Duid van elke groep één leerling aan die doorschuift naar de volgende
groep. Hij/zij bekijkt of de windroos daar hetzelfde is als in de eigen groep
en geeft kort feedback.
• Waarom zijn niet alle windrozen helemaal hetzelfde? (We stonden op
een andere plaats. We weten eigenlijk niet precies waar het noorden is. Kom samen tot het besluit dat we op deze manier niet helemaal juist te
weten kunnen komen waar de windrichtingen zijn.
• Wie kent een nauwkeurigere manier om de windrichtingen te zoeken?
(met een kompas)
…)
• Hoe weten we waar het noorden is? (door overdag naar de stand van
de zon te kijken)
• Waar komt de zon op? (in het oosten)
• De zon klimt hoger en hoger en ’s middags is ze op haar hoogste punt.
Waar staat ze dan? (in het zuiden)
• In de namiddag zakt de zon weer. Waar gaat de zon onder? (in het
westen)
• Waar komt de zon nooit? (in het noorden)
Leer de leerlingen een ezelsbruggetje om te onthouden waar de zon staat:
op in het oosten, weg in het westen, nooit in het noorden.
Bekijk samen de lucht en zoek uit in welke richting de zon staat. Als het
een bewolkte dag is, kun je de zon natuurlijk niet zien.Geef een kompas aan elke groep. De leerlingen zoeken uit waar het
noorden ligt.
De groepen die het noorden gevonden hebben, steken hun hand in de
lucht. Controleer of het juist is. Laat de groepen die achterhaald hebben
hoe een kompas werkt, dat uitleggen aan de andere groepen.
Uitleg:
Leg het kompas horizontaal op een vlakke ondergrond. Wacht tot de naald
niet meer beweegt. Draai de kompasdoos tot de letter N samenvalt met de
donkere (magnetische) naald. Die naald wijst altijd het noorden aan.
Laat alle groepen het noorden aanwijzen. Geef nog enkele opdrachten:
• Wijs het noordwesten aan;
• Ga met je rug naar het zuiden staan;
• Zet vijf stappen naar het zuidoosten;
• Zet tien stappen naar het westen.
Elke groep bedenkt een opdracht voor de andere groepen.
Wijs de leerlingen erop dat je op een windroos soms de letters ‘S en E’ ziet
staan. Die staan voor de Engelse benaming van de windstreken (S voor
‘south’ en E voor ‘east’).