Les 3: Online schrijven

• Digitale geletterdheid
• Basisschool
• Groep 4

Introduction

Voorbereidingstijd: 10 minuten Benodigdheden: Laptop of Chromebook. In deze les leren de leerlingen om geleerde vaardigheden toe te passen om een tekst te typen.

Instructions

Bij de start zien de leerlingen de eerste geschreven tekst uit de Nederlandse geschiedenis, daarna krijgen de leerlingen uitleg over de "enter" toets. Vervolgens gaan de leerlingen zelfstandig aan de slag met het typen van een online tekst. Tot slot, geven de leerlingen antwoord op de leervraag.

Leervraag: Waar moet je op letten wanneer je een tekst aan het typen bent?

Leerdoel: De leerlingen gebruiken de geleerde vaardigheden om een tekst te typen.

Kerndoel: 1. Digitale systemen

Opening / tussenslides / afsluiting

Les 3:

Online schrijven

"Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic anda thu. Wat unbidan we nu?"

Dit is de eerste geschreven tekst uit de Nederlandse geschiedenis. Vertel dat de leerlingen deze les ook voor het eerst een tekst gaan schrijven... Hun eerste online tekst!

Waar moet je op letten wanneer je een tekst aan het typen bent?

Na deze les kunnen jullie antwoord geven op de vraag:

De leerlingen kunnen aan het einde van de les antwoord geven op deze vraag.

Les 1

Hoofdstuk 1: Goed omgaan met de computer

Typen

Leestekens

Online schrijven

Goed omgaan met de computer

Les 2

Les 3

Herhaling en quiz

De routekaart laat zien hoe het hoofdstuk is opgebouwd.

Aan de slag

Uitleg

Wat gaan we deze les doen?

Je leert hoe je een tekst kloppend maakt.

Terugblik

Je gaat je eigen tekst typen.

Je geeft antwoord op de vraag: waar moet je op letten wanneer je een tekst aan het typen bent?

Deze slide laat zien hoe de les is opgebouwd. Klik op de pijltjes voor meer uitleg bij de lesfases.

Uitleg

Leestekens

Leestekens zorgen ervoor dat een tekst makkelijker te lezen is. 

Leestekens kunnen laten zien dat:

• een zin stopt
• een zin een vraag is 
• een zin nadruk nodig heeft

Aan de hand van deze slide herhaal je de vorige les. De leestekens zullen de leerlingen ook nodig hebben tijdens het schrijven van hun eerste online tekst.

Typen van teksten

Naast leestekens is de "enter" knop ook nodig om goede teksten te kunnen typen. 

Deze knop gebruik je aan het einde van een zin en aan het einde van een stuk tekst.

Leg aan de hand van deze slide de functie van de "enter" knop uit. Klik op het plusje om te laten zien waar de "enter" toets op het toetsenbord zit.

Aan de slag

Je juf/meester leest een verhaal voor.

Midden in het verhaal zal de juf/meester stoppen. Je mag het verhaal daarna zelf afmaken.

Let goed op de leestekens die je hebt geleerd. 

Je eigen verhaal

Klaar?

Klik hier en oefen verder met typen.

Lees mee met het verhaal

Lees het verhaal voor. Laat de leerlingen het verhaal aftypen. Benadruk dat de leestekens nodig zijn voor het typen van goede teksten. 

Wanneer de leerlingen klaar zijn kunnen ze verder met de typecursus waar ze de vorige lessen mee gestart zijn.

Terugblik

Waar moet je op letten wanneer je een tekst aan het typen bent?

Weet jij het antwoord? Steek je vinger op!

Dit kan ik nu!

Lorem ipsum de inibus bonorum et malorum.

Lorem ipsum de inibus bonorum et malorum.

Inibus bonorum et malorum ipsummem

• Ik kan het toetsenbord gebruiken om een tekst te typen.

Op deze slide staat het leerdoel van de les vermeld. Dit leerdoel geeft antwoord op de leervraag.

Afsluiting

In deze les heb je je eerste online tekst geschreven. 

Ook weet je nu wat de eerste geschreven Nederlandse zin is.

Ken jij de eerste Nederlandse zin al helemaal?

De volgende les bestaat uit een herhaling van de eerdere lessen en een quiz.

Einde les