ACT 3 DE TWAALFDE VERJAARDAG VAN ELISABETH

ACT 3 DE TWAALFDE VERJAARDAG VAN ELISABETH
ACTIVITEIT 3
DE TWAALFDE VERJAARDAG VAN ELISABETH
1 / 23
next
Slide 1: Slide
WOLager onderwijs

This lesson contains 23 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

ACT 3 DE TWAALFDE VERJAARDAG VAN ELISABETH
ACTIVITEIT 3
DE TWAALFDE VERJAARDAG VAN ELISABETH

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

We frissen even op...

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Is hij de enige baas 
van ons land?

Slide 3 - Slide

Nu Elisabeth weet waar de grenzen van haar land liggen, is ze klaar voor
haar reis met haar papa. Prinses Elisabeth zal niet de enige baas in België
zijn. Daarvoor is België (hoe klein het land ook is) veel te groot. ‘Net zoals
de directeur niet de enige baas is in een school’, had papa gezegd.
Een school heeft regels; iedereen moet zich daaraan houden. Een school is
onderverdeeld in een aantal klassen en in elke klas gelden de eigen
klasregels. Daarover mogen de leerlingen vaak samen met hun leerkracht
nadenken. Die hangt de regels dan zichtbaar op in de klas. Zo weet
iedereen aan welke regels hij zich moet houden.
Dat is met ons land net zo. België is onderverdeeld in tien provincies. Er
zijn vijf Vlaamse en vijf Waalse provincies.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

We leren de verschillende provincies en hun hoofdsteden kennen en ze op de  juiste plaats op de kaart te zetten. 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

Het was nog heel vroeg in de ochtend toen ze Elisabeth kwamen wakker
maken. Het was haar twaalfde verjaardag en haar vader had beloofd om
een rondreis van twee dagen te maken door het land waarover zij later
zou regeren: België. Mama kwam de kamer binnen en gaf haar een zoen
en een kroon van papier. Papa kwam binnen met een cadeau. Er zat een
mooi lint rond. Elisabeth deed het pakje open en zag een kaart. Geen
verjaardagskaart, maar een kaart met een land erop. Rechts onderaan zag
ze een legende. De kaart was bijzonder, want het land waarvan zij ooit
koningin zou worden stond erop. Op de kaart vond ze tien plaatsnamen.
Jullie kennen die namen al … Ik ben benieuwd of jullie ze alle tien op het
kaartje in de werkbundel kunnen schrijven. 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

De limousine staat klaar
Elke provincie heeft een hoofdstad. Door goed naar het verhaal te
luisteren, lukt het je zeker om de hoofdsteden op de juiste plaats in te
vullen. Denk bij het opschrijven van de namen aan de hoofdletters.
Elisabeth trok haar mooiste jurk aan. Met haar kaart onder de arm en haar
papieren kroon op haar hoofd ging ze naast papa in de auto zitten. De
chauffeur zou hen door het hele land gidsen. Mama, Gabriël, Emmanuel
en Éleonore zwaaiden en wensten haar een fijne dag.

Slide 10 - Slide

Slide 3
Elisabeth vertrok uit Brussel. Dat stuk is zwart gearceerd op de kaart. Eerst
wilde Elisabeth de vijf Vlaamse provincies leren kennen. De eerste grens
die ze overstak, was die van Brussel naar Vlaams-Brabant.

Slide 11 - Slide

Slide 4
In Vlaams-Brabant belandde ze al snel in de hoofdstad Leuven. Ze
ontmoette er een heleboel studenten die ervan droomden om later
professor of astronaut te worden. Astronaut, dat leek Elisabeth ook wel
wat … Elisabeth en koning Filip namen afscheid van de studenten en
vervolgden hun reis naar het oosten. Zo kwamen ze in Limburg.

Slide 12 - Slide

Slide 5
Koning Filip was opgetogen. Hij had gehoord dat je in Hasselt, de
hoofdstad van Limburg, een lekker jenevertje kon drinken.
Zo gezegd zo gedaan: hij koos er een met appelsmaak. Elisabeth kreeg een
versgeperst appelsapje. Dat smaakte. Hun glaasje was leeg en 

Slide 13 - Slide

Slide 6
Daar gingen ze samen naar de haven om even naar de boten te kijken. Dat
vond Elisabeth heerlijk: op een bankje met haar neus in de zon naast papa.
Hier zou ze wel de hele dag naar de boten kunnen turen … Ze zag er hele
grote die van een ver land kwamen en ook enkele kleine, met hun zeilen
in de wind.
De provincie Antwerpen was makkelijk te onthouden, vond Elisabeth,
want de hoofdstad heet net hetzelfde: Antwerpen. ‘Dan heb je geluk,’ zei
koning Filip, ‘want in Wallonië zijn er zo nog twee provincies. Maar dat is
TIP!
Vertel de leerlingen dat ze thuis
op www.computermeester.be
kunnen oefenen om de provincies
juist te plaatsen. Raad aan om dat
elke dag tien minuten te doen,
zodat ze aan het einde van het
thema niet meer veel moeten
leren. Je kunt die taak ook als
‘eerder-klaaropdracht’ inlassen en
zo observeren of de leerling online
informatie kan opzoeken.
PowerPointpresentatie
middenkatern
21
voor straks! Eerst maken we onze route door Vlaanderen af. We volgen
het water van de Schelde stroomopwaarts en komen zo vanzelf in de
volgende provincie terecht.’

Slide 14 - Slide

Slide 7
In Oost-Vlaanderen ging Elisabeth met haar papa naar het Gravensteen.
Dat staat in de hoofdstad Gent en is de enige overgebleven middeleeuwse
burcht in Vlaanderen.
Elisabeth vond de kantelen en het torentje prachtig om te zien. Even
voelde ze zich een prinses in de middeleeuwen. Papa vertelde over de
kapel, de verdedigingsmuren en de folterkelder. Daar vond Elisabeth het
een beetje eng.
Ze moesten nu nog één Vlaamse provincie bezoeken: West-Vlaanderen

Slide 15 - Slide

Slide 8
Eerst gingen ze naar de provinciehoofdstad Brugge. Ze namen een koets
en reden tussen de eeuwenoude huizen. Papa vertelde haar dat de huizen
beschermd waren en dat er niets aan mocht veranderen, zodat de
kinderen later ook kunnen zien hoe de mensen vroeger leefden. Elisabeth
vond het indrukwekkend. De koets bleef maar rijden, tot ze plots
aankwamen in Zeebrugge. Daar trokken ze snel hun zwemkledij aan en
sprongen in het water. Samen probeerden ze over de golven te springen.
Er verkocht iemand ijsjes op het strand. Papa bestelde twee waterijsjes.
Toen papa Elisabeth uit het water riep, fopte ze hem door te zeggen dat
ze tussendoor even naar Engeland en weer terug was gezwommen.
Koning Filip speelde het spelletje mee: ‘Wat een atlete!’, zei hij en hij
knipoogde naar haar. 

Slide 16 - Slide

Slide 9
Een van Elisabeths overgrootvaders, koning Leopold II, had vlakbij in
Oostende voor een aantal prachtige gebouwen gezorgd die je daar
vandaag nog altijd kunt bewonderen. Dat vond Elisabeth best leuk. Al had
ze gehoord dat die koning niet de allerliefste koning was geweest. ‘Zo,’ zei
koning Filip, ‘nu ken je alle Vlaamse provincies en hun hoofdsteden.’ Nu ze
de Vlaamse provincies allemaal hadden doorkruist, bleven ze overnachten
in ‘de koningin der badsteden’: Oostende. Die naam vond Elisabeth wel
toepasselijk.

Slide 17 - Slide

Slide 10
De volgende ochtend waren ze vroeg wakker. ‘Nu zetten we onze reis
verder in Wallonië. Daar zul je Frans moeten spreken, want de inwoners
spreken er Frans.’ ‘Net zoals in Brussel’, zei Elisabeth. ‘Ongeveer,’
antwoordde koning Filip, ‘want daar spreekt de helft Nederlands en de
andere helft Frans.’
Toen ze Henegouwen binnenreden, merkte Elisabeth al snel op dat het
landschap veranderde. In Vlaanderen was het land vooral vlak en nu reden
ze vaak hellingen op. ‘Het lijkt wel alsof we in de bergen zitten’, zei ze.
Koning Filip moest lachen. ‘Ja,’ zei hij, ‘al mogen we ze zo niet noemen,
want onze heuvels zijn net niet hoog genoeg om ze een berg te noemen.’
‘Wat flauw!’, zei Elisabeth. Ze vond de bergen best hoog. ‘Dan kan ik je
misschien toch een beetje gelukkig maken,’ zei koning Filip, ‘want
22
misschien mogen we de heuvels hier geen bergen noemen, maar de
hoofdstad hebben ze wel zo genoemd: Bergen.’

Slide 18 - Slide

Slide 11
Daarna reden ze door naar Waals-Brabant. ‘Daar zijn we al geweest’, zei
Elisabeth. ‘Dan heb je niet zo goed opgelet, Elisabeth’, zei papa. ‘VlaamsBrabant, daar zijn we al geweest. Waals-Brabant ligt daar net onder.’ Tja,
zelfs een prinses maakt soms een foutje. ‘In Waals-Brabant ligt de
proviciehoofdstad Waver en daar gaan we heel even naar je favoriete
attracties, in Walibi!’
‘Wat?’, zei prinses Elisabeth. Ze kon het bijna niet geloven. Ze mocht drie
attracties kiezen en daarna moesten ze weer vertrekken. Ze koos de
Vampire, het reuzenrad en de Radja River. Ze smeekte om een suikerspin
toen ze naar buiten gingen, maar die kreeg ze niet. Want …

Slide 19 - Slide

Slide 12
In de volgende provincie, Luik, stond haar nog iets lekkers te wachten: een
heerlijke Luikse wafel in de hoofdstad Luik. ‘Aha!’, zei Elisabeth. ‘Dat is de
tweede provincie waarvan de hoofdstad makkelijk te onthouden is: Luik
- Luik’.

Slide 20 - Slide

Slide 13
‘Ik neem je meteen mee naar de westelijke buur van Luik, want die is ook
supermakkelijk om te onthouden: Namen. Kun je de naam van de
hoofdstad raden?’
‘Namen!’
Elisabeth zag er mensen in een kajak op de Maas. En, ja hoor … Daar zag
ze papa met twee peddels en twee reddingsvesten aankomen. ‘Dit is de
beste reis ooit!’, zei Elisabeth. De kajak besturen was niet zo makkelijk. Na
een tijdje kregen ze het peddelen samen onder de knie. Toen ze
uitstapten, was hun broek nat. Koning Filip voelde zich een beetje
ongemakkelijk en Elisabeth moest heel erg lachen.

Slide 21 - Slide

Slide 14
Voordat ze terug naar het paleis gingen, moesten koning Filip en prinses
Elisabeth nog één provincie bezoeken. Dat was Luxemburg.
Grappig, de provincie Luxemburg heeft net dezelfde naam als het
buurland. Maar de hoofdstad heet anders: Aarlen. Wat daar te ontdekken
valt, zul je zelf eens moeten opzoeken. Want toen ze aankwamen in
Aarlen, waren Elisabeths ogen al toe.

Slide 15
Koning Filip wou haar niet wakker maken. Hij sloeg een arm om haar heen
en trok een dekentje over haar schouders. De chauffeur bracht hen terug
naar het paleis. Koningin Mathilde was blij om hen terug te zien. Samen
legden ze Elisabeth in bed. Ze deed nog één oog open, maar mama zei:
‘Slaap maar, lieve schat. Morgen is een nieuwe dag en dan kun je me al je
avonturen vertellen.’ Mama zette haar kroontje af en Elisabeth viel in een
diepe slaap.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

Tussen de vijf Vlaamse en vijf Waalse provincies loopt de taalgrens.
Markeer die grens in het groen. Welke taal spreken de mensen boven de
taalgrens? Welke taal spreken ze onder de taalgrens?
Sommige mensen in België spreken nog een derde taal. Welke? (Duits) Die
taal spreekt men in een stukje van Luik aan de Duitse grens.