht kon, zij kan mij nu toch ook niet laten vallen.. "Pleeeace, laat me naar buiten." Maar het bleef nee. 
WTF zeg, nu heeft ze echt afgedaan hoor bij mij!

Slide 27 - Slide

Impulsiviteit

Slide 28 - Slide

Impulsiviteit
Wanneer het me tegenzit, vlucht ik. De ene keer is dit het leegeten van de koekenkast, de andere keer koop ik Zalando leeg. 
Of wanneer de anderen me laten vallen ga ik soms naar mijn kamer en dan begin ik te krassen. 
Of als ik op stap ben en een negatief gevoel overspoelt me, laat ik me verleiden tot het gebruik van speed of ben ik een gemakkelijke prooi voor mannen. 
WHATEVER! 

Slide 29 - Slide

Samenhangende factoren
* haken vaak af net voor het doel bereikt wordt
* psychotisch-achtige symptomen bij stress
* transitionele objecten (knuffelbeer/dingen met emotionele waarde) geven soms meer veiligheid dan mensen
* hoog risico op suïcide (vooral bij BPSH en stemmingsstoornis)
* handicaps thv mislukte suïcidepoging
* professionele en sociale problemen
* fysieke en seksuele mishandeling, verwaarlozing, conflicten thuis in kindertijd
* BPHS + stemmingsstoornis, middelenmisbruik, eetstoornis, PTSS, aandachtsstoornis en hyperactiviteit. 


Slide 30 - Slide

BPHS komt vaker voor bij vrouwen dan mannen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quiz

Op welke leeftijd manifesteert de BPHS zich meestal?
A
tussen 10 en 15j
B
tussen 15j en 20j
C
tussen 20j en 40j
D
tussen 40j en 60j

Slide 32 - Quiz

Ontwikkeling
* inconsistente vormen van opvoeding
* over-beschermende en autoritair/verwerpende ouderlijke houding
* 2j: geen besef dat goed en slecht samen aanwezig kunnen zijn. Wel duidelijke polen "splitting"
Hij komt nooit tot individuatie en separatie. 
Niet geliefd zijn => zelfdestructie.

Slide 33 - Slide

Verschillende types
* Borderline-afhankelijke PH met hulpeloosheid en hopeloosheid
verwerping en scheiding van diegene van wie ze afhangen veroorzaakt angst, schuldgevoel, stemmingswisselingen en psychotische episodes
* Borderline-theatrale PH met euforische opwinding, waardeloosheid, zelfvernietiging
Willen door hun omgeving bekrachtigd worden, waardoor ze afhankelijk zijn en leiding willen van anderen.
Verlatingsangst leidt tot stemmingswisselingen, euforie, aandachttrekkend gedrag, impulsiviteit en vijandigheid

Slide 34 - Slide

Verschillende types
 vergevend en zelfbeschadigend.
* Borderline-compulsieve PH met zelfveroordeling, verklaringen van goede bedoelingen, woede, intense schaamte en schuldgevoel.
Geleerd gehoorzaam te zijn aan ouderlijke autoriteit en daardoor eigen identiteit laten vallen. Daardoor geen groei. Voelen zich snel schuldig, zijn besluiteloos en onassertief.

* Borderline-passief-agressieve PH met versterkt negativisme en chaotische opwinding.
Geleerd onredelijk te denken, niet weten waaraan te verwachten (beloning of straf) Lokken inconsistentie uit. Wisselend agressief, aanklagend of vergevend en zelfbeschadigend. 

Slide 35 - Slide

Verpleegkundige aandachtspunten
denkproces adhv symptomen.






Wat kun je zelf doen
bij borderline?

Slide 36 - Slide

Verpleegkundige aandachtspunten

Slide 37 - Mind map

Verpleegkundige aandachtspunten
* structurerend (zeker bij acting-out gedrag)
* empathisch: gevoelens laten verwoorden
* NIET overdreven bekommerd zijn of contra-agressie!
* geduldig zijn
* af en toe regressie toelaten
* geleidelijk verantwoordelijkheid geven
* groepstherapie met woedebeheersing, werken aan zelfbeeld, assertiviteit, sociale vaardigheden, omgaan met crisissen (problemen) vb via DGT Linehan

Slide 38 - Slide

Medicatie bij BPHS

  • Kalmerings- en slaaptabletten 
  • Antipsychotica
  • Stemmingsregulerende middelen
  • Antidepressiva

Slide 39 - Slide

Wat is jou het meest bijgebleven over de les? 

Slide 40 - Slide