This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Adjectives & Adverbs
Slide 1 - Slide
Doelen
Ik ken het verschil tussen het bijwoord en bijvoeglijk naamwoord en weet hoe ik dit moet gebruiken.
Slide 2 - Slide
Adjective
Een adjective is in het Nederlands een bijvoeglijk naamwoord.
Je gebruikt een adjective om een zelfstandig naamwoord te omschrijven. Bijvoeglijke naamwoorden zeggen iets over: mensen, dieren of dingen. Je kunt vragen: wat voor iets/iemand is het?
Bijv. My dad is a calm man.
The car is slow.
Slide 3 - Slide
Adverb
Een adverb is een bijwoord. Het kan iets zeggen over: